Wilde kruidachtige planten




Aardaker- Lathyrus tuberosus (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Langhoornbij, Lathyrusbij, Grote Bladsnijder, Kustbehangersbij.

Werd vooral vroeger gekweekt en is verwilderd, vooral langs rivieren, wegbermen, heggen, graslanden, langs spoorwegen en graanakkers. Deze klimmende plant houdt van een kalkhoudende grond. Men vindt deze goede bijenplant vaak op opgespoten kalkrijk zand langs recent aangelegd wegen.

Het is een goede stuifmeelplant voor hommels.

Bloeit van juni tot augustus; vaste plant.


Adderwortel – Persicaria bistorta (duizendknoopfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel, Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: zandbijen, Honingbij.

Groeit op schaduwrijke plaatsen op een voedselrijke matig zure bodem, meestal in vochtige graslanden en overstromingsgebieden. De plant bloeit van juni tot september met roze klokvormige bloempjes die in rolronde bloeiaren van 1 cm dik staan. De bloemen worden zowel voor het nectar als het stuifmeel bezocht door de bijen. Het stuifmeel is donker gekleurd.

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Akkerdistel – Cirsium arvense (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel, Gewone Koekoekshommel, Vierkleurige Koekoekshommel, Grote Koekoekshommel, Boshommel, Grashommel, Boomhommel, Veldhommel, Late Hommel, Donkere Tuinhommel, Zandhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Brilmaskerbij, Gewone Maskerbij, Tronkenbij, Langkopsmaragdgroefbij, Breedbandgroefbij, Matte Bandgroefbij, Roodrandzandbij, Sierlijke Wespbij, Tuinmaskerbij, Zwartbronzen Houtmetselbij, Zwartsprietwespbij, Grote Bloedbij, , Kortsprietwespbij, Matglanswespbij, Klimopbij, Gewone Slobkousbij, Bruine Slobkousbij, Honingbij.

Groeit op braakliggende terreinen, op steenslag, op bouwland en soms aan oevers en in lichte loofbossen, steeds op een tamelijk vochtige, niet zure, voedselrijke bodem. Door vorming van wortelknoppen aan de wortelstok, die tot 1,5 m diep kan gaan, kan de plant zich snel vermeerderen. De paarse bloemen trekken bijen en vlinders aan. Het pluis van de Akkerdistel bevat slechts voor ongeveer 20 % zaad en verspreidt zich tot slechts maximaal 50 m van de moederplant. In veel agrarische gebieden zal deze plant één van de weinige voor bijen geschikte bloeiende planten zijn die men kan aantreffen. Distels zijn in de zomer belangrijke waardplanten op vochtige en meer verruigde stukken. Hommels komen massaal op deze planten af. Het zijn goede nectar- en stuifmeelplanten voor hommels. De nectar is ook bereikbaar voor insecten met een korte tong. Het is een waard- en nectarplant voor de Distelvlinder en ook een vaak bezochte nectarplant voor andere dagvlinders.  

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Akkerklokje - Campanula rapunculoides (klokjesfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Klokjesdikpoot, Grote Klokjesbij, Kleine Klokjesbij, zandbijen, groefbijen, Honingbij.

Bloeit met paarsachtige klokvormige bloemen die in trossen staan. Deze soort heeft ook een wortelstok. Ze groeit op een niet te voedselarme bodem aan heggen, langs wegen en op bouwland. De plant wordt ook in tuinen gekweekt en verwildert gemakkelijk.

Bloeit van juni tot augustus; vaste plant.


Akkerkool – Lapsana communis (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel, Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Roodpotige Groefbij, Biggenkruidgroefbij, Gewone Franjegroefbij, Gewone Geurgroefbij, Langkopsmaragdgroefbij, Matte Bandgroefbij, Grote Bladsnijder, Tuinbladsnijder, Tweekleurige Zandbij, Gewone Dwergzandbij, Gewone Maskerbij, Tuinmaskerbij.

Groeit in lichte loofbossen, bosranden, ruigten, heggen en ruderale plaatsen op een humeuze, vochtige en niet-zure klei- of zandbodem. De plant vermeerdert zich snel via de zaadjes. De bloemen worden druk bezocht door bijen, zweefvliegen en vlinders.

Bloeit van juni tot september; éénjarige plant.


Akkermelkdistel – Sonchus arvensis (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Roodbruine Groefbij, Gewone Geurgroefbij, Roodpotige Groefbij, Schorzijdebij, Grasbij, Tuinbladsnijder, Kleine Klokjesbij, Pluimvoetbij, Tronkenbij, Honingbij.

Groeit vooral op een vochtige, voedselrijke en meestal omgewerkte grond. We vinden deze soort langs waterkanten en op akkers, vaak tussen grassen. De bloemen openen zich een paar uur na zonsopgang en sluiten zich weer ’s middags. De kroonbuis is lang, maar de nectar stijgt in de buis zodat ook Honingbijen de nectar kunnen puren. Meer dan 50 verschillende insectensoorten voeden zich met een of ander deel van deze plant.

Bloeit van juni tot de eerste vorst; vaste plant.


Akkermunt – Mentha arvensis (lipbloemigen)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Boshommel.

Komt algemeen voor in greppels, langs sloten in natte weilanden, op natte akkers en in natte bosranden. De plant bloeit met rozeachtige lipbloemen in bundels of schijnkransen en verspreidt een sterke muntgeur. De bloemen zitten aan de voet van brede, behaarde bladeren.

Bloeit van juli tot de eerste vorst; vaste plant.


Akkerwinde – Convolvulus arvensis (windefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grasbij, Tweekleurige Zandbij, Breedrandzandbij, Matte Bandgroefbij, Langkopsmaragdgroefbij, Biggenkruidgroefbij, Lichte Bloedbij.

Is een zeer algemene plant van akkers en tuinen. Ze komt voor op allerlei door de mens verstoorde plaatsen. Ze groeit in stikstofrijke droge milieus, meestal in de volle zon. Deze plant wordt ook vaak in spoorwegbermen aangetroffen. Elk stukje van de ondergrondse uitlopers kan tot een nieuwe plant uitgroeien. De plant kan zich vlak over de grond uitspreiden of rond halmen of stengels van andere planten winden. De bloemen worden graag bezocht door hommels die de nectar vinden dankzij een geurmerk dat zich in de bloemen bevindt. De nectar bevindt zich rond de voet van het vruchtbeginsel. De bloemen zijn slechts 1 dag open en sluiten bij slecht weer. Behalve nectar verzamelen de bloembezoekende bijen ook het stuifmeel, dat een grijze kleur heeft. Het is ook één van de waardplanten van de vlinders Windepijlstaart en Sneeuwwitte Vedermot.

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Asperge – Asparagus officinalis  (aspergefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Zesvlekkige Groefbij, Honingbij.

roeit in tuinen en dan vooral moestuinen, van waaruit ze vaak verwildert op losse zandgrond. De plant valt op door het fijn, helder groen in perken met struiken. Tussen de struiken staan ze beschermd tegen spuiten en schoffelen. Het is een goede bijenplant.

Bloeit van mei tot juli; vaste plant.


Basterdklaver – Trifolium hybridum (vlinderbloemigen)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Groeit op voedselrijke bodems in min of meer open, grazige vegetaties en open plekken in bermen en grasvelden, op dijken, taluds en braakliggende terreinen.

Bloeit van mei tot september, vaste plant.


Beemdkroon – Knautia arvensis  (kamperfoeliefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Grote Tuinhommel, Donkere Tuinhommel, Gewone Koekoekshommel, Rode Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door Knautiabij (gespecialiseerd op Beemdkroon), Knautiawespbij, Bonte Viltbij, Breedbandgroefbij, Geelgerande Tubebij, Lichte Bloedbij, Pantserbloedbij, Zwartsprietwespbij, Pluimvoetbij, Blauwzwarte Houtbij, Honingbij.

De Beemdkroon groeit op kalkrijke grond, maar deze plant wordt meer en meer teruggedrongen als gevolg van verruiging van de vegetatie door afgenomen beheerintensiteit en intensivering van het landgebruik, vooral in de agrarische gebieden. Bij verruiging kan Beemdkroon nog geruime tijd standhouden, maar zal zij uiteindelijk verdwijnen, omdat voor de kieming open plekjes nodig zijn. Op schrale (kalk)graslanden bestaat het gevaar dat het verschralingsbeheer juist te ver wordt doorgevoerd. In deze terreinen groeit Beemdkroon soms alleen nog langs de onderrand, waar de bodem vaak wat rijker is aan nutriënten dan op de graslanden zelf. Ook een ongunstig maaibeheer vormt een serieuze bedreiging. Bij maaien tijdens de vliegtijd van de Knautiabij komt een abrupt einde aan de voedselvoorziening, wat direct het aantal nakomelingen beïnvloedt. De vrouwtjes overbruggen niet graag stukken land waar ze geen Beemdkroon zien. Een kleine populatie van deze bijensoort heeft al gauw 50 bloeiende waardplanten (350 bloemen) nodig, die maximaal 500 m van elkaar staan. De waardplanten moeten effectief in bloei raken, dus een aangepast maaibeheer zal noodzakelijk zijn. Het inzaaien van deze bloemen in groenperken in stedelijke gebieden zou voor deze soort welkom zijn. De nectar is gemakkelijk bereikbaar voor insecten met een korte tong. Hommels verzamelen zowel nectar als stuifmeel. Het stuifmeel heeft een oranjerode kleur.

Bloeit van juni tot oktober; vaste plant.


Beemdooievaarsbek – Geranium pratense (ooievaarsbekfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel, Boomhommel, Tuinhommel, Weidehommel, Steenhommel, Veldhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Tweekleurige Zandbij, Gewone Kegelbij, Gewone Maskerbij, Ranonkelbij, Pantserbloedbij.

Groeit op bemeste weilanden, in grazige bermen op matig vochtige en kalkhoudende zandige klei. Hier en daar verwildert de plant uit tuinen, al wordt ze niet zo veel meer gekweekt. De vruchten zijn lange, gesnavelde kluisvruchtjes. Het is een goede bijenplant. In steden vindt men de plant vooral langs spoorlijnen. Deze plant moet het voor de bestuiving vooral van hommels en Honingbijen hebben. Bijen verzamelen zowel nectar als stuifmeel op de bloemen. Het is een goede nectarplant voor vlinders. Het is een geschikte plant voor openbare plantsoenen.

Bloeit van begin mei tot eind augustus; vaste plant.


Beklierde Duizendknoop – Persicaria lapathifolia  (duizendknoopfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Groeit op bouwland, vochtige veengrond, langs rivieren, in omgewerkte bermen op een open, meestal vochtige en voedselrijke bodem. De plant bloeit met roze-witte bloempjes die in aren staan. De plant vormt door haar late bloei, rijkelijk voorkomen en nectarproductie een waardevolle nectarbron voor bijen.

Bloeit van juni tot de eerste vorst; éénjarige plant.


Bermooievaarsbek – Geranium pyrenaicum  (ooievaarsbekfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Ranonkelbij, Pantserbloedbij, Ereprijszandbij, Gewone Dwergzandbij, Parkbronsgroefbij, Gewone Geurgroefbij.

Deze plant groeit in vochtige en voedselrijke bermen.

Bloeit van april tot september; vaste plant


Bernagie (Komkommerkruid) – Borago officinalis (ruwbladigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Tuinbladsnijder, Lapse Behangersbij, Honingbij.

De blauwe bloemen produceren zeer veel nectar. De zaden worden vooral door mieren verspreid. De zaailingen kiemen al in de nazomer, verdragen veel vorst en bloeien al in mei. Het is een goede bijenplant. De bijen bezoeken de plant vooral voor de nectar. Het is ook een goede stuifmeelplant voor hommels. Deze soort wordt vaak ingezaaid.

Bloeit van begin mei tot eind augustus (soms september); eenjarige plant.


Betonie – Stachys officinalis (lipbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Tuinhommel, Akkerhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Kattenkruidbij, Grote Wolbij, Andoornbij.

Is een zeldzame plant met paarsachtige of roze lipbloemen, die bloeien van juni tot augustus. De bladeren zijn langwerpig. Deze soort groeit in lichte bossen, op droge, grazige hellingen en in heggen op minstens tijdelijk vochtige grond. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels.

Bloeit van juni tot augustus; vaste plant.


Bezemkruiskruid – Senecio inaequidens (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Kleine Roetbij, Tronkenbij, Wormkruidbij, Duinzijdebij, Zwartsprietwespbij, Gewone Viltbij, Heideviltbij, groefbijen, Kruiskruidzandbij.

Is een courante stadsplant. Het is een adventiefplant, die sinds de jaren 1970 bij ons ingeburgerd is. Deze soort vinden we tegenwoordig soms massaal langs waterwegen, op middenbermen van autowegen, langs spoorwegen op spoorwegemplacementen, en vaak op andere stenige plaatsen zoals parkeerplaatsen en op muren en daken. Deze plant houdt van een matig voedselrijke bodem. Bezemkruiskruid komt van nature voor op droge grindbanken. Om die reden voelt deze plant zich ook thuis op spoorwegterreinen, tussen straatstenen en stoeptegels en op muren, basaltglooiingen en bouwterreinen. De plant zorgt met de gele bloemen nog voor kleur als er al veel andere bloemplanten zijn uitgebloeid. Vanuit de verstedelijkte gebieden wist deze plant ook al natuurgebieden te bereiken. Een groot pluspunt voor bijen is de lange bloeitijd. Bijen verzamelen bezoeken de bloemen zowel voor de nectar als het stuifmeel. De stuifmeelklompjes zijn okergeel. Deze plant wordt ook door dagvlinders bezocht. Ook een zweefvlieg, namelijk de Blinde Bij, komt vaak op de bloemen af. Ook solitaire planten worden druk door bijen bezocht.

Bloeit van juni tot in december; vaste plant.


Bieslook – Allium schoenoprasum (narcisfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel, Tuinhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Tuinmaskerbij 

Is een plant die groeit op open, 's winters overstroomde rivieroevers en soms verwildert op grazige, vaak beschaduwde plaatsen in de buurt van vroegere behuizingen. Men vindt de plant ook hier en daar aan wegranden, op verkeerspleinen en op daken. De paarse bloemen zijn talrijk en bijen bezoeken ze graag in de voorzomer. De plant is winterhard, maar vriest bij matige vorst wel bovengronds af.

Bloeit van begin juni tot eind augustus; vaste plant.


Bitterzoet – Solanum dulcamara  (nachtschadefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Veenhommel, Weidehommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Groeit in uiteenlopende biotopen zoals in rietkragen, tussen heggen, op vochtige puinplaatsen, in vochtige bosranden en ook in duinen. Meestal groeit de plant op een open, voedselrijke bodem met een omgewerkte bovenlaag. Het is een stikstofindicator. Deze plant wordt tot 2 m hoog. De bloemen zijn blauwviolet gekleurd. De kroonbladeren zijn teruggeslagen en de gele meeldraden zijn tot een kegel vergroeid. De bloemen worden zeer regelmatig en soms druk door hommels bezocht. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels. De hommels komen via de “buzzing pollination” aan het stuifmeel. De plant levert geen nectar. Deze plant is één van de waardplanten van de Doodshoofdvlinder. Op Bitterzoet leven fytofage kevers van het geslacht Psylliodes. Deze kevers vreten gaten in de bladeren en de stengels. Uit de wonden die op deze wijze ontstaan, kunnen suikerdruppels worden afgescheiden door de plant. De randen van deze wonden alsook de druppels worden soms bezocht door foeragerende mieren en lieveheersbeestjes.

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Blaassilene – Silene vulgaris  (anjerfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Late Hommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Is een zeldzame plant die groeit op een matig voedselrijke, droge zand-, klei- en leemgrond, zoals op schrale graslanden, stenige bodems, wegbermen, lichte bossen en zelfs op het strand. De plant wordt 15 tot 50 cm hoog. De hangende bloemen hebben een (opgeblazen) eivormige gele tot paarsachtig geaderde witachtige bloemkelk. De bloemen zijn dag en nacht open. De plant heeft een kaal uitzicht en draagt een blauwgroene zweem. Het is een pionierssoort die tot 1 m diep kan wortelen. Het is een waardevolle veevoederplant. Deze plant bevordert mogelijks de melkproductie van koeien. De bloemen worden druk bezocht door bijen en nachtvlinders. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels. Bij schemering verspreiden de bloemen een aangename klaverachtige geur. De plant zou goed groeien op zinkhoudende bodems.

Bloeit van mei tot september; vaste plant.


Blauwe Knoop – Succisa pratensis  (kamperfoeliefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Heidehommel, Zandhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij. 

Is een achteruitgaande plant die groeit in grazige vegetaties op vochtige tot vrij droge voedselarme tot matig voedselrijke; zwak zure bodems, vooral in blauwgraslanden, overgangszones tussen heide en grasland, langs beken en op zandruggen in veenmoerassen. De kieming gebeurt vooral op open plaatsen. De plant wordt 20 tot 40 cm hoog. Ze bloeit met blauwe bloemen, die gegroepeerd staan in hoofdjes van 2 tot 3 cm breed met 50 tot 80 bloempjes, die allemaal even groot zijn. Hommels, maar ook vlinders, kevers en verschillende soorten zweefvliegen zijn dol op de nectar die de bloemen produceren. De plant gaat achteruit door het verlies van geschikte standplaatsen. In veel gebieden wordt de waterstand kunstmatig laag gehouden en daar heeft de plant last van de verdroging.   

Bloeit van juli tot oktober; vaste plant.


Blauwe Zeedistel - Eryngium maritimum  (schermbloemigen)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Zilveren Fluitje, Grote Bloedbij, Wormkruidbij, groefbijen, zijdebijen.

Is een eerder zeldzame plant in Vlaanderen. Het is een soort die voorkomt op open, min of meer stuivend, kalkrijk duinzand en dus vooral voorkomt in het kustgebied. De plant is vaak voor haar voedsel aangewezen op afbraakproducten van vloedmerkplanten en aangespoeld organisch materiaal. Hij bloeit met wit-blauwe bloemen die in kogelvormige hoofdjes staan. De bladeren hebben stekelige punten. De soort wordt bedreigd door de recreatiedruk en door het vastleggen van de duinen met onder meer Helm. Deze plant is als nectarplant bijzonder in trek bij bijen, maar ook bij vlinders zoals de Dagpauwoog en de Kleine Parelmoervlinder. Ook op plaatsen waar er massaal andere goede bijenplanten voorkomen, worden de bloemen van deze soort bezocht. Ook de Harkwesp bezoekt graag deze plant voor de nectar. 

Bloeit van juni tot augustus; tweejarige of vaste plant.


Boekweit – Fagopyrum esculentum  (duizendknoopfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Slaat hier en daar in de steden op en blijft wel enige tijd standhouden, bijvoorbeeld in omgewerkte bermen. Deze plant wordt nog sporadisch als landbouwgewas gekweekt, steekt soms in vogelvoer en wordt ook soms uitgezaaid als nectarplant. Het is een goede bijendrachtplant. De bloemen worden vooral door Honingbijen bezocht voor het stuifmeel en de nectar, maar ook hommels worden op de plant gezien. De bloemen bloeien slechts 1 dag. Ze openen zich ’s morgens vroeg en gaan na de middag weer dicht. Boekweit is ook een vogelvriendelijke plant. Zaadetende vogels dragen bij tot de zaadverspreiding.

Bloeit van juni tot augustus; éénjarige plant.


Boerenwormkruid – Tanacetum officinale  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Blokhoofdgroefbij, Brilmaskerbij, Gewone Maskerbij, Gewone Viltbij, Grasbij, Kruiskruidzandbij, Duinzijdebij, Roodpotige groefbij, Slanke Groefbij, Tronkenbij, Tuinmaskerbij, Witkopdwergzandbij, Zuidelijke Zijdebij, Wormkruidbij, Geelgerande Tubebij, Honingbij.

Is een geschikte plant voor openbare plantsoenen. Is een algemene plant met de bekende bolvormige hoofdjes van gele buisbloemen. De plant groeit het best op zandige plaatsen in wegbermen en ruigten, langs rivieroevers en op industrieterreinen, telkens op een stikstofhoudende bodem. Het Boerenwormkruid bevat stoffen die giftig zijn voor bepaalde ongewervelden (wormen, parasieten) en werd daarom vroeger vaak gebruikt als ligstro gebruikt in veestallen. Ze wordt toch vaak bezocht door insecten, onder meer door de Wormkruidbij. Insecten worden vooral gelokt door de geur; zowel de bladeren als de bloemen verspreiden door de aanwezigheid van etherische oliën geurstoffen. Het is een goede bijenplant. De bijen bezoeken de bloemen zowel voor de nectar als het stuifmeel. De stuifmeelklompjes zijn oranje. Vaak worden in de bloemen gallen gevormd door de Boerenwormkruidgalmug. Op deze plant vinden we vaak het Wormkruidhaantje. Het is een goede nectarplant voor dagvlinders. Het is een waardplant van de Kommawortelmot.

Bloeit van juli tot september; vaste plant.


Bont Kroonkruid – Securigera varia  (vlinderbloemenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grote Wolbij, Lathyrusbij, Honingbij, Grote Bladsnijder, Tuinbladsnijder, Blauwe Metselbij.

Wordt hier en daar in steden ingezaaid. Men kan de plant vinden op ruige terreinen en kerkhoven. Ze komt vooral voor op matig vochtige, kalkrijke grond langs wegen, op dijkhellingen en langs spoorwegen, ook in duinen. Het is een belangrijke waardplant voor de Zuidelijke Luzernevlinder.

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Bosaardbei – Fragaria vesca  (rozenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Witkopdwergzandbij, Lichte Bloedbij.

Groeit op lichte plekken in vochtige bossen, in bosranden, op kapvlakten,  in kreupelhout, op droge weiden en op dijken. Bloeit met witte bloemen, die uitgroeien tot zoete vruchtjes. De bloemen leveren stuifmeel en nectar. Het is één van de waardplanten van de Aardbeivlinder en van de Lepelmot.

Bloeit van april tot juli; vaste plant.


Bosandoorn – Stachys sylvatica  (lipbloemigen)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel, Tuinhommel, Grote Tuinhommel, Donkere Tuinhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Andoornbij, Blauwe Metselbij, Grote Wolbij.

Groeit in loofbossen en heggenranden op een voedselrijke en vochtige lichte grond. De plant wordt ook vaak aangeplant in wilde tuinen. Het is één van de waardplanten van de Brandnetelmot. De bloemen zijn zeer in trek bij kleinere bijen. Het is een belangrijke stuifmeelplant voor de Andoornbij en een goede stuifmeelplant voor hommels.

Bloeit van juni tot augustus; vaste plant.


Boshavikskruid – Hieracium subaudum (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Lichte Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Bleekvlekwespbij, Grote Roetbij, Kauwende Metselbij, Kleine Roetbij, Matglanswespbij, Pluimvoetbij.

Groeit in lichte loofbossen, in houtwallen, in beschaduwde bermen, maar ook langs beekoevers en slootkanten. We vinden de plant op een voedselrijke, kalkarme en niet te zure bodem. De plant bloeit met gele bloemen die in hoofdjes staan. De bladeren zijn lancetvormig.

Bloeit van augustus tot oktober; vaste plant.


Boslathyrus – Lathyrus sylvestris  (vlinderbloemigen)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door bijen: Lathyrusbij, Gewone Langhoornbij, Tuinbladsnijder.

Groeit in bosranden, houtwallen, wegbermen, duinen en op stortterreinen, op een lemige grond die droog en kalkhoudend is. Deze plant bloeit met trossen van rode-roze vlinderbloemen.

Bloeit van juni tot augustus; vaste plant.


Bosvergeet-mij-nietje – Myosotis sylvatica  (ruwbladigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij, Rosse Metselbij.

Groeit op bosrijke heuvels. Vaak groeit het in linten langs bosranden en spoorwegen. Op andere plaatsen is het verwilderd uit tuinen. Het plantje bloeit met blauw-gele bloemen die in schichten staan. De bloei is reeds voorbij als hogere planten haar beschaduwen.

Bloeit van mei tot juli; één- of tweejarige plant.


Brede Lathyrus – Lathyrus latifolius  (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel, Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Wikkebij, Lathyrusbij, Driedoornige Metselbij, Blauwzwarte Houtbij.

Is een courante stadsplant die groeit in bermen, heggen, struwelen, bosranden, langs spoorwegen, op spoorwegemplacementen, in zeeduinen, op dijken, in grazige ruigten, op braakliggende grond en tegen hekwerken. Het is een goede bijenplant. Hommels breken vaak in bij deze plant om via bijtgaatjes in de bloemen aan de nectar te komen.

Bloeit van begin juli tot eind september; vaste plant.


Breed Klokje – Campanula latifolia   (klokjesfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grote Klokjesbij, Kleine Klokjesbij, Klokjesdikpoot, Tweekleurige Zandbij, Tweelobbige Wolbij, Gewone Maskerbij.

Bloeit van begin mei tot eind augustus; vaste plant.


Canadese Guldenroede - Solidago canadensis  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Veldhommel, Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Breedbandgroefbij, Gewone Maskerbij, Zuidelijke Zijdebij, Donkere Wespbij, Klimopbij (nectar), Kleine Spitstandbloedbij, Grote Spitstandbloedbij.

Deze plant komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika, verwilderde uit tuinen en is ondertussen een ingeburgerde soort geworden op vochtige, door de mens verstoorde plaatsen, zoals in wegbermen en langs spoorwegen en rivieren, op stortplaatsen en industrieterreinen. De bestuiving van de gele bloemen gebeurt vooral door vliegen. Het is een goede bijenplant. De bloemen hebben een korte kroonbuis. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels die van ’s morgens vroeg tot ‘s avonds stuifmeel op de bloemen kunnen verzamelen. De stuifmeelklompjes zijn oranje. De bloemen worden ook druk bezocht voor de nectar. Het is een nectarplant voor dagvlinders en zweefvliegen.

Bloeit in augustus en september; vaste plant.


Citroengele Honingklaver – Melilotus officinalis (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Steenhommel, Late Hommel, Boshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Klimopbij (nectar), Klaverdikpoot, Bremzandbij, Grasbij, Bosbloedbij, Luzernebehangersbij, Pantserbloedbij.

Ook Akkerhoningklaver genoemd;  groeit op een stenige, onvruchtbare kalkhoudende grond in ruigten op zand of klei. Men vindt deze goede bijenplant vooral langs spoorwegbermen. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels. De plant bevat ook veel nectar, die door bijen goed te bereiken is. Deze soort heeft een lange bloeitijd en is daarom zeer belangrijk voor de bijen.  

Bloeit van mei tot oktober; tweejarige plant.


Dagkoekoeksbloem – Silene dioica (anjerfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Viltvlekzandbij, Gewone Dwergzandbij, Gewone Sachembij, groefbijen.

Is een nog algemeen voorkomende plant van vochtige groeiplaatsen. De plant gedijt best in de halfschaduw, op een tamelijk voedselrijke en vochtige bodem. We vinden haar in lichte loofbossen en slootkanten. Ze wordt soms in tuinen aangeplant. De rode bloemen zijn geurloos, maar een lichtsignaal op de bloemen zelf trekt hommels en dagvlinders aan, die instaan voor de bestuiving. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels.

Bloeit van april tot oktober; tweejarige of vaste plant.


Daslook – Allium ursinum  (narcisfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Geriemde Zandbij, Roodzwarte Dubbeltand, Viltvlekzandbij, Tweekleurige Zandbij, Witbaardzandbij, Rosse Metselbij, groefbijen.

Is een niet zo algemene plant, maar vormt plaatselijk wel vaak grote bestanden waarbij ze soms andere planten verdringt. Ze komt voor op een voedselrijke, luchtige en vochtige bodem in de schaduw in bossen en tussen struikgewas. In stadsparken met een oud-bosgedeelte kan deze soort voorkomen. Deze plant wordt bezocht voor stuifmeel en nectar. De nectar is gemakkelijk te bereiken door de hommels. 

Bloeit in april en mei; vaste plant.


Dicht Havikskruid – Hieracium vulgatum  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Boomhommel, Lichte Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grote Roetbij, Kauwende Metselbij, Kleine Roetbij, Pluimvoetbij, Bleekvlekwespbij, Matglanswespbij.

Ook Gewoon Havikskruid genoemd; groeit op lichte plekken in bossen, in houtwallen, in wegbermen, op schraallanden en heiden, soms op muren. We vinden de plant op een droge, niet te voedselrijke bodem op een matig beschaduwde plaats. De plant bloeit met gele bloemen die in hoofdjes staan. Deze plant is een zeldzame soort die het de laatste jaren relatief goed doet in het stedelijk gebied.

Bloeit in juni en juli; vaste plant. 


Dolle Kervel – Chaerophyllum temulum (schermbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Goudpootzandbij, Fluitenkruidbij, Asbij, Roodgatje, Tweekleurige Zandbij, Viltvlekzandbij, Witkopdwergzandbij, Zwartbronzen Zandbij, Breedkaakgroefbij, Gewone Franjegroefbij, Gewone Geurgroefbij, Langkopsmaragdgroefbij, Roodpotige Groefbij, Gehoornde Maskerbij, Gewone Maskerbij, Kleine Tuinmaskerbij, Honingbij.

Groeit in heggen, beschaduwde wegbermen en beekdalbossen op een losse, humeuze, matig vochtige en min of meer voedselrijke grond. Deze voor de mens giftige plant draagt van mei tot juli witte bloemen in meervoudige schermen. De stengel is behaard en purperrood gevlekt.

Bloeit van mei tot juli; tweejarige plant.


Donderkruid – Inula conyzae  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Tronkenbij, groefbijen.

Groeit op zonnige tot licht beschaduwde plaatsen, die niet te dicht begroeid zijn, op een droge kalk- en stikstofrijke zandige of steenachtige grond. Deze plant bloeit met bruin-gele bloempjes die in hoofdjes staan. De bladeren zijn langwerpig.

Bloeit van juli tot oktober; tweejarige plant.


Dotterbloem – Caltha palustris  (ranonkelfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Zwart-rosse Zandbij (nectar), Honingbij

Groeit op zeer vochtige of natte plaatsen in weilanden, greppels en bosjes. Bij regen blijven de bloemen open en vullen ze zich met water. Via dit regenwater wordt het stuifmeel op de stempels gebracht. Men noemt dit regenbestuiving. Ook de bezoekende insecten zorgen voor de bestuiving. De helgele bloemen worden voor de nectar en het stuifmeel bezocht door kevers, veel vliegensoorten, bijen en vlinders. Het stuifmeel bevindt zich op meer dan 100 meeldraden die in een aantal kransen staan. De nectar komt vrij op de zijkanten van de vruchtbeginsels. Hetis een geliefde tuin- en parkplant, die veel wordt aangeplant en ook weer verwildert.

Bloeit in april en mei; vaste plant.


Duifkruid – Scabiosa columbaria  (kamperfoeliefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Steenhommel, Akkerhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Knautiabij, Breedbandgroefbij, Roodbruine Groefbij, Pluimvoetbij.

Groeit op matig vochtige, voedselarme en kalkrijke bodem, zoals in extensief beweide graslanden, wegbermen en op drogere plaatsen in veengebieden. Ze komt vaker voor op hellingen dan op vlakke terreinen. De bloemen zijn 5-slippig en vormen hoofdjes van 3,5 cm breed. De zaden worden door de wind verspreid. DE plant wordt door de vermesting verdrongen door andere soorten. De plant ontkiemt moeilijk op een gesloten grasmat. Behalve door hommels wordt deze plant ook door zweefvliegen en vlinders bezocht. Hommels steken de tong in de bloem om nectar te zuigen. Daarbij worden de uitstekende meeldraden aangeraakt. De hele onderkant van de hommel kan met stuifmeel bezet zijn. Bij het bezoek aan een vrouwelijk bloemhoofdje waarvan de stempels uitsteken wordt het stuifmeel afgezet. De hommels verzamelen het stuifmeel van deze plant niet in de korfjes; ze gebruiken deze plant alleen als nectarbron.

Bloeit van juni tot oktober; vaste plant.


Echt Bitterkruid – Picris hieracioides  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Blauwe Ertsbij, Breedbandgroefbij, Kauwende Metselbij, Pluimvoetbij, Schermbloemzandbij, Kleine Roetbij, Grote Roetbij, Tronkenbij, Kruiskruidzandbij, Gewone Behangersbij, Tuinbladsnijder, Matte Bandgroefbij, Gewone Geurgroefbij, Biggenkruidgroefbij, Zwartbronzen Houtmetselbij, Honingbij.

Groeit op zonnige, kalkhoudende zand- en kleigrond op rivierdijken, in wegbermen, op schrale graslanden, op krijthellingen en in zoomvegetaties in de duinen. Deze forse composiet bloeit van juli tot september met gele lintvormige bloemen die in hoofdjes staan. De bladeren zijn lancetvormig. De vruchten zijn dopvruchtjes.

Bloeit van juli tot september; tweejarige plant.


Echte guldenroede – Solidago virgaurea  (composieten)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Wormkruidbij, Donkere Wespbij, Tronkenbij, Kruiskruidzandbij, Gewone Geurgroefbij, Honingbij.

Groeit op een eerder droge, voedselarme, meestal zandige bodem in lichte loofbossen, bosranden, heidegebieden en ruigten. De soort groeit op een eerder matig verterende strooisellaag. De plant bloeit met hoofdjes van gele bloemen. De bladeren zijn langwerpig. De plant vormt geen uitlopers. De vermeerdering gebeurt hoofdzakelijk via het zaad. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels.

Bloeit van juli tot de eerste vorst; vaste plant.


Echte kamille – Matricaria chamomilla  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Groepjesgroefbij, Tronkenbij, Wormkruidbij, Gewone Maskerbij, Matte Bandgroefbij, bloedbijen.

Deze plant houdt van een voedselrijke bodem, die niet te droog mag zijn. We vinden ze op stortplaatsen, op braakliggende terreinen, op bouwland, in ruigten en in wegbermen. Op deze plant kan de Kamillevlinder de eitjes afzetten. 

Bloeit van mei tot oktober; éénjarige plant.  


Echte koekoeksbloem – Silene flos-cuculi  (anjerfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Weidehommel, Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Tweekleurige Zandbij, Rosse Metselbij, Bruine Rouwbij, groefbijen.

Groeit in vochtige weiden, moerassen, vochtige bossen en bossen en duinvalleien. De plant bloeit met roze bloemen. De bestuiving gebeurt vooral door dagvlinders. Op deze plant vindt men vaak de schuimvlokken van het Schuimbeestje. Het is dé indicator voor bloemrijke graslanden. Het is een goede nectar- en stuifmeelplant voor bijen. Het is tevens een vaakbezochte nectarplant voor dagvlinders.

Bloeit van mei tot juli; tweejarige plant.


Echte Valeriaan – Valeriana officinalis  (kamperfoeliefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Vierkleurige Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Sporkehoutzandbij, Vierbandgroefbij, Tuinbladsnijder, Honingbij.

Groeit aan het water en op vochtige bos- en weidegrond. De bodem mag niet te zuur zijn. De bloemen worden druk bezocht door hommels en andere bijen, vliegen en kevers. De hommels zijn soms geheel met stuifmeel bepoederd.  Het is de waardplant van de Valeriaandwergspanner (vlinder). Deze plant trekt ook heel wat dagvlinders aan voor de nectar.

Bloeit van juni tot augustus; vaste plant.


Engels Gras – Armeria maritima  (strandkruidfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: groefbijen, Honingbij.

Houdt van een zoute bodem en komt vrijwel alleen voor in het kustgebied, op hoge schorren en contactsituaties tussen zout en zoet water. Men vindt deze plant soms langs wegen waar in de winter met zout werd gestrooid. Deze plant kan immers door middel van zweetklieren zout opzweten en kan hierdoor op plaatsen met hoge zoutconcentraties overleven. De soort komt ook voor in de omgeving van (vroegere) metaalfabrieken en op wegbermen van wegen waar zinkafval in de fundering verwerkt is. In tuinen worden veelal variëteiten met grotere bloemen gekweekt. De roze bloemhoofdjes die op een lange stengel staan trekken vooral Honingbijen aan. Ook hommels bezoeken graag deze plant voor stuifmeel en nectar. 

Bloeit van mei tot september; vaste plant.


Fluitenkruid – Anthriscus sylvestris  (schermbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Fluitenkruidbij, Asbij, Gewone Dwergzandbij, Goudpootzandbij, Grasbij, Meidoornzandbij, Roodgatje, Variabele Zandbij, Viltvlekzandbij, Witbaardzandbij, Zwartbronzen Zandbij, Kleine Lookmaskerbij, Roodpotige Groefbij, Berijpte Geurgroefbij, Gewone Geurgroefbij, Ingesnoerde Groefbij, Langkopsmaragdgroefbij, Donkere Wespbij, Gewone Dubbeltand, Gewone Dwergbloedbij, Gewone Kleine Wespbij, Gewone Wespbij, Roodharige Wespbij, Sierlijke Wespbij en Witkopdwergzandbij.

Is een zeer algemene plant die voorkomt op vochtige, voedselrijke grond in graslanden en loofbossen, vooral in bermen en op dijken. De plant bloeit in het tweede jaar, waarna het bloeiende deel afsterft. Aan de voet zijn dan al nieuwe planten gevormd, zodat de plant telkens op dezelfde plaats terugkomt. Het is de eerste schermbloemige die in de lente bloeit. De zeer zeldzame Langsprietwespbij kent een parasitaire levenswijze op de Fluitenkruidbij. Deze laatste is gespecialiseerd in het verzamelen van stuifmeel van schermbloemigen zoals Fluitenkruid.

Bloeit van april tot augustus; vaste plant.


Gekroesde Melkdistel – Sonchus asper  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Pluimvoetbij.

We vinden deze plant vooral in akkerland, ruigten en op puin en afvalplaatsen op een tamelijk vochtige, voedselrijke grond. De plant wordt 30 tot 60 cm hoog en bloeit met gele lintbloemen die in hoofdjes staan.

Bloeit van juni tot november; éénjarige plant.


Gele Ganzenbloem – Glebionis segetum  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Tronkenbij (vooral), Wormkruidbij, Tuinbladsnijder, Tweekleurige Zandbij, Kruiskruidzandbij, Geelgerande Tubebij, Roodpotige Groefbij, Gewone Geurgroefbij, Grote Wolbij, wespbijen.

De Gele Ganzenbloem is een tuinplant die – op voorwaarde dat de plant verschillende jaren na elkaar wordt uitgezaaid – verschillende bijen aantrekt. 

Bloeit van juni tot september – éénjarige plant.


Gele Helmbloem – Pseudofumaria lutea  (papaverfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gehoornde Metselbij.

Is een plant die men veel verwilderd aantreft in stedelijke gebieden, onder meer op oude stadsmuren, ruïnes, kademuren, in spleten van muren en op rotsen, vooral op plaatsen waar de luchtvochtigheid voldoende hoog blijft. De Gele Helmbloem wordt vaak aangeplant in tuinen vanwege haar lange bloeitijd. De gele gespoorde bloemen bloeien in trossen. De zaden worden verspreid door mieren. Deze soort is gevoelig voor het verdwijnen of restauratiewerken van oude muren en andere groeiplaatsen en het gebruik van bestrijdingsmiddelen. De zwarte zaden hebben een wit getand aanhangseltje (mierenbroodje). Veel zaden worden door mieren naar de groeiplaatsen gebracht. 

Bloeit van mei tot de eerste vorst; vaste plant.


Gele Lis – Iris pseudacorus  (lissenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Grote Tuinhommel, Tuinhommel.

Groeit aan waterkanten, in moerassen, in ondiep water van plassen en kanalen met een zwakke stroming. Het is een verlandingssoort van droogvallende plassen of poelen. Deze plant, die tot 1 m hoog kan worden, komt zowel voor in tijdelijk als blijvend ondiep water en heeft een voorkeur voor matig verrijkte bodems. De soort wordt veel aangeplant in vijvers. De schijfvormige zaden worden door de wind en door het water verspreid. Ze zijn voorzien van luchtzakjes. Alleen insecten met een lange zuigtong zoals hommels en zweefvliegen kunnen de honing van de grote gele bloemen bereiken en zorgen voor de bestuiving. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels. Het is één van de waardplanten van het Goudvenstertje (vlinder).

Bloeit van april tot juni; vaste plant.


Gele Plomp – Nuphar lutea  (waterleliefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Groeit in stilstaande en traag stromende wateren. Deze waterplant bloeit met tot 4 cm brede gele bloemen. Deze bloemen worden vooral bezocht door hommels, vliegen en kevers. Deze worden aangetrokken door de sterk naar alcohol ruikende bloemen en zorgen voor de bestuiving. Voor de nectar moeten de hommels tussen de kelkbladeren en de veel kleinere kroonbladeren zijn. De nectariën bevinden zich op de buitenzijde van de kroonbladeren.  

Bloeit van mei tot augustus; vaste plant.


Gele Waterkers – Rorippa amphibia  (kruisbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: zandbijen, Honingbij.

Is een plant met gele stervormige bloemen, die bloeien van mei tot juni in trossen. De bladeren zijn lancetvormig of veervormig ingesneden. De plant heeft een wortelstok. Deze soort groeit in of aan sloten en plassen, aan rivieroevers, in vegetaties van hoge gras- en zeggesoorten op voedselrijke gronden, die het grootste deel van de zomer onder water staat. De plant wordt vaak bezocht door de vlinders Kleine Vos en Bont Zandoogje. De plant speelt een belangrijke rol bij de verlanding van plassen.

Bloeit van mei tot augustus; vaste plant. 


Geoord Helmkruid – Scrophularia auriculata  (helmkruidfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Heidehommel, Tuinhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Groeit op vochtige plaatsen. We vinden deze stevige plant langs beekjes en rivieren en op plaatsen waar kalkhoudend grondwater omhoog komt. De plant verkiest zonnige plaatsen met een voedselrijke, humeuze, zandige tot kleiige bodem. Deze soort bloeit met bruinrode bloemen die in bijschermen of pluimen staan. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels. De bloemen zijn klein, maar produceren veel nectar. De nectar wordt ook snel weer aangemaakt. 

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Gespleten Hennepnetel – Galeopsis bifida  (lipbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Tuinhommel, Heidehommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Bloeit met rode of roze lipbloemen. De middelste slip van de kroon is aan het uiteinde een stuk ingesneden. Deze plant komt voor op vochtige plaatsen met een humusrijke, min of meer zure bodem in elzenbroeken en op bouwland. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels.

Bloeit van juli tot de eerste vorst; éénjarige plant.


Gevlekt Longkruid – Pulmonaria officinalis  (ruwbladigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel, Tuinhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Bruine Rouwbij, Gewone Sachembij, Rosse Metselbij, Tweekleurige Zandbij.

Is niet inheems, maar wel ingeburgerd. Het is een plant van loof- en gemengde bossen en ongebruikte grasvelden met een kalkhoudende en humeuze bodem. De plant wordt ook gekweekt in tuinen. De paarsachtig roze bloempjes verschijnen reeds voordat de bladeren zich hebben gevormd. De vruchtjes dragen een vlezig aanhangseltje (mierenbroodje) en worden door mieren verspreid. Het is een goede bijenplant. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels. De vroege bloei van de plant kan ervoor zorgen dat de dracht voor de hommels door slecht weer grotendeels verloren kan gaan. De koninginnen van de Akkerhommel foerageren graag op deze plant.

Bloeit van maart tot en met mei; vaste plant.


Gevlekte Dovenetel – Lamium maculatum  (lipbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Grote Tuinhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Sachembij, Rosse Metselbij, Meidoornzandbij, Viltvlekzandbij, Honingbij.

Groeit op iets vochtige, meestal halfbeschaduwde standplaatsen op een voedselrijke, humeuze, niet te zware grond. We vinden deze vrij algemene plant in bosranden, open bosjes, langs oevers, op omgewerkte grond en tussen kreupelhout. De nectar is alleen bereikbaar voor vlinders, bijen en hommels met een lange roltong, die zorgen voor de bestuiving. Ook Honingbijen verzamelen zowel stuifmeel als nectar op deze plant. Het stuifmeel is donker oranje gekleurd. De Honingbijen bewerken met kaken en voorpoten de helmknoppen van de bloem zodat het stuifmeel vrijkomt. De nectar wordt via inbraakopeningen in de bloembuis verzameld. Zelfs na het afvallen van de bloemkronen blijft de plant nog een tijd nectar produceren via zogenaamde postflorale nectariën. Het is één van de waardplanten van de Koperuil (vlinder). Mieren dragen bij aan de verspreiding van de zaden.

Bloeit van april tot september; vaste plant.


Gevlekte Rupsklaver – Medicago arabica  (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Langhoornbij, Zwartsprietwespbij.

Komt vooral voor aan onze kust, meestal in een gesloten grasmat op dijken en bermen op kleigrond. In steden kan de soort in wegbermen voorkomen. De peulen zijn bezet met kleine doorntjes, zodat ze gemakkelijk in de vacht van dieren blijven hangen en zich op die manier over grote afstanden kunnen verspreiden. Maaien is gunstig voor deze plant; beweiden niet.

Bloeit van april tot september, vaste plant.


Gevleugeld Hertshooi – Hypericum tetrapterum  (hertshooifamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Lijkt sterk op het Sint-Janskruid. Deze plant groeit evenwel in slootkanten, op moerassige plaatsen en op allerlei vochtige en natte plaatsen op een niet te zure bodem, zoals onbemeste hooilanden en drassige kapvlakten. De bloemen zijn geel en niet al te groot. De bladeren zijn langwerpig of eivormig. De stengels zijn vierkant en voorzien van vleugelranden. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels.

Bloeit van juni tot augustus; vaste plant.


Gewone Berenklauw  - Heracleum sphondylium (schermbloemigen)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Rietmaskerbij, Gehoornde Maskerbij, Gewone Maskerbij, Stipmaskerbij, Tuinmaskerbij, Kleine Tuinmaskerbij, Goudpootzandbij, Fluitenkruidbij, Asbij, Gewone Dwergzandbij, Grasbij, Meidoornzandbij, Witbaardzandbij, Roodgatje, Viltvlekzandbij, Wimperflankzandbij, Halfglanzende Groefbij, Roodpotige Groefbij, Gewone Geurgroefbij, Matte Bandgroefbij, Breedkaakgroefbij, Gewone Franjegroefbij, Roestbruine Bloedbij, Roodrandzandbij, Rosse Metselbij, Wormkruidbij, Zilveren Zandbij, Zwartbronzen Zandbij, Klimopbij (nectar), Gewone Slobkousbij (mannetjes).

Is een zeer algemene plant van kalk- en voedselrijke, matig vochtige gronden. We vinden deze plant vaak in overbemeste graslanden. Deze plant bloeit met witte bloemen die in meervoudige platte schermen staan. De bloemen worden bestoven door honderden kleine insecten. Het is een goede drachtplant voor bijen en een goede nectarplant voor dagvlinders, graafwespen, kevers en zweefvliegen. De stengelharen en de bladeren kunnen bij aanraking met de huid leiden tot het verschijnsel dat men fytofotodermatitis noemt, waarbij rode jeukende vlekken, zwellingen en blaarvorming kan optreden. Indien het sap in de ogen terechtkomt kan dit tot blindheid leiden. Kevers hebben een korte tong en bijtende kaken en kunnen gemakkelijk de ondiep liggende nectar bereiken. Op de Gewone Berenklauw vindt men vaak het Soldaatje (kever). Ook verschillende soorten zweefvliegen komen op deze plant voor. Het is een goede bijenplant. Hommels en Honingbijen bezoeken de bloemen voor de nectar en het stuifmeel. De klompjes zijn gelig gekleurd.

Bloeit van juni tot oktober; tweejarige of vaste plant.


Gewone Brunel – Prunella vulgaris (lipbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel, Weidehommel, Donkere Tuinhommel, Tweekleurige Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Andoornbij, Blauwe Metselbij, Honingbij.

Groeit op niet te vochtige en niet te droge, zonnige tot licht beschaduwde grazige plaatsen, meestal op een lemige, verdichte en voedselrijke bodem. We vinden deze plant vaak op en langs bospaden en in regelmatig gemaaide grasvelden en vochtige gazons. Vermesting doet de plant verdwijnen. Deze plant vormt wortelende uitlopers en kan soms hele oppervlakten beslaan. Het is een goede bijenplant en wordt ook wel “Bijenkorfje” genoemd. De plant levert veel stuifmeel en nectar. Het is een belangrijke stuifmeelbron voor hommelkoninginnen.

Bloeit van mei tot september; vaste plant.


Gewone Duivenkervel – Fumaria officinalis  (papaverfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel.

Is een algemene plant van tuinen, wegbermen, akkers en braakliggende terreinen, met een lichte, voedselrijke, vochtige en zandige kleigrond. De plant bloeit met roze tweelippige bloemen die in trossen van 20 tot 40 bloemen staan. De bloemen hebben een donkere top.

Er treedt vooral zelfbestuiving op, want de plant krijgt weinig insecten op bezoek.

Bloeit van mei tot de eerste vorst; éénjarige plant.


Gewone Engelwortel – Angelica sylvestris  (schermbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Roodrandzandbij, Gewone Slobkousbij (mannetjes), Gewone Dwergzandbij, Viltvlekzandbij, Kleine Lookmaskerbij, Kleine Tuinmaskerbij.

Is een opvallende schermbloemige plant die tot 1,80 m groot kan worden. De stengels zijn vaak bruinrood aangelopen. De plant bezit een stevige penwortel. De soort groeit op vochtige leem in bossen, op graslanden, langs oevers en in onkruidgemeenschappen. De bestuiving gebeurt door vliegen en kevers. Het is een goede nectarplant voor hommels, Honingbijen en dagvlinders. Grote populaties van deze plant trekken de zeldzame Roodrandzandbij aan. Deze bij is sterk afhankelijk van het stuifmeel van schermbloemigen en komt vooral voor in bloemrijke ruigten.

Bloeit van juli tot september; twee- tot driejarige plant.


Gewone Hennepnetel – Galeopsis tetrahit  (lipbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel, Tuinhommel, Heidehommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grote Wolbij, Honingbij.

Is een algemene plant van bossen, heggen, afvalhopen, wegbermen, ruigten op zand- en veenbodems, die voedselrijk en enigszins beschaduwd zijn. De plant bloeit met witte of roze lipbloemen die in bundels of schijnkransen staan. De middelste lip draagt een donkere tekening. De onderlip heeft 2 holle tandvormige uitsteeksels. De plant groeit soms tussen graansoorten en is daardoor bij boeren niet geliefd. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels. Het Hennepnetelhaantje (kever) is vaak op deze plant te zien.

Bloeit van juni tot de eerste vorst; éénjarige plant. 


Gewone Klit – Arctium minus  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Groeit in bermen en op ruige groeiplaatsen. Deze plant bloeit met haakvormige, distelachtige purperrode bloemhoofdjes valt van juli tot september. De bloemhoofdjes klitten zich gemakkelijk vast aan de vacht van dieren, zodat deze zorgen voor de verspreiding. Het is één van de waardplanten van de Distelvlinder en ook de waardplant van de boorvlieg Tephritis bardanae.

Bloeit van juli tot september; tweejarige plant.


Gewone Margriet – Leucanthemum vulgare  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Ereprijszandbij, Tronkenbij, Wormkruidbij, Zuidelijke Zijdebij, Gewone Viltbij, Roodpotige Groefbij, Parkbronsgroefbij, Gewone Geurgroefbij, Langkopsmaragdgroefbij, Matte Bandgroefbij, Groepjesgroefbij, Kleigroefbij, Biggenkruidgroefbij, Grasbij, Tuinbladsnijder, Geelgerande Tubebij, maskerbijen, Honingbij.

Voor de Gewone Margriet is het aangewezen dat het maaibeheer wordt afgestemd op het behoud (lees: zaadvorming) van deze soorten. Bermen met een uitbundige bloei van Gewone Margriet zijn zeer waardevol voor bijen. De buisbloemen hebben een korte kroon, zodat de nectar gemakkelijk toegankelijk is. De bloemen leveren zowel nectar als stuifmeel. De stuifmeelklompjes zijn oranje gekleurd. Wordt vaak uitgezaaid in tuinen, bermen en in groenperken in steden. Soms verwildert de plant spontaan uit tuinen. De bodem moet wel vochtig genoeg zijn. De bloemen trekken veel insecten aan. Op deze plant vinden we ook de netwants Catoplatus fabricii. Bloeit van mei tot augustus: vaste plant.


Gewone Ossentong – Anchusa officinalis  (ruwbladigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel, Wilgenhommel, Veldhommel, Tuinhommel, Boomhommel, Moshommel, Grote Koekoekshommel, Rode Koekoekshommel, Vierkleurige Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Slangenkruidbij, Andoornbij, Kustbehangersbij, Kattenkruidbij, Grote Kegelbij, behangersbijen.

Is niet inheems, maar bij ons ingeburgerd. De plant groeit in duinen, wegbermen en langs spoorwegen, op een zonnige, open, droge en kalkrijke zandgrond. Het is een pionierssoort. De blauwe of paarsachtige bloemen staan in schichten aan de plant. Deze plant wordt druk bezocht door bijen en verschillende vlindersoorten, waaronder de Gamma-uil. 

Bloeit van mei tot de eerste vorst; tweejarige plant. 


Gewone Paardenbloem – Taraxacum officinale  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel, Grote Koekoekshommel, Aardhommel, Akkerhommel, Tweekleurige Koekoekshommel, Lichte Koekoekshommel, Vierkleurige Koekoekshommel, Rode Koekoekshommel, Veldhommel, Veenhommel, Wilgenhommel, Gewone Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Asbij, Berijpte Geurgroefbij, Bleekvlekwespbij, Blokhoofdgroefbij, Borstelgroefbij, Bonte Wespbij, Breedbandgroefbij, Breedbuikgroefbij, Breedkaakgroefbij, Donkere Wespbij, Ereprijszandbij, Geeltipje, Geelzwarte Wespbij, Geriemde Zandbij, Gewone Dubbeltand, Gewone Franjegroefbij, Gewone Geurgroefbij, Gewone Kleine Wespbij, Gewone Wespbij, Glimmende Dwergzandbij, Goudpootzandbij, Grasbij, Grote Bloedbij, Halfglanzende Groefbij, Bosmetselbij, Rosse Metselbij, Gehoornde Metselbij, Ingesnoerde Groefbij, Kleigroefbij, Kortsprietwespbij, Langkopsmaragdgroefbij, Meidoornzandbij, Paardenbloembij, Roodbruine Groefbij, Roodgatje, Roodharige Wespbij, Roodpotige Groefbij, Roodrandzandbij, Roodsprietwespbij, Roodzwarte Dubbeltand, Signaalwespbij, Slanke Groefbij, Smalbandwespbij, Texelse Zandbij, Valse Rozenzandbij, Variabele Zandbij, Grote Zijdebij (vrouwtjes – nectar), Viltvlekzandbij, Witbaardzandbij, Witkopdwergzandbij, Zilveren Zandbij, Zwartbronzen Zandbij, Wimperflankzandbij (eerste generatie), Ranonkelbij (nectar), Honingbij.

Groeit op een stikstofrijke bodem. In de steden is het een algemene plant die soms het asfalt doorboort en zelfs in straatkolken voorkomt. We vinden haar ook in de buitengebieden op uiteenlopende grondsoorten en vooral op overbemeste graslanden en weilanden. Het is een goede nectarplant voor dagvlinders. Het is de belangrijkste drachtplant voor bijen, die ze bezoeken voor de nectar en het stuifmeel. Deze plant is vrijwel het hele jaar door bloeiend aan te treffen en daarom ook een zeer belangrijke stuifmeelplant voor hommels. Eén op de honderd zaadjes van deze plant slaagt erin om als een soort parachutes wel 10 km af te leggen. Deze plant is één van de waardplanten van de vlinders Gamma-uil, Huismoeder, Kleine Beer, Agaatvlinder, Puta-uil, Zuringuil en Witte Tijger. De plant is ook een favoriete rustplek voor zweefvliegen die bladluizen eten.

Bloeit van februari tot in november (hoofdbloei in het voorjaar); vaste plant.


Gewone Rolklaver –  Lotus corniculatus  (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel, Heidehommel, Moshommel, Boshommel, Grashommel, Veldhommel, Zandhommel, Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Blauwe Metselbij, Bremzandbij, Geelstaartklaverzandbij, Gewone Langhoornbij, Grote Bladsnijder, Kleine Harsbij, Kleine Wolbij (voorkeur), Lapse Behangersbij, Tuinbehangersbij, Lathyrusbij, Geelgespoorde Houtmetselbij, Fijngestippelde Groefbij, Zwartgespoorde Houtmetselbij, Driedoornige Metselbij, Gouden Slakkenhuisbij, Zilveren Fluitje, Rotsbehangersbij, Kustbehangersbij, Grote Harsbij.

Is een belangrijke stuifmeelplant voor hommels. Groeit in duinen, langs bosranden en op droge graslanden. De plant wordt ook vaak op begraafplaatsen gevonden. Deze uitstekende bijenplant groeit onder meer in pioniersbiotopen met een ijle vegetatie met veel open bodem en verspreid jonge houtige opslag. De plant wordt ook wel gekweekt als veevoeder. De standplaatsen mogen langdurig droog zijn, want deze plant beschikt over een penwortel die wel 1 meter diep gaat. Ze verdraagt redelijk goed zout en is ongevoelig voor zuurheid van de bodem. De omringende vegetatie mag wel niet te hoog worden. Grotere vliesvleugeligen landen op de kiel van de gele of oranje-achtige vlinderbloemen en drukken deze omlaag, waarna het stuifmeel op het insect terechtkomt waarna ze met de stempel beklopt worden. Het stuifmeel is kleverig en blijft gemakkelijk tussen de beharing hangen. Het is één van de waardplanten van de vlinders Bruine Daguil, Icarusblauwtje en Sint-Jansvlinder. Het is een goede nectarplant voor dagvlinders en wordt ook voor de nectar druk door bijen bezocht. Lokaal minder maaien kan de bloei van deze plant sterk bevorderen. De plant kan een vrij intensief maaibeheer verdragen, maar heeft enkele weken nodig om tot bloei te kunnen komen. Bloemrijke zones ontzien bij het maaien kan hiertoe bijdragen.

Bloeit van begin mei tot eind september; vaste plant.


Gewone Salomonszegel – Polygonatum multiflorum   (aspergefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Groeit in soortenrijke loofbossen en struwelen in de halfschaduw en op een tamelijk voedselrijke bodem. Deze typische bosplant bloeit in mei en juni met witte gesteelde bloempjes die alleen staan of in een tros. De bloemen zijn buisvormig en hangen naar beneden gericht. Ze zijn halverwege iets ingesnoerd. Deze bloemen worden door hommels vaak bezocht. De plant bezit een kruipende wortelstok die voorzien is van knopvormige verdikkingen. De vruchten zijn zeer giftige bessen. Deze vruchten worden verspreid via vogels die de bessen eten.

Bloeit in mei en juni; vaste plant.


Gewone Smeerwortel – Symphytum officinale  (ruwbladigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel, Boomhommel, Grote Koekoekshommel, Grote Tuinhommel, Tuinhommel, Veldhommel, Grashommel, Weidehommel, Moshommel, Boshommel, Veenhommel, Zandhommel, Boomkoekoekshommel, Vierkleurige Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Rosse Metselbij, Gewone Sachembij, Honingbij.  

Komt zeer algemeen voor op vochtige grasgrond, vochtige ruigten en langs waterkanten. Hij bloeit met witte, gele, blauwe, rode of violette buisvormige knikkende bloemen, die in schichten staan. Meestal zijn de bloemen wit of geel. De bladeren zijn langwerpig. De stengel en de bladeren zijn ruig behaard. De plant is een goede nectar- en stuifmeelbron en trekt vooral langtongige bijensoorten aan. De tong moet normaal gezien minstens 10 mm lang zijn. Bij hommels kan men vaak goed de zogenaamde “buzz-pollination” of trilbestuiving op de bloemen waarnemen. De trillingen zorgen ervoor dat het stuifmeel vrijkomt. Een deel van het stuifmeel wordt door de hommels meegenomen voor de larven, maar er blijft nog genoeg in de vacht achter om voor een goede bestuiving te zorgen bij de bloembezoeken. Hommels maken ook vaak bijtgaatjes in de bloemkelk dicht bij het vruchtbeginsel om de nectar te bereiken. Dit gedrag wordt ook wel “nectar-robbing” genoemd. Deze bijtgaatjes worden ook gebruikt door Honingbijen en andere korttongige soorten. Ook dagvlinders gebruiken de soort vaak als nectarbron. Deze plant bloeit lang, levert veel nectar per bloem en bloeit na het maaien opnieuw.

Bloeit van april tot augustus; vaste plant.


Gewoon Biggenkruid – Hypochaeris radicata  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grote Roetbij, Berijpte Geurgroefbij, Biggenkruidgroefbij, Breedbandgroefbij, Geeltipje, Kauwende Metselbij, Kruiskruidzandbij, Matte Bandgroefbij, Paardenbloembij, Pluimvoetbij, Texelse Zandbij, Wormkruidbij, Grasbij, Tweekleurige Zandbij, Witbaardzandbij, Roodpotige Groefbij, Parkbronsgroefbij, Gewone Franjegroefbij, Kortsprietgroefbij, Gewone Geurgroefbij, Gewone Smaragdgroefbij, Langkopsmaragdgroefbij, Kleine Roetbij, Tronkenbij, Brilmaskerbij, Honingbij.

Groeit op grazige plaatsen en wegbermen. De plant mijdt hoge begroeiingen om voldoende licht te vangen. Het is een goede drachtplant voor verschillende bijen.

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Glad Parelzaad – Lithospermum officinale  (ruwbladigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Boomhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Rosse Metselbij, Honingbij.

Is een zeldzame plant van onbemeste kalk- en stikstofrijke, droge plaatsen. Ze komt voor in duinen en in de hoge kruidenlaag van struwelen en boszomen. Het is een warmteminnende soort, die vooral groeit op naar het zuiden gerichte standplaatsen. De plant bloeit met witte bloemen.

Bloeit van mei tot juli; vaste plant.


Goudgele Honingklaver – Melilotus altissimus  (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel, Late Hommel, Boshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Brilmaskerbij, Luzernebehangersbij, Pantserbloedbij, zandbijen, groefbijen, metselbijen, Honingbij.

Groeit aan rivieren en in uiterwaarden, vaak tussen Riet. De gele vlinderbloemen staan in lange slanke bloemtrossen. De bloemen hangen enigszins naar omlaag. Ze zijn nectarrijk en trekken bijen en vlinders aan. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels.

Bloeit van juni tot oktober; tweejarige plant.


Goudsbloem – Calendula officinalis  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen (waarschijnlijk vooral voor nectar): Pluimvoetbij, Tronkenbij, Kleine Roetbij, Tuinbladsnijder, Grasbij, Geelgerande Tubebij, Rosse Metselbij, Breedbandgroefbij, Gewone Geurgroefbij, Roodpotige Groefbij, Honingbij.

Groeit op schrale gronden op een zonnige plek. De plant zaait zichzelf spontaan uit. Deze plant komt al sedert de zestiende eeuw in onze streken voor. Het is een Zuid-Europese soort die vaak verwildert uit tuinen. Het is een goede vlinder- en bijenplant. Deze plant oogt in de stedelijke gebieden mooi in boomspiegels.

Bloeit van mei tot oktober; éénjarige plant.


Grasklokje – Campanula rotundifolia   (klokjesfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Veenhommel, Weidehommel, Late Hommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grote Klokjesbij, Kleine Klokjesbij, Zuidelijke Klokjesbij, Klokjesdikpoot, Tweekleurige Zandbij, Tweelobbige Wolbij (voorkeur), Gewone Maskerbij, Grote Bladsnijder, Grasbij, Langkopsmaragdgroefbij, Honingbij.

Komt algemeen voor op min of meer droge, grazige, matig voedselarme plaatsen in wegbermen en bosranden. De bodem kan zowel matig zuur zijn als kalkrijk. Uitgesproken voedselarme of voedselrijke standplaatsen worden gemeden. Is een geschikte plant voor openbare plantsoenen. Kan ook worden gebruikt als beplanting van een groendak. Het is een goede stuifmeel- en nectarplant voor hommels.

Bloeit van begin mei tot eind augustus; vaste plant.


Grijskruid – Berteroa incana  (kruisbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Dwergzandbij, Grasbij, Zwartbronzen Zandbij, Tuinmaskerbij, Parkbronsgroefbij, Gewone Geurgroefbij, Langkopsmaragdgroefbij, Gewone Franjegroefbij, Gewone Maskerbij, Honingbij.

Is een courante stadsplant die vrij algemeen voorkomt op open plaatsen op matig voedselrijke grond in zonnige bermen en langs spoorwegbermen in urbane gebieden. De zaden werden vroeger vaak met graan aangevoerd.

Bloeit van juni tot september; éénjarige plant.


Groot Hoefblad – Petasites hybridus   (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Viltvlekzandbij, Honingbij.

Groeit op kalkhoudende bodems langs beken en licht beschaduwde sloten, in licht beschaduwde loofbossen en in bosranden. Deze vrij algemene plant wordt ook vaak aangeplant, vooral langs oevers van beken en aan parkvijvers. De plant wordt tot 60 cm hoog en bloeit met roze bloempjes die in aarvormige trossen staan. De langgesteelde vrouwelijke bloempjes vormen vruchtpluis. De bladeren kunnen tot 1 m lang en 50 cm breed worden. Ze ontwikkelen zich tijdens de zomer, als de bloemen reeds zijn uitgebloeid. De mannelijke en vrouwelijke bloemen staan aan aparte planten (tweehuizigheid). De plant breidt zich niet alleen uit door middel van de gepluisde zaadjes; ook de wortelstok vormt ondergrondse uitlopers, zodat de plant na enige tijd hele oppervlakken kan bedekken. Het is een goede nectarplant voor bijen en dagvlinders. De bloemen worden zowel voor het (witte) stuifmeel als de nectar bezocht. Door capillaire werking verzamelt de nectar zich in het verbrede deel van de kroonbuis, zodat verschillende insecten ervan kunnen genieten.    

Bloeit in maart en april; vaste plant.


Groot Kaasjeskruid – Malva sylvestris  (kaasjeskruidfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Kortsprietwespbij, Klokjesdikpoot, Grote Klokjesbij, Parkbronsgroefbij, Honingbij.

Komt algemeen voor langs wegen, dijken, tegen muren, op bouwland, op een vochtige en zeer voedselrijke grond en dit vooral op warme, beschutte plaatsen.

Bloeit van begin juli tot eind september; vaste plant.


Groot Streepzaad – Crepis biennis  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Tweekleurige Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Halfglanzende Groefbij, Texelse Zandbij, Zwartbronzen Zandbij, Goudpootzandbij, Witbaardzandbij, Gewone Dwergzandbij, Zwartbronzen Houtmetselbij, Gewone Slobkousbij, Breedbandgroefbij, Borstelgroefbij, Breedbuikgroefbij, Matte Bandgroefbij, Biggenkruidgroefbij, Kleine Roetbij, Grote Roetbij, Kleigroefbij.   

Groeit langs rivierdijken, in hooilanden en in wegbermen op een voedselrijke en vaak kalkhoudende grond, vooral op vochthoudende kleigrond. Deze soort bloeit met goudgele lintbloemen die in hoofdjes van een viertal cm groot staan. De bloemen worden bezocht voor nectar en stuifmeel; ze sluiten zich tegen de middag. De stuifmeelklompjes zijn oranje. Deze plant kiemt op open plaatsen die ontstaan door maai-activiteiten of door Mollen. Het is een goede stuifmeelplant.

Bloeit van mei tot augustus; tweejarige plant.


Grote Bevernel – Pimpinella major  (schermbloemenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Maskerbij, Tuinmaskerbij, Gewone Geurgroefbij, Langkopsmaragdgroefbij, Honingbij

Groeit op een vochthoudende bodem, vooral op klei, in wegbermen en hooilanden, langs heggen en in bosranden. Deze plant bloeit met witte bloemen die in meervoudige schermen staan. De plant trekt niet alleen verschillende bijen aan, maar ook vlinders zoals Atalanta, Kleine Vos en Landkaartje.

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Grote Centaurie – Centaurea scabiosa  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Late Hommel, Weidehommel, Steenhommel, Tweekleurige Koekoekshommel, Vierkleurige Koekoekshommel, Grote Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Pluimvoetbij, Breedbandgroefbij, Roodpotige Groefbij, Gewone Geurgroefbij, Vierbandgroefbij, Grote Kegelbij.

Bloeit met kleine paarsachtige bloemhoofdjes met buisbloempjes. Deze plant komt voor op kalkgrond langs bosranden en op droge graslanden. Deze soort wordt in stedelijke gebieden soms ingezaaid in bermen. De bloemen worden graag bezocht door vlinders, zoals onder meer de Sint-Jansvlinder. Het is een goede stuifmeelplant.

Bloeit van juni tot augustus; vaste plant.


Grote Engelwortel – Angelica archangelica  (schermbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: zandbijen, maskerbijen, Honingbij.

Is een forse schermbloemige met bolle geelgroene schermen met witte bloempjes. De plant groeit vooral op voedselrijke, natte plaatsen, vooral oevers, waar aangespoeld materiaal ophoopt.  Deze soort ontwikkelt pas na enkele jaren een bloeistengel. Daarna sterft deze bloeistengel af.

Bloeit in juni en juli; twee- of driejarige plant.


Grote Kaardenbol –  Dipsacus fullonum   (kaardenbolfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel, Late Hommel, Grote Koekoekshommel, Donkere Tuinhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Slobkousbij (mannetjes), Gewone Behangersbij, groefbijen, Honingbij.

Groeit vooral op klei- en krijtverweringsbodems, op dijkhellingen langs spoorwegen en langs de grote rivieren. De plant kan een hoogte bereiken van 1,5 m en wordt ook in siertuinen gekweekt. Het is een rijke nectarplant, die erg in trek is bij dagvlinders, hommels en Honingbijen. Veel Kaardenbollen zijn ontsnapt uit tuinen, tuinafval en droogboeketten of zijn ingezaaid. De plant weet zich goed te handhaven in ruige hoeken op industrieterreinen, in havengebieden, op braakliggende gronden en in ruige wegbermen. Veel vogels eten de zaden. Bloeit van juli tot september; tweejarige plant.


Grote Kattenstaart – Lythrum salicaria  (kattenstaartfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel, Veldhommel, Steenhommel, Boshommel, Moshommel, Weidehommel, Zandhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen:  Bonte Viltbij, Gewone Franjegroefbij, Gewone Geurgroefbij, Grote Bladsnijder, Tuinbladsnijder, Kattenstaartdikpoot, Bruine Slobkousbij, Gewone Slobkousbij, Rietmaskerbij, Honingbij. 

Is een geschikte plant voor openbare plantsoenen. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels. De bestuiving van de purperrode bloemen gebeurt door bijen. Doordat de kelk ruim is, hoeven deze niet veel moeite te doen om ook aan de nectar van de bloemen te komen. Groeit algemeen op vochtige tot natte standplaatsen, zoals waterkanten, natte weilanden, moerassen, veenmoerassen en rietlanden. De plant kan ook in het water groeien, maar blijft dan kleiner. In optimale omstandigheden kan deze plant soms tot 2 m hoog groeien. De zaadjes mogen niet onder de grond verdwijnen om te kunnen kiemen (lichtkiemer). Deze slijmerige zaadjes kleven gemakkelijk aan de snavels van vogels, die zo voor de verspreiding zorgen. Het is één van de waardplanten van de vlinders Boomblauwtje en Groot Avondrood. Het is de enige waardplant van de Kattenstaartbij. Het is tevens een belangrijke nectarplant voor de Gewone Slobkousbij en dagvlinders. De plant wordt graag bezocht door het Klein Geaderd Witje (dagvlinder).

Bloeit van juni tot en met september; vaste plant.


Grote Klaproos – Papaver rhoeas  (papaverfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Steenhommel, Weidehommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grasbij, Wimperflankzandbij, Parkbronsgroefbij, Honingbij.

Is een vrij algemene plant. We vinden deze plant vooral op graanvelden, langs spoordijken, op composthopen, in wegbermen en op andere plaatsen waar er geen bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Deze plant produceert veel stuifmeel maar geen nectar. De bloemen staan maar één dag in bloei en voor de zaadvorming moeten ze het van bestuivende insecten hebben; bij zelfbestuiving wordt er vrijwel geen zaad gevormd. Na de bloei blijft alleen nog de stamper met het vruchtbeginsel over. Dat laatste wordt de bekende drielobbige doosvrucht, die eerst nog dicht is. Als de zaden rijp zijn, gaat ze open, waardoor de zaden door de wind uit de doosvrucht worden geschud. Eén enkele plant kan over een hele zomer meer dan 400 bloemen vormen.

Bloeit van eind mei tot juli; éénjarige plant.


Grote Klit – Arctium lappa  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel, Zandhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Tuinbladsnijder, metselbijen

Bloeit met paarse bloemen die in hoofdjes staan. De schutbladen rond de bloemen hebben de vorm van haakjes en vormen samen een stekelige bal. Deze distelachtige bloemhoofdjes klitten zich gemakkelijk vast in de vacht van dieren. We vinden deze plant vooral op zeer voedselrijke bodems, zoals op rivierklei in ruigten, bermen, open plekken in bossen en langs rivieren. Het is een goede nectar- en stuifmeelplant die vooral dagvlinders (onder meer Gehakkelde Aurelia), hommels, behangersbijen en metselbijen aantrekt. Het is, naast het Koninginnekruid, de voedselplant van de larven van het Nazomergitje (een zweefvlieg).  

Bloeit van juni tot augustus; tweejarige plant.


Grote Ratelaar – Rhinanthus angustifolium  (bremraapfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Grashommel, Akkerhommel,  Tuinhommel, Weidehommel, Heidehommel, Moshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grote Bladsnijder.

Is een halfparasiet, die voorkomt in (vochtige) duinvalleien, aan waterkanten, in bermen, op dijken en in vochtige hooilanden. Water en mineralen betrekt de plant uit grassen. De groeiplaatsen mogen matig bemest zijn, maar moeten nat zijn. De plant bloeit met gele bloemen die in aarvormige trossen staan. De zaadjes worden vooral verspreid via het water en ook door hooitransporten. Deze plant wordt vooral bezocht door grote hommels, die groot en sterk genoeg zijn om de bloemen open te maken. Het is een goede drachtplant maar de nectar en het stuifmeel zijn niet eenvoudig te bereiken. De Aardhommel foerageert graag op deze plant. De plant wordt ook vaak bezocht door het Groot Dikkopje (vlinder).

Bloeit van mei tot oktober; éénjarige plant.


Grote Teunisbloem – Oenothera glaziovana   (teunisbloemfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Komt soms verwilderd voor. De bloemen worden meer dan 6 cm in doorsnede. In de zomer zijn de bloemen alleen ’s avonds tot halverwege de volgende dag open. In het najaar blijven de bloemen de hele dag geopend vanwege de kortere dagen. Het zijn vooral nachtvlinders die de bloemen bezoeken. In het oorspronkelijke verspreidingsgebied Noord-Amerika, wordt deze plant ’s avonds en ’s nachts bestoven door nachtvlinders. In Europa is de plant zelfbestuivend. Ook verschillende hommels kunnen op de bloemen worden gezien.

Bloeit van juni tot september; tweejarige plant.

 
Grote Zandkool – Diplotaxis tenuifolia  (kruisbloemigen)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Schorzijdebij (als Zulte nog niet bloeit), groefbijen, zandbijen, Honingbij.

Is een courante stadsplant die we vooral zullen aantreffen langs spoorwegen, bij grote rivieren en aan de kust, onder meer op braakliggende terreinen in steden nabij duingebieden. De gele bloemen geuren aangenaam en worden vaak door bijen bezocht. De bladeren zelf bevatten zwavelwaterstof, die de geur verspreidt van rotte eieren. Het is één van de waardplanten van de vlinders Groot Koolwitje en Klein Koolwitje. Het is een nectarplant voor dagvlinders. Het is een goede nectar- en stuifmeelplant voor bijen. Het stuifmeel is lichtgeel tot lichtbruin.  

Bloeit van mei tot oktober; vaste plant.


Gulden Sleutelbloem – Primula veris  (sleutelbloemfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Sachembij.

Is een vrij zeldzame plant die groeit op kalkrijke, zonnige tot halfbeschaduwde standplaatsen. We vinden deze soort in open bossen en soms op matig droge, humusrijke, halfnatuurlijke graslanden. De plant wordt ook gevonden op plaatsen met een verstoorde kalkrijke bodem. Deze plant wordt vaak gevonden op zogenaamde kamgraslanden, veelal op steile hellingen waar een kalkrijke laag aan de oppervlakte komt. Deze plant bloeit met gele klokvormige bloemen die in enkelvoudige schermen staan. De bloemen hebben 5 oranje vlekken aan de keel. Er zijn twee types bloemen: bloemen waarvan de stempels op een lange stijl bij de ingang van de bloem staan met de meeldraden eronder en bloemen waarbij dit andersom is. Als de bestuivende insecten zoals vlinders, bijen en hommels van de ene bloem naar de andere vliegen, brengen ze stuifmeel over. De larven van het Primulagitje, een zweefvlieg, ontwikkelen zich in de wortels van sleutelbloemsoorten.

Bloeit van april tot juni; vaste plant.


Haagwinde – Calystegium sepium  (windefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Boomhommel, Gewone Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Luzernebehangersbij, Bonte Viltbij, groefbijen, Honingbij.

Groeit van nature in rietkragen. We vinden de plant evenwel ook in vochtige bosjes, bosranden, heggen en ruigten. Deze plant wordt gekenmerkt door de windende stengels, waarmee ze woekert op andere begroeiingen. De witte of lichtroze bloemen zijn rijk aan nectar en worden dan ook graag bezocht door bijen, vliegen en vlinders.

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Harige Ratelaar – Rhinanthus alectorolophus  (bremraapfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Is een zeer zeldzame plant die groeit op een vochtige, kalkhoudende en voedselrijke bodem op droge graslanden, krijthellingen, uiterwaarden, duinvalleien  en weilanden. De plant wordt meestal uitgezaaid. Deze plant bloeit met gele bloemen die in aarvormige trossen staan. In het stedelijk gebied wordt deze plant soms uitgezaaid in bermen. 

Bloeit van mei tot juli; éénjarige plant.


Harig Wilgenroosje – Epilobium hirsutum (teunisbloemfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel, Zandhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Geurgroefbij, Honingbij.

Groeit langs waterkanten en op moerassige plaatsen op een voldoende vochtige en niet te sterk bemeste bodem. Deze plant kan langs oevers domineren. Deze plant bloeit met roze gesteelde en alleenstaande bloemen die in ijle trossen staan. De plant beschikt over een ver kruipende wortelstok. Ze kan een hoogte bereiken van 150 cm. De bestuiving gebeurt door zweefvliegen en bijen. De witte, pluizige zaden worden door de wind verspreid. Deze plant is een zeer goede bijendrachtplant; ze levert veel nectar en lichtgeel gekleurd stuifmeel. Het is één van de waardplanten van de vlinders Groot Avondrood en Teunisbloempijlstaart.

Bloeit van juni tot september (soms tot in oktober); vaste plant.


Hartgespan – Leonurus cardiaca  (lipbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grote Wolbij, Tuinbladsnijder, Honingbij

Is een zeldzame plant met roze bloemen, die bloeien van juni tot augustus in bundels of kransen. Deze soort groeit vooral in het kustgebied, op een vochthoudende stikstof- en kalkrijke grond. Er gebeurt vrijwel geen verwildering meer uit tuinen, omdat deze plant vrijwel niet meer wordt gekweekt. Deze plant wordt vooral bezocht voor de nectar. Deze soort produceert veel nectar, die gemakkelijk bereikbaar is voor bijen; ook deze met een korte tong. Vaak worden hommels, andere wilde bijen en Honingbijen verjaagd door de mannetjes van de Grote Wolbij.

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Hazenpootje – Trifolium arvense   (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grasbij, Donkere Klaverzandbij, Bremzandbij, Donkere Zijdebij, Geelstaartklaverzandbij, Lathyrusbij, Roodpotige Groefbij, Honingbij.

Is een plant van droge, zandige, meestal kalkarme en zure plaatsen. We vinden de plant op droge grasvelden, op schaars begroeide zandgronden, in akkers, in wegbermen en op spoorwegterreinen. Het is een pioniersplant. De plant wordt bezocht voor nectar en stuifmeel.

Bloeit van mei tot oktober; één -of tweejarige plant.


Heelblaadjes – Pulicaria dysenterica  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Pluimvoetbij, Tronkenbij, Kruiskruidzandbij, Wormkruidbij, Grasbij, Gewone Geurgroefbij, Matte Bandgroefbij, Tuinbladsnijder, Bonte Viltbij, Zwartsprietwespbij.

Is een geschikte plant voor openbare plantsoenen. Groeit op vochtige, humeuze, kalkrijke en brakke plaatsen in waterkanten, langs rivieren, plassen en sloten en ook in de duinen. De plant bloeit met gele bloemen die in hoofdjes van buisbloemen en lintbloemen staan. Is een belangrijke plant voor de op gele composieten gespecialiseerde bijensoorten. Het is een goede nectarplant voor dagvlinders.

Bloeit van juli tot september; vaste plant.


Heemst – Althaea officinalis (kaasjeskruidfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel, Zandhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Is een zeldzame plant die we kunnen vinden op moerassige plaatsen tussen het riet, vooral op zilte en brakke gronden, soms aan rivieroevers. In tuinen worden verschillende cultivars gekweekt. De bloemen zijn wit-roze gekleurd.

Bloeit van juli tot september; vaste plant.


Heggenrank – Bryonia dioica (komkommerfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Heggenrankbij, Meidoornzandbij, Tweekleurige Zandbij, Viltvlekzandbij, Wimperflankzandbij, Zwartbronzen Zandbij, Breedrandzandbij, Roodpotige Groefbij, Gewone Franjegroefbij, Gewone Geurgroefbij, Zesvlekkige Groefbij, Gewone Maskerbij, Tuinmaskerbij, Gewone Behangersbij, Tuinbladsnijder, Honingbij.

De Heggenrankbij kan naar tuinen worden gelokt op voorwaarde dat er voldoende Heggenrank te vinden is. De Heggenrankbij bezoekt de plant zowel voor de nectar als het stuifmeel. De plant trekt ook hommels en verschillende andere bijensoorten aan. Deze plant heeft een wortelstok die elk jaar nieuwe lange dunne stengels vormt die zich met kurketrekkervormige windingen verankeren aan andere planten door middel van hechtranken. De bloemen van deze tweehuizige plant worden vooral bezocht door bijen. Deze soort groeit in heggen en kreupelhout, onder meer in duinstruwelen bij Duindoorn en Gewone Vlier. Het is de belangrijkste voedselplant van het Heggenranklieveheersbeestje en de Heggenrankboorvlieg. Deze plant zou meer moeten worden aangewend in het openbaar groen. Het is een zeer goede bijenplant.

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Heggenwikke – Vicia sepium   (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Heidehommel, Akkerhommel, Grote Tuinhommel, Boshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen : Wikkebij, Geelstaartklaverzandbij, Gewone Langhoornbij, Blauwe Metselbij, Driedoornige Metselbij, Honingbij.

Is een plant van voedselrijke, stikstofrijke groeiplaatsen. We vinden deze soort in houtwallen, bosranden, lichte bossen, hooilanden en wegbermen. De stengels van deze plant klimmen door middel van een vertakte rand aan de bladpunt. De plant bloeit van mei tot september met blauwpaarse vlinderbloemen, die in trossen van 2 tot 4 exemplaren op korte stelen in de oksels van de bovenste stengelbladeren staan. Vooral hommels worden aangetrokken door de nectar en kruipen moeizaam naar de nauw omsloten bodem van de bloem om erbij te komen. Het is een goede stuifmeelplant. De plant vormt de belangrijkste stuifmeelbron van de Wikkebij. Aan de onderzijde van de steunblaadjes zitten donkere honingklieren die extraflorale nectar produceren en vaak door mieren worden bezocht. Bloeit van mei tot september; vaste plant.


Heidekartelblad – Pedicularis sylvatica  (bremraapfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Heidehommel, Tuinhommel.

Heeft een niet al te zure, voedselarme en daarom een kalkvrije, zandige of veenachtige bodem nodig. Alleen waar deze aanwezig is, komt de plant voor: in de heide, de duinen of op schrale graslanden. De groeiplaatsen zijn meestal zonnig gelegen, maar toch vochtig tot nat. De plant bloeit met rozerode lipbloemen die in trossen staan. Het is een halfparasiet die andere planten, voornamelijk biezen aanklampt. Het is een goede stuifmeelplant.

Bloeit in mei en juni; tweejarige plant.


Heksenmelk – Euphorbia esula  (wolfsmelkfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Dwergzandbij, Roodgatje, Roodpotige zandbij, groefbijen, Honingbij.

Is afkomstig uit het Middellandse Zeegebied. Komt bij ons verwilderd voor op een kalkhoudende, droge, humeuze grond, die redelijk voedselrijk is. We treffen haar aan langs spoorlijnen en in bermen van verkeerswegen, waarlangs ze door het verkeer verder wordt verspreid. We vinden deze plant ook in uiterwaarden van grote rivieren, op dijken en in weilanden. De plant bloeit met gele of groenige bloemen die in schermvormige trossen staan.

Bloeit van mei tot juli; vaste plant.


Hengel – Melampyrum pratense  (helmkruidfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel, Boshommel, Tuinhommel, Veenhommel.

Groeit op tamelijk zure voedselarme grond in bossen, heiden, veengebieden, schrale graslanden, duinen en zandgronden. Het is een halfparasiet, die zich met zuigwortels vasthecht aan andere planten en bomen (Zomereik, Berk-soorten, Heide-soorten, Bosbes-soorten) en daarbij water met opgeloste voedingszouten aan de gastheer onttrekt. De plant bezit wel bladgroenkorrels. De plant bloeit met gele lipbloemen in trossen. Het is een goede stuifmeelplant. Het is een belangrijke waardplant van de Bosparelmoervlinder.

Bloeit van mei tot augustus; éénjarige plant.


Herderstasje – Capsella bursa-pastoris  (kruisbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: zandbijen, groefbijen.

Is een zeer algemeen plantje. Het is oorspronkelijk een soort uit het Middellandse Zeegebied, maar waarschijnlijk door het verkeer haast overal in Europa verspreid. De bloemtrossen met kleine witte bloempjes staan aan het uiteinde van de stengel.

Bloeit het hele jaar door (bij zachte winters); éénjarige plant.


Herfstaster – Aster ageratoides  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: groefbijen, Honingbij.

Deze vaste plant trekt in de late zomer nog heel wat laatvliegende bijen aan. Is een goede plant voor aanplantingen in bloemperken en boomspiegels in het stedelijk gebied. Deze plant trekt ook heel wat vlinders aan.

Bloeit in september en oktober; vaste plant.


Herik – Sinapis arvensis  (kruisbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Blauwe Zandbij, Grasbij, Tweekleurige Zandbij, Witbaardzandbij, Wimperflankzandbij, Ereprijszandbij, Roodpotige Groefbij, Roodbruine Groefbij, Gewone Geurgroefbij, Rosse Metselbij, Tuinbladsnijder, Honingbij.

Groeit op voedselrijke, open, meestal kalkrijke bodems. We vinden deze plant vaak in bermen in hoge vegetaties van pas aangelegde dijken en wegen. Deze soort verspreidde zich vanuit het Middellandse Zeegebied met zomergraan, bieten en zaad op akkers. De plant is min of meer giftig voor vogels en vee. De gele bloemen worden bezocht door bijen, kevers en vliegen. Het is een goede stuifmeelplant. De bloemen worden ook bezocht voor de nectar. Het is nog steeds een algemene plant, maar door bestrijdingsmiddelen is de soort wel achteruit gegaan. De roodbruine zaden blijven evenwel tot 50 jaar kiemkrachtig en kunnen kiemen als de grond wordt omgewerkt, want Herik is een pioniersplant. De zaden kiemen boven de 10 °C en in het donker, dus met aarde bedekt. Deze plant is één van de waardplanten van de vlinders Oranjetipje en Klein Geaderd Witje.

Bloeit van mei tot september; éénjarige plant.


Hoenderbeet – Lamium amplexicaule  (lipbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Tuinhommel, Steenhommel, Akkerhommel, Grote Tuinhommel, Weidehommel, Aardhommel, Boshommel, Grote Koekoekshommel.

Is een courante stadsplant die vooral op bouwland en hakvruchtakkers groeit, meestal op zandige klei. De soort mijdt veengebieden. Hij wordt ook gekweekt in tuinen. Deze plant komt vaak verwilderd in de stad voor. Het is een goede stuifmeelplant voor bijen. 

Bloeit van april tot de eerste vorst; éénjarige plant.


Hondsdraf – Glechoma hederacea  (lipbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel, Grashommel, Tuinhommel, Donkere Tuinhommel,  Steenhommel, Moshommel, Grote Koekoekshommel, Lichte Koekoekshommel,  Moshommel, Veldhommel, Weidehommel, Gewone Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek voor andere bijen: Andoornbij (nectar), Grasbij, Roodgatje, Vosje, Witkopdwergzandbij, Zwart-rosse Zandbij, Bruine Rouwbij, Blauwe Metselbij, Rosse Metselbij, Bosmetselbij, Roodpotige Groefbij, Gewone Geurgroefbij, Gewone Sachembij, Gouden Slakkenhuisbij, Honingbij.

Groeit op vochtige, stikstofhoudende grond in bossen en weiden, wegbermen, ruigten, heggen, vochtig bouwland en lichte bossen. Deze plant heeft over de grond kruipende stengels die wortelen op de knopen. De uitlopers kunnen tot 1 m lang worden. De plant is voor veel dieren, bijvoorbeeld paarden, giftig, wanneer ze in grote hoeveelheden wordt ingenomen. Gedroogd verliest de plant na enkele weken wel deze giftigheid. Het is een favoriete nectarplant van de Andoornbij en andere solitaire bijen. In het vroege voorjaar vormt deze plant een welkome voedselbron voor hommelkoninginnen die net uit hun winterslaap komen. Deze soort wordt vaak bezocht door langtongige hommels. De Akkerhommel blijkt de efficiëntste bestuiver te zijn van deze plant. Deze hommel bezoekt het grootste aantal bloemen per tijdseenheid waarbij hij ook nog het meeste stuifmeel overbrengt. Het stuifmeel komt vooral op de kop van de hommel terecht. Het bloembezoek gebeurt vooral voor de nectar. Het is ook een goede stuifmeelplant voor andere bijen, met name voor de Bosmetselbij. Hondsdraf heeft tweeslachtige (zowel meeldraden als stempel en met nectar) en functioneel vrouwelijke (zonder meeldraden maar met nectar) bloemen; in sommige gevallen komen beide vormen op dezelfde plant voor; meestal komen ze op verschillende planten voor. Honingbijen puren vooral nectar uit de vrouwelijke bloemen, die een kortere bloembuis hebben dan de tweeslachtige bloemen. Ze kunnen op deze laatste wel terecht als hommels reeds een gaatje in de bloem hebben gemaakt. Honingbijen verzamelen geen stuifmeel op Hondsdraf. De plant wordt ook graag bezocht door zweefvliegen en de vlinders Kleine Vos en Gehakkelde Aurelia.

Bloeit van april tot juni; vaste plant.


Hopklaver – Medicago lupulina  (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grasbij, groefbijen, Honingbij.

Groeit op voedselrijke graslanden, in wegbermen, op gestort puin, in de voegen van wegverhardingen en langs spoorwegbermen op een zonnige, open standplaats. De bloemen zijn klein en geel en staan in lange gesteelde trossen. De plant heeft een penwortel. De Hopklaver wordt 30 tot 60 cm hoog. Waar bloeiende Hopklaver samen met bloeiende Witte Klaver voorkomt, stelt men een voorkeur van bijen vast voor de Hopklaver. De bezoekende bijen foerageren op deze plant vooral voor de nectar. Het is één van de waardplanten van de vlinders Gele Luzernevlinder en Icarusblauwtje.

Bloeit van april tot oktober; vaste plant.


Jacobskruiskruid – Jacobaea vulgaris  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Steenhommel, Veldhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Roodpotige Groefbij, Berijpte Geurgroefbij, Gewone Geurgroefbij, Gewone Viltbij, Grasbij, Grote Bloedbij, Kruiskruidzandbij, Gedoornde Slakkenhuisbij, Pluimvoetbij, Tronkenbij, Wormkruidbij, Tuinbladsnijder, Zuidelijke Zijdebij, Duinzijdebij, Grote Kegelbij, Zwartsprietwespbij, Honingbij.

Groeit op droge graslanden, arme zandgronden, rivierdijken, bermen en vooral in de duinen, op een kalkhoudende en iets voedselrijke bodem. Het is een goede stuifmeelplant voor bijen. Een bloemhoofdje bloeit 4 tot 9 dagen. Bij gunstig weer komt het stuifmeel vrij van ’s morgens 8 uur tot ’s middags 5 uur. De stuifmeelklompjes zijn geeloranje. Bijen vertonen doorgaans meer aandacht voor de nectar dan voor het stuifmeel. De nectar stijgt in de kroonbuis en is dan ook gemakkelijk door de bijen te puren. Deze plant is, zelfs in gedroogde toestand, giftig voor mensen en ook voor landbouwdieren (paarden, koeien, varkens, schapen, geiten en kippen). Jacobskruiskruid is vooral gevaarlijk als ze in de vorm van kuilgras of hooi aan het vee wordt verstrekt, omdat de dieren de giftige plant dan niet meer herkennen. Warme zomers en milde winters zorgen voor een sterke vermeerdering van deze plant. Het is een goede nectarplant voor dagvlinders en een nectarplant voor enkele vlinders. Vooral in duinstreken kunnen de rupsen van de Sint-Jacobsvlinder groepen van deze planten kaalvreten, maar het is ook één van de waardplanten van de Kleine Beer (vlinder). De Vlokever en zijn larven leven op de bladeren en in de penwortel van deze plant. Op deze plant leeft ook het Kruiskruidgitje, een zweefvlieg.

Bloeit van juli tot september; tweejarige plant.


Kale Jonker – Cirsium palustre  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel, Boomhommel, Moshommel, Heidehommel (mannetjes), Steenhommel, Late Hommel, Aardhommel, Grote Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Slobkousbij (nectar), Rietmaskerbij, zandbijen, Kielstaartkegelbij, Honingbij.

Groeit in moerassen, op natte hooilanden en in vochtige bossen op een humeuze en niet te droge bodem. Het is een tamelijk algemene distelsoort. Hij wordt tot 150 cm hoog en bloeit met paarsrode bloemhoofdjes die dicht opeen zitten. De rijpe bloeiwijzen zijn zeer in trek bij zaadetende vogels. Onder meer in deze distel ontwikkelen zich de larven van de zweefvliegen Tweekleurig Gitje en Wilgengitje. Het is ook één van de waardplanten van de Distelvlinder. Distels zijn in de zomer belangrijke waardplanten op vochtige en meer verruigde stukken. Distels zijn zeer belangrijke planten voor hommels. Hommels komen massaal op deze planten af. Mannetjeshommels foerageren bijna uitsluitend op distels. In juni komen vaak hoge aantallen hommels op deze plant af. De bloemen worden zowel voor de nectar als het stuifmeel bezocht.    

Bloeit van juni tot september; tweejarige plant.


Kattendoorn – Ononis spinosa  (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Boshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Lathyrusbij, Grote Bladsnijder, Tuinbladsnijder, Grote Wolbij, Kleine Wolbij, Honingbij.

Groeit op een droge bodem in bosranden, wegbermen en holle wegen, op droge, begraasde graslanden, in uiterwaarden, langs grote rivieren en ook aan de kust. De standplaats is meestal zonnig, weinig bemest en liefst kalkhoudend.  De plant bloeit met roze-witte bloemen. Vermesting heeft de plant doen achteruitgegaan. De perceelsranden, vooral deze in de nabije omgeving van de potentiële groeiplaatsen (zoals holle wegen), moeten voor deze plant gevrijwaard blijven van bemesting. Deze plant heeft de bijen alleen stuifmeel te bieden; de soort produceert geen nectar. Het stuifmeel heeft een lichtbruine kleur. Het is één van de waardplanten van de vlinders Boterbloempje, Kleine Hageheld en Icarusblauwtje.

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Klein Hoefblad – Tussilago farfara  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Bonte Wespbij, Variabele Wespbij, Witkopdwergzandbij, Zilveren Zandbij, Asbij, Gewone Dwergzandbij, Grasbij, Meidoornzandbij, Tweekleurige Zandbij, Roodgatje, Gewone Geurgroefbij, Rosse Metselbij, Honingbij.

Groeit op open plaatsen op een vochtige, voedselrijke en kalkhoudende bodem (vochtige klei of leem en krijtbodems) zoals in wegbermen, langs slootkanten en onder struiken in ruigten, op braakliggende terreinen of op pas omgewerkte grond. Deze plant is een indicatorsoort voor stagnerend grondwater. De gele bloemhoofdjes zijn overdag geopend en worden bij zonnig weer vooral bezocht door bijen en vliegen. De bloemen worden zowel voor de nectar als het stuifmeel bezocht. De stuifmeelklompjes zijn heldergeel. De nectar is gemakkelijk bereikbaar. De bladeren ontwikkelen zich pas nadat de bloemen verwelkt zijn. De soort plant zich door middel van wortelstokken snel voort. De plant is een pionier op kale bodems en wordt daarom vaak aangetroffen op recent drooggelegde gronden en pas aangelegde terreinen en wegbermen. De zeer vroeg in het voorjaar bloeiende bloemen worden vaak bezocht door vlinders voor de nectar. Deze plant kan in het voorjaar een belangrijke nectar- en stuifmeelbron zijn voor hommels. Vooral de Aardhommel is vaak op de bloemen te vinden. Ook voor andere bijen is het een zeer goede drachtplant. Het is een goede nectarplant voor dagvlinders.

Bloeit van februari tot april; vaste plant.


Klein Streepzaad – Crepis capillaris  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Dwergzandbij, Grasbij, Texelse Zandbij, Tweekleurige Zandbij, Biggenkruidgroefbij, Borstelgroefbij, Gewone Franjegroefbij, Gewone Smaragdgroefbij, Halfglanzende Groefbij, Breedbandgroefbij, Roodpotige Groefbij,  Kleigroefbij, Langkopsmaragdgroefbij, Matte Bandgroefbij, Kauwende Metselbij, , Pluimvoetbij, Tronkenbij, Zesvlekkige Groefbij, Gedoornde Slakkenhuisbij, Gewone Maskerbij, Gewone Slobkousbij, Breedbandgroefbij, Breedbuikgroefbij, Kleine Roetbij, Grote Roetbij, Heideviltbij, Kortsprietwespbij, Zwartsprietwespbij, Honingbij.

Komt voor op droge weilanden, in grazige wegbermen en op dijken en ook gewoon tussen de straatstenen. Het is een goede stuifmeelplant voor bijen.

Bloeit van juni tot november; één- of tweejarige plant.


Klein Vogelpootje – Ornithopus perpusillus  (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel.

Is een kalkmijdende plant die groeit in zonnige, droge en schrale graslanden en bermen op een min of meer zure zandgrond. Deze plant groeit soms als een adventieve soort op opgevoerd zand, zoals langs de Antwerpse Ring.

Bloeit van mei tot augustus; éénjarige plant.


Kleine Kaardenbol -Dipsacus pilosus  (kamperfoeliefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Tuinhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: groefbijen, Honingbij.

Groeit op een humusrijke, matig vochtige en voedselrijke kalkgrond. Deze plant groeit in zomen en kapvlakten of andere lichtrijke plaatsen en ook vaak in de ondergroei van aanplantingen met Populier-soorten. De plant bloeit met witte bloemen die in hoofdjes staan. Deze plant wordt minder door hommels bezocht dan de Grote Kaardenbol; deze soort wordt vooral door Honingbijen bezocht.

Bloeit in juli en augustus; tweejarige plant.


Kleine Leeuwentand – Leontodon saxatilis  (composieten)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel, Boomhommel, Steenhommel, Tweekleurige Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Kleine Roetbij, Grote Roetbij, Pluimvoetbij, Tronkenbij, Gewone Geurgroefbij, Berijpte Geurgroefbij, Ingesnoerde Groefbij, Biggenkruidgroefbij, Groepjesgroefbij, Matte Bandgroefbij, Tweekleurige Zandbij, Tuinbladsnijder, Rosse Metselbij, Roodgatje, Paardenbloembij, Blauwe Ertsbij, Gewone Dubbeltand, Gewone Wespbij, Sierlijke Wespbij, Honingbij.

Deze plant is één van de gele composieten. Het is een zeer goede bijenplant. 

Bloeit van juni tot oktober; tweejarige plant.


Kleine Ratelaar – Rhinanthus minor  (bremraapfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Tuinhommel, Weidehommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij

Groeit op schrale voedselarme en kalkarme gronden, die tijdelijk vochtig zijn, maar veelal lemig, leemhoudend zandig of zelfs veenachtig kunnen zijn. We vinden deze plant op dijken, heiden, rivierduinen en duinvalleien en droge graslanden. De plant gedijt het best in open, lage en schrale graslanden. De tweelippige bloemen zijn geel of paarsachtig en staan in aarvormige trossen. Het is een goede stuifmeelplant voor bijen. Het is een halfparasiet op grasachtigen en kruiden. De plant put er mineralen en water uit. Op bodems waar de bodem voldoende verschraald is door een jarenlang maaibeheer ontstaat een ijle vegetatie met voldoende kleine open plekken waar de plant zich kan vestigen. De zaden worden via overstromingen of via schoenen of maaimachines in het gebied gebracht en verder verspreid.

Bloeit van mei tot september; éénjarige plant.


Kleine Veldkers – Cardamine hirsuta  (kruisbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel.

Komt voor op zandgrond langs wegen, op dijken, op braakliggende terreinen en in duinen. In de stad vinden we de plant vooral in de voegen tussen tegels en muren, soms in straatputten, bermen en parken.

Bloeit van maart tot juni; éénjarige plant.


Klokjesgentiaan – Gentiana pneumonanthe  (gentiaanfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Heidehommel.

De Klokjesgentiaan is een soort die overal achteruitgaat. Het is een soort van natte en voedselarme standplaatsen met een geringe schommeling van de watertafel en een regelmatig maairegime. De plant groeit aan hoogveenranden, in vegetaties met Gewone Dophei en op blauwgraslanden. In Vlaanderen komt deze soort alleen nog in natuurgebieden voor. De blauwe, gesteelde en alleenstaande klokvormige bloemen zijn 3 tot 5 cm lang en bloeien van juli tot september. Ze openen zich bij 25 °C en worden bestoven door hommels. Het is de vrijwel enige waardplant van het Gentiaanblauwtje (vlinder).

Bloeit van juli tot september; vaste plant.


Knikkende Distel – Carduus nutans  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Boomhommel, Steenhommel, Boshommel, Moshommel, Zandhommel, Gewone Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Bruine Slobkousbij (nectar), Grote Bladsnijder, Tuinbladsnijder.

Dode stengels van deze plant kunnen in gebruik worden genomen door soorten als de Geelgespoorde Houtmetselbij. Groeit op een voedselrijke, stikstofrijke en kalkhoudende bodem, vooral in de duinen. De plant bloeit met paarsachtige bloemen, die in knikkende hoofdjes van 3 tot 6 cm breed staan. Het is niet zelden de hoogste plant in schrale, maar overbegraasde weilanden. Deze plant wordt nog zeer vaak chemisch bestreden.

Bloeit van juni tot september; tweejarige plant.


Knolboterbloem – Ranunculus bulbosus  (ranonkelfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Geriemde Zandbij, Goudpootzandbij, Asbij, Grasbij, Roodgatje, Ranonkelbij, Viltvlekzandbij, Witbaardzandbij, Zwartbronzen Zandbij, Rosse Metselbij, Kraagbloedbij.

Groeit bij ons vooral aan de kust op zandgronden, langs wegen en op dijken, meestal tussen grassen op zonnige, droge plaatsen. Een matig voedselrijke bodem die niet te vaak wordt bemest, is een geschikte groeiplek. De plant bloeit met gele, gesteelde en alleenstaande bloemen. De larven van het Zuidelijk Weidegitje (zweefvlieg) hebben waarschijnlijk deze plant als voedselplant.

Bloeit van begin maart tot eind juni; vaste plant.


Knoopkruid – Centaurea jacea   (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel, Grote Tuinhommel, Steenhommel, Boshommel, Late Hommel, Gewone Koekoekshommel, Lichte Koekoekshommel, Veldhommel, Heidehommel (mannetjes), Donkere Tuinhommel (mannetjes).

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen:  Grasbij, Kruiskruidzandbij, Pluimvoetbij, Tronkenbij, Blauwe Ertsbij, Bonte Viltbij, Breedbandgroefbij, Roodpotige Groefbij, Parkbronsgroefbij, Gewone Geurgroefbij, Glanzende Bandgroefbij, Zesvlekkige Groefbij, Gewone Behangersbij, Kauwende Metselbij, Zwartbronzen Houtmetselbij, Tuinbladsnijder, Klokjesdikpoot, Distelbehangersbij, Kielstaartkegelbij, Geelgerande Tubebij, Zwarte Tubebij, Honingbij.

Groeit op voedselrijke grond in graslanden, open plekken in bossen, wegbermen en op stenige plaatsen. Het is een vrij algemene plant. Deze plant wordt door vee gemeden. De plant wordt in steden soms ingezaaid. Dit is één van de belangrijkste drachtplanten voor bijen tijdens het late voorjaar. Het is een goede stuifmeel- en nectarplant voor hommels. De stuifmeelklompjes zijn lichtgrijs. In de nauwe bloembuis stijgt de nectar zo hoog dat hij ook voor korttongige bijen bereikbaar is. Het is een goede nectarplant voor dagvlinders.

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Knopig Helmkruid – Scrophularia nodosa  (helmkruidfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Weidehommel, Heidehommel, Tuinhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grote Wolbij, Gewone Slobkousbij, groefbijen, Honingbij.

Groeit op beschaduwde vochtige plaatsen, zoals in bossen, maar ook op meer ruderale plaatsen. De plant staat meestal alleen. De bloemen zijn bruinrood gekleurd. Ze kaatsen het UV-licht sterk terug en trekken hierdoor bestuivende insecten aan. Deze insecten worden ook nog aangetrokken door de sterke geur. Vooral wespen halen nectar onder uit de kroonbuis en bestuiven tegelijkertijd de bloemen. Er treedt ook zelfbestuiving op. Het is een goede stuifmeel- en nectarplant voor hommels. Ook Honingbijen bezoeken veelvuldig de bloemen. De larven van het Bosgitje (zweefvlieg) leven in de wortels van deze plant.

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Koninginnekruid – Eupatorium cannabinum  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Veldhommel, Gewone Koekoekshommel, Vierkleurige Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Breedbandgroefbij, Grote Bloedbij, Slanke Groefbij, Gewone Slobkousbij (nectar), Honingbij.

Deze plant komt van nature voor op vochtige plaatsen, meestal langs oevers tussen riet en biezen, ook op kapvlakten in vochtige tot natte loofbossen en in kalkrijke duinvalleien. De vijfkantige vruchtjes hebben veel vruchtpluis en zweven over een grote afstand weg. De roze bloemen van deze plant oefenen een zeer grote aantrekkingskracht uit op insecten zoals bijen, hommels, vlinders en zweefvliegen, zodat dit een uitstekende plant is om te gebruiken in perken en plantsoenen. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels. De stuifmeelklompjes zijn vuilwit. De bloemen produceren ook heel wat nectar. Het is ook een belangrijke plant voor vlinders, zoals de Goudgele Boorder.

Bloeit van juli tot en met september; vaste plant.


Koningskaars – Verbascum thapsus  (helmkruidfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel, Grote Tuinhommel, Weidehommel, Late Hommel, Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grote Wolbij, Honingbij.

Stengels van deze plant kunnen als nestplaats worden gebruikt door soorten als  de Tuinbladsnijder. De plant levert ook plantenharen voor de Grote Wolbij. Houdt van droge, kalkhoudende en zonnige plaatsen. We kunnen deze plant aantreffen in de duinen, in wegbermen, langs spoordijken, op grasvelden, op stortplaatsen en in bosranden. Het is geen spoorwegadventief maar hij vindt op een zonnige spoordijk zon, warmte en droge grond. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels.

Bloeit van juli tot september; tweejarige plant.


Koolzaad – Brassica napus   (kruisbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel, Grote Tuinhommel, Weidehommel, Veldhommel, Wilgenhommel, Aardhommel, Vierkleurige Koekoekshommel, Grote Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Blauwe Zandbij, Asbij, Geriemde Zandbij, Gewone Dwergzandbij, Gewone Rozenzandbij, Grijze Rimpelrug, Goudpootzandbij, Grasbij, Roodgatje, Tweekleurige Zandbij, Viltvlekzandbij, Vosje, Witbaardzandbij, Witkopdwergzandbij, Zilveren Zandbij, Zwartbronzen Zandbij, Wimperflankzandbij,  Roodpotige Groefbij, Parkbronsgroefbij, Gewone Geurgroefbij, Langkopsmaragdgroefbij, Breedbandgroefbij, Gewone Wespbij, Roodzwarte Dubbeltand, Gehoornde Metselbij, Rosse Metselbij, Honingbij.

Wordt vooral geteeld voor de zaden, die tot 40 % olie bevatten, en als veevoer. De plant verwildert vaak op een voedselrijke bodem en op omgewerkte grond. In akkerrandenmengsels is deze plant minder aan te bevelen omdat de zaden oliehoudend zijn en lange tijd overleven in de bodem. De plant trekt ook slakken aan. Deze plant helpt ook het Bietencystenaaltje te overleven. Het is wel een zeer goede stuifmeelplant voor hommels en andere bijen. Met name de Wilgenhommel blijkt een goede bestuiver te zijn. De bloemen worden ook bezocht voor de nectar. Het bijenbezoek zorgt voor een verhoging van de opbrengst van deze plant. Het is een nectarplant voor dagvlinders en ook een waardplant voor enkele vlindersoorten.     

Bloeit van begin april tot eind september; één- of tweejarige plant.


Korenbloem – Centaurea cyanus  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Steenhommel, Late Hommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grasbij, Roodpotige Groefbij, Breedbandgroefbij, Gewone Geurgroefbij, Matte Bandgroefbij, Gewone Behangersbij, Tuinbladsnijder, Honingbij.

Komt oorspronkelijk uit Zuid- en Oost-Europa, maar is reeds lang ingeburgerd bij ons. Deze plant groeit normaal tussen koren en in moestuinen maar is op veel plaatsen zeldzaam geworden. Sporadisch wordt ze nog gevonden in wintergraanakkers, rommelige bermen en akkers, vooral op zandgrond. Vroeger kwam de plant vooral in roggevelden voor. De zaden zijn lang kiemkrachtig.  De plant is sterk achteruitgegaan door een verbeterde schoning van het zaaizaad, door het gebruik van herbiciden, door het gebruik van mest (vermesting) en door de teelt van maïs in plaats van graan. Bij de Korenbloem bevinden de nectariën zich aan de buitenkant van de bloemknop, waardoor de nectar ook buiten de bloeiperiode beschikbaar is voor insecten. Het is een uitstekende bijenplant, die nog veel te weinig wordt uitgezaaid in het stedelijke milieu. De bloemen worden zowel voor de nectar als het stuifmeel bezocht.  

Bloeit van begin mei tot eind juli; éénjarige plant.


Kruipend Stalkruid – Ononis repens  (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Zilveren Fluitje, Lathyrusbij, Grote Wolbij, Kleine Wolbij, Grote Bladsnijder, Tuinbladsnijder, Kustbehangersbij.

Komt voor in de duinen, op een zonnige en droge standplaats, niet te voedselrijk en min of meer kalkhoudend. Het is een zeer belangrijke drachtplant voor sommige typische duinsoorten zoals het Zilveren Fluitje. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels. We kunnen de plant soms aantreffen in het binnenland op aangevoerd zand. De stengels kruipen en vormen wortels, zodat er op die plaats weer een nieuwe plant ontspruit. De bloemen zijn roze. Ook de zeer zeldzame Stalkruidspanner, een nachtvlinder, kan op deze plant worden gezien.

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Kruipend Zenegroen – Ajuga reptans  (lipbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel, Tweekleurige Koekoekshommel, Heidehommel, Zandhommel, Rode Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Sachembij, Blauwe Metselbij, Rosse Metselbij, Bruine Rouwbij, Honingbij.

Is een kruipende plant met tot 20 cm lange bovengrondse wortelende uitlopers die nieuwe rozetten vormen. Op de wortelknoppen ontstaan er nieuwe planten, terwijl de oude afsterven. De plant bezet soms grote oppervlakken. Ze groeit op een vochtige en voedselrijke bodem in schaduwrijke duinpannen, vochtige bossen, buitenplaatsen en parken. Deze soort wordt ook wel gekweekt als een bodembedekkende sierplant in tuinborders, maar het betreft dan vaak een variëteit met bruine bladeren. Deze plant en ook de gecultiveerde Ajuga-soorten trekken veel bijen en ook vlinders aan. Het gele stuifmeel van deze plant komt maar op een kleine plek op de kop van de hommels terecht. Vaak is dit net boven de aanhechting van de tong. 

Bloeit in mei en juni; vaste plant.


Kruipende Boterbloem – Ranunculus repens  (ranonkelfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel, Steenhommel, Veldhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Bremzandbij, Witkopdwergzandbij, Geriemde Zandbij, Goudpootzandbij, Ereprijszandbij, Gewone Dwergzandbij, Grasbij, Tweekleurige Zandbij, Viltvlekzandbij, Ranonkelbij, Gewone Geurgroefbij, Kleigroefbij, Parkbronsgroefbij, Rosse Metselbij, Gehoornde Metselbij, Kraagbloedbij, Grote Klokjesbij (nectar), Honingbij.

Is een algemene plant van vochtige plaatsen. We vinden de plant vooral op open en grazige standplaatsen op een vochtige, stikstofhoudende leemgrond. De soort wortelt tot 50 cm diep. Ze komt als pionier ook voor op verdichte gronden of op zeer natte gronden. Op akkers wijst deze plant zelfs op bodemverdichting. Niet zelden ook groeit de plant op plaatsen met een hoge grondwaterstand. De bovengrondse uitlopers kunnen op de knopen wortelen. De plant wordt door het vee gemeden. In steden vindt men deze soort regelmatig op grasvelden. De plant is bestand tegen een intensief maaibeheer. Deze soort wordt vrijwel alleen door de Ranonkelbij gebruikt voor het stuifmeel. Andere soorten lusten het stuifmeel niet en bezoeken de plant alleen voor de nectar.

Bloeit van begin maart tot eind juni; vaste plant.


Kruisdistel – Eryngium campestre  (schermbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Rode Maskerbij, Klimopbij, Roodrandzandbij, Honingbij.

Groeit in de duinen, langs de grote rivieren en in rivierduinen, op  een zonnige, droge, open tot grazige plaats op min of meer kalkhoudend zand en zandige klei. De plant bloeit met witte bloemen die in hoofdjes staan. 

Bloeit in juli en augustus; vaste plant.


Kruldistel – Carduus crispus  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Grote Koekoekshommel, Grashommel, Rode Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Behangersbij, Tronkenbij, Zwartbronzen Houtmetselbij, Breedbandgroefbij, Vierbandgroefbij, Honingbij.

Is een algemene distel die voorkomt op dijken, langs wegen, in ruigten en lichte loofbossen, op industrieterreinen, op een voedselrijke, maar niet te natte bodem. De bloemen zijn paarsachtig. De bloemen worden door bijen bezocht voor de nectar en het stuifmeel. De stuifmeelklompjes zijn wittig-roze gekleurd.

Het stuifmeel is paars gekleurd.

De nectar is ook voor korttongige bijen te bereiken. Het is een goede nectarplant voor dagvlinders. De vruchtjes worden graag gegeten door Distelvinken. 

Bloeit van juli tot september; tweejarige plant.


Lamsoor – Limonium vulgare  (strandkruidfamilie)

Bloembezoek door hommels: Moshommel.

Bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Is een typische soort van zoute tot sterk brakke wateren, slikken en lage schorren. De plant heeft vlezige bladeren, om zoveel mogelijk water te kunnen opslaan en zo weinig mogelijk water te laten verdampen. Zaadjes van Lamsoor kunnen alleen kiemen als het tijdelijk wat minder zout is, bijvoorbeeld bij dood tij in een regenrijke periode. Van juli tot oktober draagt de plant paarse bloemen in pluimen of schermvormige trossen. Bij ons komt de soort enkel langs de kust voor. Het is een halofyt, dit wil zeggen een zoutminnende plant. Aan de bladeren hangen soms zoutkristallen. Plaatselijk vormt ze grote bestanden, maar het is een bedreigde plant. Vooral indijkingen en andere kunstmatige ingrepen aan de kust zijn de grootste bedreigingen. De bloemen worden zowel voor het stuifmeel als de nectar door hommels bezocht. 

Bloeit van juli tot oktober; vaste plant.


Late guldenroede – Solidago gigantea  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Steenhommel, Zandhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Kruiskruidzandbij, Pluimvoetbij, Tronkenbij, Tuinmaskerbij, Gewone Geurgroefbij, Gewone Slobkousbij (alleen voor nectar), Donkere Wespbij, Honingbij.

Komt voor op natte tot vochtige, voedselrijke, omgewerkte grond aan rivieroevers en onbebouwde terreinen. Deze soort wordt ook als tuinplant gekweekt. Het is een nectarplant voor dagvlinders en zweefvliegen. Het is een goede bijenplant, maar het is wel een invasieve exoot, afkomstig uit Noord-Amerika.

Bloeit van juli tot en met september; vaste plant.


Lelietje-van-Dalen – Convallaria majalis  (aspergefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Komt tamelijk algemeen voor in loofbossen op matig vochtige leemachtige bodems en op duinhellingen. Het plantje bloeit met witte, soms klokvormige bloempjes die in aarvormige trossen staan. De bloemen geuren zeer aangenaam en worden graag bezocht door vliegen en hommels. De vruchten zijn bessen. Deze bessen -en trouwens ook de andere plantendelen- zijn zeer giftig voor de mens. De plant heeft een kruipende wortelstok en vormt dan ook veelal grote groepen. Deze plant wordt in de stad vaak aangetroffen op kerkhoven en begraafplaatsen.

Bloeit van april tot juni; vaste plant.


Look-zonder-look – Alliaria petiolata  (kruisbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Goudpootzandbij, Grasbij, Viltvlekzandbij, Gewone Dubbeltand, Gewone Wespbij.

Groeit op een vochtige en voedselrijke bodem op halfbeschaduwde tot beschaduwde plaatsen in loofbossen, langs bospaden, langs beken, in houtwallen en duinbossen. Vroeger werd deze plant veel in boerentuinen gekweekt. De witte bloemen worden graag bezocht door bijen en zweefvliegen, maar er treedt toch meestal zelfbestuiving op. De zaadjes zijn bijna zwart gekleurd.  Het is een goede nectarplant en ook een belangrijke waardplant voor vlinders (Oranjetipje, Groot Koolwitje, Klein Geaderd Witje, Klein Koolwitje en Nunvlinder).

Bloeit van april tot juni; tweejarige plant.


Luzerne – Medicago sativa  (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Grashommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grasbij, Geelstaartklaverzandbij, Lathyrusbij, Gewone Langhoornbij, Luzernebehangersbij, Rosse Metselbij, Blauwe Metselbij, Grote Wolbij, Klaverdikpoot, Honingbij.

Is oorspronkelijk afkomstig uit Zuidwest-Azië en Noord-Afrika, maar werd reeds sinds de Oudheid ingevoerd voor de kweek als voedergewas. De plant komt verwilderd voor op alle mogelijke geschikte plaatsen tussen hakhout en in bermen en groeit op een kalkrijke, droge grond en verdraagt ook zout in de bodem. Luzerne kan met behulp van bacteriën die zich in de wortelknolletjes bevinden stikstof uit de lucht binden. Het is een goede stuifmeel- en nectarplant voor bijen. Honingbijen bezoeken deze plant vooral voor de nectar. Luzerne heeft voldoende warmte nodig voor een optimale nectarproductie. De Luzernebehangersbij verzamelt wel het stuifmeel en draagt dan ook sterk bij tot de bestuiving van de plant. Het is ook een goede nectarplant voor dagvlinders. Deze plant groeit zeer overvloedig. Het is één van de waardplanten van de vlinders Gele Luzernevlinder, Oranje Luzernevlinder, Gamma-uil, Bruine Daguil en Witte Tijger.

Bloeit van begin mei tot eind augustus; vaste plant.


Madeliefje – Bellis perennis  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Weidehommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Berijpte Geurgroefbij, Gewone Geurgroefbij, Bonte Wespbij, Donkere Wespbij, Ereprijszandbij, Geeltipje, Gewone Dubbeltand, Gewone Wespbij, Goudpootzandbij, Kleigroefbij, Kortsprietwespbij, Roodgatje, Rosse Metselbij, Sierlijke Wespbij, Slanke Groefbij, Tronkenbij, Witbaardzandbij, Vosje, Grasbij, Zwartbronzen Zandbij, Tweekleurige Zandbij, Witkopdwergzandbij, Zilveren Zandbij, Tronkenbij, Honingbij.

Met de zeer kenmerkende gele buisbloempjes omringd door witte lintbloemen, is dit een zeer algemeen plantje van gazons, weilanden en wegbermen. De bladeren vormen een wortelrozet dicht bij de grond. Dit houdt de bladeren buiten het bereik van grazers en maaimachines. De bloemen zorgen voor voedsel voor de eerste zandbijen, hommelkoninginnen en andere bestuivers in het begin van de lente. Zelfs Honingbijen bezoeken de bloemen van deze plant.

Bloeit het hele jaar door (met een hoofdbloei van begin maart tot eind juni) tot de eerste vorst; vaste plant.


Malrove – Marrubium vulgare  (lipbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: metselbijen, Honingbij.

Is een plant met witte lipbloemen. Deze soort groeit op kalkrijke duinen, op zonnige en droge plaatsen, op plaatsen die met schapen worden begraasd. De schapen verspreiden de zaden en bemesten de bodem. Overigens verdraagt de plant weinig betreding. De plant wordt vaak op krijthellingen gevonden. In het kustgebied is de soort zeer zeldzaam. De bodem moet luchtig, humusarm, kalk- en stikstofrijk en ammoniakhoudend zijn.

Bloeit van juni tot de eerste vorst; vaste plant.


Mannetjesereprijs – Veronica officinalis  (weegbreefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Ereprijszandbij, Geriemde Zandbij, Wimperflankzandbij, Gewone Smaragdgroefbij, Halfglanzende Groefbij, Lichte Bloedbij, Roodsprietwespbij, Roodzwarte Dubbeltand, Smalbandwespbij, Honingbij.

Groeit op een droge, min of meer zure en zandige grond in lichte bossen, duinen, graslanden en heiden. De plant bloeit met blauwe bloemen die in lange, losse aren aan het stengeleinde staan. Het is een sterk vertakte plant die hierdoor grote oppervlakten kan bezetten. De nectar is goed bereikbaar, ook voor korttongige bijen.

Bloeit van mei tot augustus; vaste plant.


Melige Toorts – Verbascum lychnitis  (helmkruidfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Is een plant van open, droge, voedselrijke en kalkrijke plaatsen langs rivieren, spoorwegen en wegen. We vinden de plant ook in bosranden. De plant bloeit met witte of geelachtige bloemen. De plant wordt bezocht door Honingbijen maar vaak hebben de hommels in de vroege ochtend de nectar reeds uit de bloemen gepuurd.

Bloeit van juni tot oktober; tweejarige plant.


Melkkruid – Glaux maritima  (sleutelbloemfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Dankt zijn naam aan het melksap in de stengel. Deze plant bloeit met rode of roze klokvormige bloemen  en groet vooral op zilte kleigrond, zilte groene stranden en hoge schorren in het kustgebied. Het is een zouttolerante plant met een gedrongen groeiwijze. De plant mijdt wel plaatsen die overstroomd worden. 

Bloeit van mei tot augustus; vaste plant.


Middelste Ganzerik – Potentilla intermedia  (rozenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Rode Maskerbij, Bosbloedbij, Glanzende Dwergbloedbij, Lichte Bloedbij, Pantserbloedbij, Witkopdwergzandbij, Honingbij.

Groeit op droge, zandige, door de mens verstoorde plaatsen, zoals op spoorwegemplacementen, in zandige wegbermen en in zandafgravingen. Deze plant bloeit met gele bloemen die in bijschermen staan.

Bloeit van juni tot augustus; vaste plant.


Middelste Teunisbloem – Oenothera biennis  (teunisbloemfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Ook Gewone Teunisbloem genoemd. Komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika, maar verwilderde vanuit tuinen. Deze plant komt vooral voor in het kustgebied, op omgewerkte stenige en zandige bodem. Vaak treft men de plant ook langs spoorwegen aan. De zaden kunnen jaren overleven in de grond tot de omstandigheden gunstig genoeg zijn om te ontkiemen. De plant koloniseert kale zandgronden. Vooral in de duinen verdringt ze andere vegetatie. De gele bloemen van 5 tot 6 cm groot en staan alleen of in trossen. Ze openen zich vooral in de late namiddag en geuren ‘s nachts. Hiermee trekken ze nachtvlinders aan, die mee instaan voor de bestuiving. De bloemen bloeien slechts een paar dagen. De bloei zet onderaan in en gaat tijdens het seizoen verder tot bovenin de plant. Het is een goede hommelplant. Het is één van de waardplanten van de vlinders Groot Avondrood en Teunisbloempijlstaart. De bloemen worden omwille van de nectar en het stuifmeel graag bezocht door hommels. Deze zijn dan vaak over het hele lichaam bedekt met slierten stuifmeel van de bloemen van deze plant. De bijen moeten de nectar ofwel vroeg in de morgen, ofwel laat op de dag halen, want de bloei valt vooral ’s nachts.

Bloeit van juni tot september; tweejarige plant.


Moerasandoorn – Stachys palustris  (lipbloemigen)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Tuinhommel, Akkerhommel, Moshommel, Zandhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Andoornbij, Grote Wolbij, groefbijen, Honingbij.

Groeit in rivieroevers en moerassen tussen hoog riet en op drijftillen en in vochtige bossen op een zonnige tot licht beschaduwde standplaats met een natte tot vochtige, voedselrijke, humeuze, neutrale tot zwak zure bodem. Het is een belangrijke stuifmeelplant voor de Andoornbij. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels.

Bloeit van juli tot september; vaste plant.


Moerasrolklaver – Lotus pedunculatus  (vlinderbloemigen)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Boshommel, Steenhommel, Heidehommel, Akkerhommel, Aardhommel, Boshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Geelstaartklaverzandbij, Grasbij, Grote Bladsnijder, Tuinbladsnijder, Grote Wolbij, Geelgespoorde Houtmetselbij, Slanke Kegelbij, Kleine Harsbij, Honingbij.

Groeit op vochtige kalkarme en matig voedselrijke standplaatsen, zoals vochtige graslanden, wateroevers, hoogveenranden, natte duinvalleien en drassige kapvlakten. Het is een tamelijk algemene plant, die best gedijt op een zand- of leembodem. Het is een pionierssoort op natte, humusarme bodems van afgegraven terreinen. De bodem is meestal niet te zuur en matig voedselrijk. De plant wordt ook gekweekt als veevoeder. Het is één van de waardplanten van de Sint-Jansvlinder. Het is een nectarplant voor dagvlinders.

Bloeit van juni tot augustus; vaste plant.


Moerasspirea – Filipendula ulmaria  (rozenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Weidehommel, Late Hommel, Aardhommel, Tuinhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: groefbijen, Honingbij.

Is een algemeen voorkomende plant langs waterkanten, in vochtige weiden, in drassige hooilanden, in bossen

en in de randen van veengebieden. De standplaatsen zijn voedselrijk. De Moerasspirea bloeit van juni tot september met roomgele schuimvlokachtige bloemen die in schermvormige pluimen staan. De bloemen hebben 5 teruggebogen kelkbladeren en 5 kroonbladeren. Ze hebben verschillende meeldraden en verspreiden een zoete geur. Het is een goede stuifmeelplant voor bijen. Het stuifmeel is geel gekleurd. De bloemen produceren geen nectar. Het is één van de waardplanten van de vlinders Moerasspirea-uil, Grote Beer, Bonte Beer, Nachtpauwoog en Kleine Beer.

Bloeit van juni tot begin september; vaste plant.


Moeraswespenorchis – Epipactis palustris  (orchideeënfamilie)

Bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Bloembezoek door andere bijen:  groefbijen, Honingbij.

Bloeit met witte en/of gele en/of roze bloemen in aarvormige trossen. De plant komt soms in groot aantal (soms honderden exemplaren bijeen) voor door de vertakkende wortelstok. Deze zeldzame orchidee groeit in grazige vegetaties in vochtige duinpannen, vochtige bossen en (kalk)moerassen op zonnige plaatsen en op een matig voedselrijke en kalkrijke bodem. Soms komen er populaties van deze plant voor op natte, opgespoten terreinen in havengebieden. Naast wespen zijn ook bijen, hommels, vliegen, kevers en soms zelfs mieren betrokken bij de bestuiving van deze plant.

Bloeit van juni tot augustus; vaste plant.


Muizenoor – Hieracium pilosella  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Berijpte Geurgroefbij, Biggenkruidgroefbij, Roodpotige Groefbij, Gewone Geurgroefbij, Kortsprietgroefbij, Gewone Smaragdgroefbij, Matte Bandgroefbij, Paardenbloembij, Geriemde Zandbij, Texelse Zandbij, Zilveren Zandbij, Gewone Dwergzandbij, Kleine Roetbij, Grote Roetbij, Pluimvoetbij, Tuinbladsnijder, Honingbij.

De Grote Wolbij haalt de haartjes voor het maken van de broedcellen onder meer bij deze plant. Groeit op droge en schrale graslanden, in wegbermen, langs spoordijken, op heideterreinen en op zandgronden. We vinden de plant op een voedselarme, droge en zonbeschenen grond. De zaden zijn zonder bevruchting toch kiemkrachtig. Het gras op de groeiplaatsen moet laag blijven. Begrazing is dus gunstig voor deze plant. Het is een goede bijenplant en een waardplant van de Schaaruil (vlinder).

Bloeit in mei en juni; vaste plant.


Muskuskaasjeskruid – Malva moschata  (kaasjeskruidfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Tweekleurige Zandbij,  Gewone Geurgroefbij, Gewone Franjegroefbij, Klokjesdikpoot, Kattenstaartdikpoot, Grote Klokjesbij, Kleine Klokjesbij, Honingbij.

De mannetjes van de Klokjesdikpoot overnachten vaak in deze plant. Groeit als een vrij algemene plant in wegbermen, open bosschages, schrale graslanden, vaak in de buurt van gebouwen en op iets beschaduwde plaatsen die door de mens zijn beïnvloed. De bodem moet vochtig en zeer voedselrijk zijn. De plant is grotendeels uit tuinen verwilderd. Soms wordt deze goede bijenplant uitgezaaid. Het is één van de waardplanten van de Distelvlinder en een belangrijke waardplant van het Kaasjeskruiddikkopje. De plant trekt verschillende hommels aan, die dan vooral aangetrokken worden door de nectar.

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Muurbloem – Erysimum cheiri  (kruisbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Blauwe Zandbij, Rosse Metselbij, Gewone Sachembij, Honingbij.

Is een typische stadsplant. Het is een zeldzame plant, afkomstig uit het Middellandse Zeegebied, maar reeds sedert de Romeinse Tijd in Europa verspreid is. Het is één van onze oudste sierplanten. De gele (of soms rode) bloemen trekken veel bijen aan. Deze soort groeit op oude muren zoals stadsmuren en ruïnes die gevoegd zijn met kalkspecie, ook op kalkrotsen en in oude steengroeven op warme, beschutte plaatsen. In stedelijke gebieden houdt de plant stand op zeer oude, verweerde muren die met zachte kalkspecie zijn gevoegd, vooral op muren die tot 1870 zijn gebouwd met kalk, zand of gemalen tufsteen. Nieuwe specie zal pas na 15 tot 20 jaar voldoende uitgeloogd zijn. De ragfijne worteltjes vinden een goed houvast in de poreuze ondergrond. Het vocht kan goed in de kalkspecie trekken.

Bloeit in mei en juni; vaste plant.


Muurhavikskruid – Hieracium murorum  (composieten)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Lichte Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grote Roetbij, Kauwende Metselbij, Kleine Roetbij, Pluimvoetbij, Bleekvlekwespbij, Matglanswespbij.

Ook Vroeg Havikskruid genoemd. Is een courante stadsplant. Deze plant groeit op matig voedselrijke grond in loofbossen, in houtwallen maar ook langs wegen en zelfs tussen bestrating en in muurvoegen. We vinden de plant op een vrij voedselrijke bodem, vaak op een beschaduwde plaats. De gele bloemen trekken veel bijen aan.

Bloeit van mei tot juli; vaste plant.


Muurpeper – Sedum acre  (vetplantenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Glanzende Dwergbloedbij, Lichte Bloedbij, Pantserbloedbij, Tuinmaskerbij, Brilmaskerbij, Gewone Maskerbij, Poldermaskerbij, Weidemaskerbij, Roodpotige Groefbij, Tweelobbige Wolbij, Honingbij.

Groeit op open, droge, kalkhoudende zandgrond, op opgespoten zand, op muren en daken, langs spoorlijnen, op stenen wallen en ook op stranden en in jonge duinen. Het plantje vormt liggende stengels die zich vaak vertakken. De bladeren zijn dikvlezig en priemvormig. De Muurpeper wordt vaak gebruikt bij de aanleg van groendaken door de ondiepe worteling. Het is uit zichzelf ook een pionier op muren en zelfs grinddaken. Deze plant stelt geen hoge eisen aan de groeiplek. Wat los zand tussen de tegels op de stoep of een kademuur zijn voldoende voor de wortels om te hechten. Deze plant is bestand tegen langdurige droogteperiodes. De bladeren zijn kort en dik en houden gedurende een lange periode veel water vast. De gele bloemen bieden veel stuifmeel en nectar voor vlinders, hommels en bijen en dragen zo bij aan het leefgebied van deze soorten. De (giftige) bladeren zelf worden door weinig soorten gesmaakt, behalve dan door enkele bladluizen en het Muurpepervleugelwippertje, een nachtvlinder die mijnen maakt in de bladeren.

Bloeit in juni en juli; vaste plant.


Paarse Dovenetel – Lamium purpureum  (lipbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel, Boshommel, Steenhommel, Aardhommel, Tuinhommel, Grote Tuinhommel, Weidehommel, Grote Koekoekshommel, Moshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Sachembij, Blauwe Metselbij, Rosse Metselbij, Grote Wolbij, Honingbij.

Komt het meest voor op droge zand- en leembodems op open grond en wegbermen. De plant bloeit met paarse lipbloemen en kan tot in de binnensteden worden aangetroffen, vaak in de voeg tussen tegels en muren. Deze plant is vooral in het voorjaar een belangrijke nectarbron voor hommelkoninginnen (onder meer Akkerhommel). Het is ook een nectarplant voor overwinterende dagvlinders in het voorjaar. Het is een goede stuifmeelplant voor bijen.  

Bloeit van maart tot oktober; éénjarige plant.


Pastinaak – Pastinaca sativa  (schermbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Rode Maskerbij, Kortsprietwespbij, groefbijen, zandbijen, Honingbij.

Is een typische stadsplant die we kunnen aantreffen op een voedsel- en kalkrijke bodem in wegbermen, op afvalhopen, langs spoordijken, in uiterwaarden en op graslanden. Meestal groeit ze in klei- en duingebieden. Het is één van de waardplanten van de Koninginnepage. Deze plant trekt ook veel kevers en zweefvliegen aan. Ook insecten met een korte tong kunnen op de bloemen nectar puren. Hommels en Honingbijen staan in voor de bestuiving van deze plant. Het stuifmeel wordt vooral voor de middag verzameld. De bloemen worden door hommels zowel voor de nectar als het stuifmeel bezocht. De stuifmeelklompjes zijn lichtbruin gekleurd.   

Bloeit van juli tot september; tweejarige plant.


Peen – Daucus carota   (schermbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Grote Tuinhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Brilmaskerbij, Gehoornde Maskerbij, Gewone Maskerbij, Tuinmaskerbij, Kleine Lookmaskerbij, Glimmende Dwergzandbij, Kortsprietmaskerbij, Schermbloemzandbij, Stipmaskerbij, Tuinmaskerbij, Zilveren Zandbij, Zompmaskerbij, Fluitenkruidbij, Gewone Dwergzandbij, Witkopdwergzandbij, Breedkaakgroefbij, Steilrandgroefbij, Glanzende Groefbij, Gewone Franjegroefbij, Roodpotige Groefbij, Kleine Spitstandbloedbij, Grote Spitstandbloedbij, Honingbij.

Is een algemene plant die voorkomt op een open, voedselrijke, meestal ook kalkrijke bodem, zoals in droge graslanden, wegbermen en op dijken. De plant is herkenbaar aan het feit dat er midden in het bloemscherm één bloempje zit, dat zwart of zeer donker rood is gekleurd. Het is een belangrijke waardplant van de Koninginnepage (vlinder). Het is een goede stuifmeel en/of nectarplant voor bijen, dagvlinders, graafwespen, kevers en zweefvliegen. Ook nadat de bloemschermen ogenschijnlijk zijn uitgebloeid, blijven ze nog nectar afscheiden. Bloeit van juni tot de eerste vorst; tweejarige plant.


Pinksterbloem – Cardamine pratensis  (kruisbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Asbij, Gewone Dwergzandbij, Goudpootzandbij, Grasbij, Tweekleurige Zandbij, Viltvlekzandbij, Gehoornde Metselbij, groefbijen, Honingbij.

Is een typische plant van vochtige weiden. De plant komt ook voor in vochtige loof- en gemengde bossen, soms zelfs op lichte plaatsen in naaldbossen, en dikwijls langs wateroevers. De honing wordt afgescheiden door twee kleine honingkliertjes, zodat deze plant talloze insecten aantrekt. Op de stengel zijn vaak larven van het Schuimbeestje (cicade) aanwezig. Deze plant is één van de waardplanten van het Oranjetipje (vlinder). Het is ook de waardplant van de Pinksterbloemlangsprietmot. Het is een goede drachtplant voor de Honingbij. Bijen bezoeken de bloemen zowel voor de nectar als het stuifmeel. Het stuifmeel is lichtbruin gekleurd.

Bloeit van april tot juni; vaste plant.


Poelruit – Thalictrum flavum  (ranonkelfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: groefbijen, Honingbij.

een veen- en oeverplant met een hoogte van 45 tot 90 cm. We vinden de plant vooral langs waterkanten en in drassig grasland. Deze plant bloeit met gele bloemen die in pluimen staan. Het zijn de meeldraden die de pluimen de gele kleur geven. De bloemen hebben 4 kelkbladeren en vele rechtopstaande meeldraden, waardoor de pluimen er pluizig uitzien. Insecten worden aangetrokken door de kleurrijke bloeiwijzen. Het is een goede stuifmeelplant voor bijen. Het stuifmeel is geel gekleurd.  Ook de wind draagt bij tot de bestuiving. Het is een belangrijke waardplant voor de rupsen van de vlinders Akelei-uil en Poelruitspanner.

Bloeit in juni en juli; vaste plant.


Polei – Mentha pulegium  (lipbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij

Groeit langs oevers en in moerassen op zand- en kleigrond op plaatsen die in de winter onder water staan en in de zomer uitdrogen. De groeiplaatsen zijn voedselrijk. De ondergrondse uitlopers zijn goed bestand tegen zuurstofarme omstandigheden. Deze plant groeit pas laat in de zomer op plaatsen waar weinig andere planten voorkomen. De plant bloeit met roze lipbloemen in bundels of kransen.

Bloeit in augustus en september; vaste plant.


Raapzaad – Brassica rapa  (kruisbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel, Grote Tuinhommel, Weidehommel, Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere soorten: Goudpootzandbij, Grasbij, Roodgatje, Vosje, Blauwe Zandbij, Zilveren Zandbij, Zwartbronzen Zandbij, Wimperflankzandbij, Honingbij.

Deze plant groeit vooral in wegbermen, spoorwegbermen, taluds met open plekken en op ruderale terreinen. Het is een goede stuifmeelplant voor bijen.

Bloeit van begin april tot eind september; tweejarige plant.


Rankende Helmbloem – Ceratocapnos claviculata  (papaverfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Heideviltbij.

Groeit op beschaduwde kapvlakten en bossen op zure, oude zandgronden over liggend sprokkelhout en laagblijvende struiken op een stikstofrijke bodem. De plant draagt witte of gele bloemen die in trossen staan. De ranken hechten zich aan andere planten.

Bloeit van juni tot september; éénjarige plant.


Rapunzelklokje – Campanula rapunculus  (klokjesfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Veenhommel, Weidehommel, Late Hommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grote Klokjesbij, Kleine Klokjesbij, Klokjesdikpoot, Tweekleurige Zandbij, Tweelobbige Wolbij (voorkeur), Grote Bladsnijder, Gewone Maskerbij.

De Klokjesdikpoot slaapt ook soms in de bloemen van deze plant. Bloeit met paarsachtige klokvormige bloemen die in trossen staan. Deze plant groeit op grazige zandgrond, vooral langs de grote rivieren en op open plekken in de grasvegetatie. Het is een goede stuifmeelplant.

Bloeit van begin mei tot eind augustus; vaste plant.


Reukeloze Kamille – Tripleurospermum maritimum  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Wormkruidbij, Duinzijdebij, Tronkenbij, Grasbij, Gewone Geurgroefbij, Gewone Kleine Wespbij.

Is een algemene plant van ruigten en wegbermen met een vochthoudende, humeuze, vaak ammoniakhoudende klei- of zandbodem. Het is een soort uit Azië, die iets later dan de Echte Kamille in Europa is terechtgekomen. De bloemen zijn margrietachtig: wit-gele bloemen in hoofdjes tot 4 cm breed.

Bloeit van juni tot de eerste vorst; één- of tweejarige plant.


Reuzenbalsemien – Impatiens glandulifera  (balsemienfamilie)

Bloembezoek door hommels: Tuinhommel, Akkerhommel, Weidehommel, Aardhommel, Boomkoekoekshommel.

Bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Is een belangrijke stuifmeelplant voor hommels. Komt als verwilderde en ingeburgerde plant voor op ruderale plaatsen, vooral aan bosranden en langs rivier- en beekoevers. De plant prefereert vochtige tot natte, voedselrijke, meestal beschaduwde plaatsen en zaait zichzelf gemakkelijk uit. Vooral in stedelijke gebieden vinden we de plant meer en meer. Oorspronkelijk komt deze soort uit de Himalaya, maar ze komt reeds sedert 1830 in Europa voor. Ze kan plaatselijk dichte bestanden vormen en andere planten verdringen. Deze soort groeit doorgaans wel op plaatsen waar meestal geen kwetsbare of bedreigde soorten groeien. Na het afsterven van vegetaties van deze plant blijft er vaak wel een onbegroeide oever achter, hetgeen de kans op erosie vergroot. De plant wordt tot 2 m hoog. De bloemen staan in trossen van 2 tot 14 stuks. Ze zijn roze, wit of paars en zijn bij bijen zeer geliefd voor de nectar en het stuifmeel. Insecten moeten wel diep in de bloem kruipen om bij de nectar of het stuifmeel te komen. Bij het bezoek aan een volgende bloem vindt de bestuiving plaats. Honingbijen leggen grote afstanden af voor de nectar en het stuifmeel van deze plant. Ook de Hoornaar blijkt te profiteren van de plant. Het is één van de waardplanten van het Groot Avondrood, een vlinder. De zaden van Reuzenbalsemien zijn slechts 2 jaar kiemkrachtig.

Bloeit van juli tot oktober; éénjarige plant.


Reuzenberenklauw - Heracleum mantegazzianum  (schermbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel, Akkerhommel, Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: zandbijen, maskerbijen, groefbijen, Honingbij.

Is oorspronkelijk afkomstig uit Zuidwest-Azië. De soort werd naar onze streken gebracht omwille van zijn decoratieve uiterlijk. Het is bij ons vooral een verwilderde plant uit parken en tuinen. De plant kan tot 3,5 m hoog worden en groeit op een vochtige, zeer voedselrijke bodem. Elk plant produceert jaarlijks duizenden zaden die een drietal jaar kiemkrachtig blijven. De zaden verspreiden zich via de wind zodat deze soort in grote hoeveelheden wordt aangetroffen langsheen autosnelwegen en spoorlijnen en in verwaarloosde tuinen en bossen. De zaden kunnen zich ook via het water van grachten, beken en rivieren verspreiden. Het is een goede drachtplant voor bijen en een goede nectarplant voor dagvlinders, graafwespen, kevers en zweefvliegen. De stengelharen kunnen zorgen voor kleine wondjes. De bladeren bevatten furocumarine en kunnen bij contact onder invloed van  zonlicht op de huid rode vlekken, zwellingen, blaasjes en ontstekingen veroorzaken. Het is één van de giftige planten die men best niet toelaat in de buurt van kinderspeelplaatsen. Men kan ze ook maaien op die plaatsen vóór de zaadzetting. Schapen lusten de plant wel.

Bloeit van juni tot eind augustus; één- of meerjarige plant.


Rivierkruiskruid – Senecio sarracenicus  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: groefbijen, Honingbij.

Is een zeldzame soort in Vlaanderen. Het is een plant van natte, voedselrijke gronden langs rivieroevers. Vaak groeit de plant tussen wilgengrienden en in hardhoutooibossen langs de grote rivieren.

Bloeit in augustus en september; vaste plant.


Robertskruid – Geranium robertianum  (ooievaarsbekfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Meidoornzandbij, Witbaardzandbij, Tweekleurige Zandbij, Gewone Geurgroefbij, Rosse Metselbij, Honingbij.

Komt algemeen voor op beschaduwde plaatsen, soms op muren en steenglooiingen. De plant prefereert een vochtige en losse kalkhoudende bodem. De plant bloeit met roze bloemen die alleen staan of in schermen. De bladeren zijn handvormig samengesteld.

Bloeit van mei tot de eerste vorst; tweejarige plant.


Rode Klaver – Trifolium pratense  (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel, Boomhommel, Boshommel, Grashommel, Grote Tuinhommel, Lichte Koekoekshommel, Tuinhommel, Donkere Tuinhommel, Veldhommel, Moshommel, Heidehommel, Veenhommel, Late Hommel, Steenhommel, Weidehommel, Zandhommel, Rode Koekoekshommel, Grote Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Bremzandbij, Donkere Klaverzandbij, Geelstaartklaverzandbij, Klaverdikpoot, Gewone Langhoornbij, Grasbij, Blauwzwarte Houtbij, Rosse Metselbij, Gehoornde Metselbij, Blauwe Metselbij, Grote Bladsnijder, Honingbij.

Rode Klaver is een zeer belangrijke drachtplant voor hommels. Deze plant wordt vrijwel uitsluitend door hommels bestoven. Groeit op een kalkrijke bodem in wegbermen en (bemeste) hooilanden. De plant bevat veel eiwitten en is dus een waardevolle voedselplant voor vee. De plant voorziet de bodem van stikstof en zorgt dus voor een bodemverbetering (groenbemester). Vroeger waren verschillende akkers compleet ingezaaid met Rode Klaver voor één of zelfs twee jaar lang. Na 1950 werd er meer kunstmest gebruikt en werden er sojabonen als veevoer geïmporteerd. Deze maakt de Rode Klaver schijnbaar overbodig voor de boeren. Deze veranderingen in de landbouw zorgden voor een sterke achteruitgang voor bijen die een voedselvoorkeur voor Rode Klaver hebben. Van sommige plantensoorten ontbreken er essentiële aminozuren in het stuifmeel, zoals bijvoorbeeld histidine bij Maïs. Bijen die hun voedsel moeten halen uit percelen met Maïs missen dus bepaalde voedingsstoffen. Rode Klaver vervangen door Maïs betekent dus een dubbel verlies voor de bijen. Vooral de langtongige hommels zijn sterk op klaverachtigen aangewezen. De bloemen lokken met de zoete nectar veel bijensoorten. De bloemen staan in ronde hoofdjes, waarin 50 tot 250 bloemen aanwezig kunnen zijn. Deze bloemen hebben een lange kroonbuis. In droge en warme periodes groeit deze buis minder ver uit. De bloemen scheiden ook veel nectar uit zodat deze hoog in de kroonbuis kan stijgen en ook door korttongige bijen kan worden opgenomen. Als de bijentong de nectar eenmaal kan bereiken, wordt door capillaire werking toch de hele hoeveelheid nectar opgenomen. Honingbijen zullen de Rode Klaver vooral bezoeken bij een tweede bloei na een maaibeurt, omdat de bloemen dan kleiner zijn en dus beter toegankelijk. Andere bijen dan hommels maken bij het nectar puren ook dankbaar gebruik van de inbraakgaatjes die sommige hommels in de bloemkroon maken. Het stuifmeel is bruin gekleurd en is zeer eiwitrijk. Darwin wees reeds op het verband tussen de hommelstand en de zaadproductie van Rode Klaver. In gebieden met Rode Klaver als laatbloeier worden tot 5 keer meer hommelkoninginnen aangetroffen. Het is één van de waardplanten van de vlinders Bruine Daguil en de belangrijkste waardplant van het Klaverblauwtje (vlinder). Het is een goede nectarplant voor dagvlinders. Vlinders zoals Dagpauwoog, Klein Koolwitje en Gamma-uil bezoeken graag deze plant.   

Bloeit van april tot oktober; vaste plant.


Rode Ogentroost – Odontites vernus  (bremraapfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Boshommel, Moshommel, Heidehommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Ogentroostdikpoot, Donkere Zijdebij, Honingbij.

Groeit op open, natte, grazige en voedselrijke plaatsen op een leem- of kleibodem. Het is een halfparasiet, die een deel van het voedsel haalt uit de planten waarop ze groeit. Deze zeldzame plant bloeit van juni tot oktober met roodachtige bloemen die in trossen staan. Het is een belangrijke stuifmeelplant voor de Ogentroostdikpoot; de aanwezigheid van deze plant in een gebied vormt op zich geen garantie voor de aanwezigheid van deze bij. De bloemen worden door hommels vooral bezocht voor de nectar.

Bloeit van eind juni tot september; éénjarige plant.


Ruige Leeuwentand – Leontodon hispidus   (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Boomhommel, Akkerhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Blauwe Ertsbij, Paardenbloembij, Roodgatje, Texelse Zandbij, Biggenkruidgroefbij, Gewone Dubbeltand, Gewone Wespbij, Groepjesgroefbij, Grote Roetbij, Ingesnoerde Groefbij, Kleine Roetbij, Pluimvoetbij, Rosse Metselbij, Sierlijke Wespbij, Honingbij.

Is een achteruitgaande plant van droge kalkrijke grasgronden en dijken. De plant groeit vaak langs rivieren. De groeiplaats mag dus weinig bemest zijn. Per stengel is er slechts één bloemhoofdje van gele lintbloemen. De larven van het Bruin Gitje (een zweefvlieg) voeden zich met deze plant. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels.

Bloeit van juni tot de eerste vorst; vaste plant. 


Ruig Klokje – Campanula trachelium  (klokjesfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grote Klokjesbij, Kleine Klokjesbij, Klokjesdikpoot, Tweekleurige Zandbij, Tweelobbige Wolbij (voorkeur), Gewone Maskerbij, Grote Bladsnijder, Honingbij.

Vinden we vooral in bossen, tussen kreupelhout en vaak langs beken. De bloemen staan per twee of drie in de oksels en worden graag bezocht door bijen en hommels. De stijl in de bloemen is langer dan de meeldraden om zelfbestuiving te voorkomen als een bij de bloem binnenkomt. Haartjes in de kelk geven de bij extra houvast. Insecten schuilen graag in de bloemen.

Bloeit van begin mei tot eind augustus; vaste plant.


Schapenzuring – Rumex acetosella  (duizendknoopfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Veldhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Groeit op voedselarme, zanderige en zure grond op zandwegen, in heidegebieden, droge graslanden, akkerranden, kapvlakten en brandplekken. Het is een algemeen voorkomende plant die door de aanwezigheid van oxaalzuur door vee normaal gezien niet wordt gegeten. Elk deel van de wortelstok kan weer tot een nieuwe plant uitgroeien. Het is één van de waardplanten van de vlinders Kantstipspanner en Kleine Vuurvlinder. Deze plant wordt niet druk bezocht soort door bijen, maar duidt op een voedselarme bodem, een goede uitgangssituatie voor de verdere ontwikkeling van de groeiplaats tot een bloemrijk grasland.  

Bloeit van mei tot de herfst; vaste plant.


Schermhavikskruid – Hieracium canadense  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Tweekleurige Koekoekshommel, Lichte Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grote Roetbij, Kleine Roetbij, Kauwende Metselbij, Pluimvoetbij, Gele Tubebij, Gedoornde Slakkenhuisbij, Matte Bandgroefbij, Bleekvlekwespbij, Matglanswespbij, Honingbij.

Groeit vooral in lichte bossen, op heiden, in schrale graslanden en in duinen op een droge zandgrond. De plant bloeit met gele bloemen die in grote hoofdjes staan. De plant is een belangrijke stuifmeelbron voor verschillende, op gele composieten gespecialiseerde, bijensoorten. De bloemen worden onder meer ook bezocht door het Klein Koolwitje (vlinder).

Bloeit van mei tot juli; vaste plant.


Scherpe Boterbloem – Ranunculus acris  (ranonkelfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Ranonkelbij, Asbij, Dwergzandbij, Ereprijszandbij, Roodgatje, Tweekleurige Zandbij, Witbaardzandbij, Geriemde Zandbij, Goudpootzandbij, Viltvlekzandbij, Zwartbronzen Zandbij, Parkbronsgroefbij, Roodpotige Groefbij, Gewone Geurgroefbij, Matte Bandgroefbij, Langkopsmaragdgroefbij, Biggenkruidgroefbij, Zesvlekkige Groefbij, Blauwe Metselbij, Gehoornde Metselbij, Rosse Metselbij, Gewone Slobkousbij (mannetjes), Kraagbloedbij, Honingbij.

Is een zeer algemene plant die we aantreffen in niet te droge weilanden en hooilanden en langs wegen. Na de bloei ontwikkelen zich in elke bloem talrijke nootjes. De Scherpe Boterbloem bezit een kruipende wortelstok, waardoor de plant na het maaien gemakkelijk weer uitloopt. Deze plant bevat het gif protoanemonine. Bij drogen van het hooi verdwijnt de giftige werking wel. Het sap van de plant kan huidirritatie veroorzaken.

Bloeit van april tot oktober; is een vaste plant.


Sikkelklaver – Medicago falcata   (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Klaverdikpoot, Gouden Slakkenhuisbij, Kleine Wolbij, Honingbij.

Groeit op een droge, kalkrijke klei- of zandbodem in rivierduinen, op dijken, in wegbermen, op droge graslanden, in bosranden. Deze klaver bloeit met gele vlinderbloemen. Bastaarden van deze plant met Luzerne geven groenachtige bloemen. Het is één van de waardplanten van de Kleine Hageheld (vlinder).

Bloeit van mei tot september; vaste plant.


Sint-Janskruid – Hypericum perforatum  (hertshooifamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grasbij, Tweekleurige Zandbij, Blauwe Metselbij, Tuinbladsnijder, Gewone Geurgroefbij, Tuinbladsnijder, Gewone Geurgroefbij, Langkopsmaragdgroefbij, Matte Bandgroefbij, Honingbij.

Is een algemene plant van droge gronden. We treffen de plant aan in wegbermen, langs spoorwegen en in open bosranden. Het is een giftige plant. Het is de belangrijkste waardplant van de vlinders Gevlamde Uil en Streepblokspanner. Het is een goede stuifmeelplant voor bijen. Het stuifmeel is geel gekleurd. De bloemen produceren geen nectar.

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Slangenkruid – Echium vulgare  (ruwbladigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Boomhommel, Aardhommel, Akkerhommel, Tuinhommel, Grote Tuinhommel, Steenhommel, Boshommel, Moshommel, Rode Koekoekshommel, Veldhommel, Weidehommel, Zandhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Slangenkruidbij, Zwaluwbij, Rosse Metselbij, Andoornbij, Blauwe Ertsbij, Blauwe Metselbij, Geelgespoorde Houtmetselbij, Gewone Behangersbij, Grote Wolbij, Kleine Wolbij, Kattenkruidbij, Langkopsmaragdgroefbij, Zwartblauwe Houtbij, Zilveren Fluitje, Grote Kegelbij, Kleine Klokjesbij, Honingbij.

Is een plant van open en zonnige, kalkrijke, droge en voedselrijke gronden. Ze groeit vooral in weg- en spoorwegbermen, groeven, duinen, omgewerkte gronden en graslanden. Het is een pionier op industrieterreinen en braakliggende terreinen. De wortels kunnen tot 2 m diep in de bodem gaan. De zaden blijven lang kiemkrachtig, ook diep onder de grond. Ze kiemen zodra ze weer aan de oppervlakte komen. Deze plant, die bloeit met paarse bloemen, is één van de waardplanten van de vlinders Koperuil en Witte Tijger. Er zijn waarnemingen van ei-afzet door de Distelvlinder op deze plant. De Grote Wolbij verzamelt haartjes op deze plant. Het is een goede stuifmeel- en nectarplant voor bijen. Het is een goede nectarplant voor dagvlinders.

Bloeit van mei tot en met september; tweejarige plant.


Slanke Sleutelbloem – Primula elatior  (sleutelbloemfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Sachembij, Gehoornde Metselbij, Tweekleurige Zandbij, Honingbij.

Is een plant van vochtige bossen en weilanden. Deze soort komt voor op vochtige, lemige grond, vaak op beschaduwde plaatsen en in de omgeving van Beuken. De plant bloeit met gele buisvormige bloemen die in enkelvoudige schermen staan. De larven van het Primulagitje, een zweefvlieg, ontwikkelen zich in de wortels van sleutelbloemsoorten.

Bloeit van maart tot mei; vaste plant.


Smalle Weegbree – Plantago lanceolata  (weegbreefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Veldhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Geurgroefbij, zandbijen, Honingbij.

Deze plant wordt slechts door een klein aantal hommels bezocht. De plant levert geen nectar, maar alleen stuifmeel. Het stuifmeel is wit gekleurd. Is een algemene plant van voedselrijke plaatsen, zoals omgewerkte gronden, braakliggende terreinen, wegbermen en droge graslanden. Ze kan op verschillende grondsoorten voorkomen. Op armere bodems blijft de plant kleiner. Het is één van de waardplanten van de vlinders Veelvraat, Zuringuil en Kleine Beer.

Bloeit van mei tot september; vaste plant.


Smalle Wikke – Vicia sativa  (vlinderbloemigen)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Grashommel, Akkerhommel, Heidehommel, Grote Tuinhommel, Boshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Wikkebij, Driedoornige Metselbij, Honingbij.

Deze plant groeit op open bodems in wegbermen, op dijken, in schrale overhoekjes en op spoorwegemplacementen. Het is een goede stuifmeelplant voor bijen.

Bloeit van mei tot juli; éénjarige plant.


Smal Streepzaad – Crepis tectorum  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Breedbandgroefbij, Breedbuikgroefbij, Grote Roetbij, Kleigroefbij, zandbijen.

Groeit in open zandig terrein, in duinen en rivierduintjes en soms op muren en in ruigten op een kalkarme en voedselarme grond. De plant bloeit met gele bloemen die in hoofdjes staan.

Bloeit van mei tot de eerste vorst; éénjarige plant.


Speenkruid – Ficaria verna  (ranonkelfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Asbij, Grasbij, Grijze Rimpelrug, Roodgatje, Tweekleurige Zandbij, Vosje, Gewone Geurgroefbij, Rosse Metselbij, Roodsprietwespbij, Honingbij.

Is een plant die vooral voorkomt op beschaduwde of grazige plaatsen in bossen, struwelen, verwilderde tuinen en langs waterkanten, op een vochtige en voedselrijke bodem. We vinden de plant ook in tuinen en bermen. Deze soort bloeit met gele bloemen. De bloemen leveren oranje stuifmeel en nectar. Het is voor hommels vooral een nectarplant. In open landschappen wordt deze plant slechts sporadisch door hommels bezocht. 

Bloeit in maart en april; vaste plant.


Speerdistel – Cirsium vulgare   (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel, Steenhommel, Gewone Koekoekshommel, Grote Koekoekshommel, Donkere Tuinhommel, Boshommel, Aardhommel, Boomhommel, Late Hommel, Lichte Koekoekshommel, Rode Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grasbij, Breedbandgroefbij, Roodpotige Groefbij, Gewone Behangersbij, Distelbehangersbij, Grote Bladsnijder, Tuinbladsnijder, Pluimvoetbij, Tronkenbij, Kauwende Metselbij, Zwartbronzen Houtmetselbij, Bruine Slobkousbij, Zilveren Fluitje.

Groeit op een voedselrijke, droge grond zoals in duinen, wegbermen, op omgewerkte terreinen, in bosranden en op kapvlakten. Deze algemene distel neemt veel stikstof uit de bodem op, zodat deze op de duur te voedselarm wordt voor de Speerdistel. De nectar van de paarse bloemen is alleen bereikbaar voor insecten met een lange roltong zoals bijen, hommels en vlinders. Distels zijn in de zomer belangrijke waardplanten op vochtige en meer verruigde stukken. Hommels komen massaal op deze planten af.  

Bloeit in juli en augustus; tweejarige plant.


Stalkaars – Verbascum densiflorum  (helmkruidfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel, Grote Tuinhommel, Weidehommel, Late Hommel, Aardhommel, Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Stengels van deze plant kunnen als nestplaats worden gebruikt door soorten als  Tuinbladsnijder. De plant levert ook plantenharen voor de Grote Wolbij. Is een soort van zandige hellingen, wegbermen, stortplaatsen en industrieterreinen. Na de rijping van de zaden sterft deze plant af. De hele plant is viltig behaard ter bescherming tegen de felle zon en de hoge verdamping op de droge standplaatsen. De bloemen trekken bijen aan.

Bloeit van juli tot oktober; tweejarige plant.


Steenanjer – Dianthus deltoides   (anjerfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: groefbijen, Honingbij.

Is een kalkschuwe plant, die zeer verspreid groeit op zandige, schrale graslanden en heiden op kalkarme, niet te voedselarme bodems. De bloemen zijn gesteeld. Per stengel staat er slechts één bloem.

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Stengelloze Sleutelbloem – Primula vulgaris  (sleutelbloemfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Sachembij, Honingbij

Is een zeldzame plant van vochthoudende, natte, meestal licht beschaduwde plaatsen. De plant verwildert soms uit tuinen. Deze plant bloeit met gele, alleenstaande bloemen die alleen staan of in enkelvoudige schermen. De bloemen groeien uit een rozet van getande en gerimpelde bladeren. Deze plant heeft geen stengel.

Bloeit van maart tot mei; vaste plant.


Stengelomvattend Havikskruid – Hieracium amplexicaule  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Lichte Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grote Roetbij, Kauwende Metselbij, Kleine Roetbij, Pluimvoetbij, Bleekvlekwespbij, Honingbij.

Is van nature een rotsplant uit Zuid- en Midden-Europa, maar is bij ons een typische stadsplant. Deze soort komt als adventief vooral voor op muren. De soort werd in sommige steden speciaal ingevoerd om stadsmuren op te vrolijken. De plant groeit vooral op muren waar er aan één kant aarde is, zoals op kademuren. De gele bloemen trekken veel bijen aan.

Bloeit in juni en juli; vaste plant.


Stijf Havikskruid – Hieracium laevigatum    (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Lichte Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grote Roetbij, Kauwende Metselbij, Kleine Roetbij, Pluimvoetbij, Gewone Geurgroefbij, Slanke Groefbij, Zesvlekkige Groefbij, Bleekvlekwespbij.

Groeit op beschaduwde zandige plaatsen, op allerlei grondsoorten, maar meestal matig voedselrijk en kalkarm, in bossen, grazige bermen, op heidevelden en soms in schraallanden. De plant bloeit met gele bloemen die in hoofdjes staan.

Bloeit van juli tot september; vaste plant.


Stijve Ogentroost – Euphrasia stricta  (bremraapfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Ogentroostdikpoot, Honingbij.

Groeit op schrale graslanden, heide, duinen en zandgronden, op een vochtige, voedselarme bodem die zwak zuur is. Het is een halfparasiet. Van deze plant komen er verschillende ondersoorten voor. De plant bloeit met witte of paarsachtige bloemen, die alleen staan of in trossen. Bemesting met stikstofrijke mest is dodelijk voor deze plant. Ook maaien is nefast. Het is een belangrijke stuifmeelplant voor de Ogentroostdikpoot.

Bloeit van juni tot oktober; eenjarige plant.


Stinkende Ballote – Ballota nigra  (lipbloemigen)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Moshommel, Grote Tuinhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Andoornbij, Grote Wolbij.

Het is een vrij zeldzame ingeburgerde plant die afkomstig is uit het Middellandse Zeegebied. Deze plant groeit in stedelijke gebieden rond historische bebouwing, op oude haven- en industrieterreinen, overslagplaatsen, in stadsruigten, op stadswallen en spoorwegemplacementen. Ook buiten de stad komt deze netelachtige plant voor in ruigten, heggen en op ruderale plaatsen, meestal in de schaduw. De plant wordt in siertuinen aangeplant vanwege de lange bloeiperiode en de compacte koepelvormige groei met roze-rode bloemen. Door opruiming en fatsoenering van stadsruigten wordt de plant vaak vernietigd. De bloemen worden door bijen druk bezocht, waarschijnlijk vooral voor de nectar. De Grote Wolbij gebruikt de beharing van de plant bij het maken van de broedcellen. 

Bloeit van juni tot september; vaste plant. 


Stinkende Gouwe – Chelidonium majus  (papaverfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Boomhommel, Weidehommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Goudpootzandbij, Grasbij, Meidoornzandbij, Witkopdwergzandbij, Viltvlekzandbij, Zwartbronzen Zandbij, Grijze Rimpelrug, Gewone Sachembij, Gewone Geurgroefbij, Langkopsmaragdgroefbij, Zesvlekkige Groefbij, Rosse Metselbij, Honingbij.

Is een zeer algemene plant. Deze plant groeit zowel op muren als in lichte bossen. We vinden de plant ook op gestort puin, in ruigten, aan wegranden en onder heggen. Ze bereikt een hoogte tot 60 cm. De plant bloeit met gele bloemen die tot 25 mm groot worden en in schermen staan. De bloemen bevatten veel meeldraden. Deze plant levert geen nectar. Het is wel een goede stuifmeelplant voor hommels en andere bijen. De plant bevat een oranjegeel bijtend melksap, dat vroeger werd gebruikt om wratten weg te branden. De hele plant is giftig. De zwarte zaden bevatten een olierijk aanhangsel (mierenbroodje of elaiosoom) en worden dan ook vooral verspreid door mieren. Omwille hiervan kan de plant bovenop onder meer muren en knotwilgen voorkomen.

Bloeit van april tot oktober; tweejarige plant.


Tormentil – Potentilla erecta  (rozenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Heidehommel en andere soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Maskerbij, Kleine Tuinmaskerbij, Tuinmaskerbij, Kortsprietmaskerbij, Weidemaskerbij, Rietmaskerbij, Brilmaskerbij, Witkopdwergzandbij, Gewone Dwergzandbij, groefbijen, Honingbij.

Is een plant die groeit in bossen, heidegebieden, weiden, bermen, op modderige plaatsen en moerassen, in duinen en op schrale graslanden. De groeiplaatsen zijn kalkarm, voedselarm, zandig tot zandlemig, soms venig met schrale vegetaties. Tormentil verkiest zonnige plekken die in de zomer meestal droog, maar gedurende de rest van het jaar redelijk vochtig kunnen zijn. Deze plant bloeit met gele boterbloemachtige bloemen die voorzien zijn van 4 kelk- en kroonbladeren. Het is één van de waardplanten van de Aardbeivlinder. Wanneer de groeiplaatsen té voedselrijk worden, verdwijnt de plant.

Bloeit van mei tot augustus; vaste plant.


Tripmadam – Sedum rupestre  (vetplantenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Dwergzandbij, Tuinmaskerbij, Brilmaskerbij, Gewone Maskerbij, Gewone Geurgroefbij, Grote Bladsnijder, Grote Wolbij, Kleine Wolbij, Tweelobbige Wolbij, metselbijen, Honingbij.

Groeit op droge kalkarme zandgrond, op muren en langs rivieren in spleten van basaltglooiingen. Deze soort wordt ook gekweekt als sierplant. De gele bloemen vormen veel zaad. De bladeren zijn vlezig. De stengels zijn kruipend en kleine afgebroken stukjes kunnen tot een nieuwe plant uitgroeien. In de stad wordt de plant soms gevonden tegen gevels.

Bloeit in juni en juli; vaste plant.


Valse salie – Teucrium scorodonia   (lipbloemigen)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel, Steenhommel, Grote Veldhommel, Rode Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Andoornbij, Roodbruine Groefbij, Grote Wolbij, Blauwe Metselbij, Honingbij.

Bloeit met gele of groene lipbloemen. Deze plant komt voor op droge bosgrond, zandige plaatsen en soms tussen stenen. Ook de Citroenvlinder is vaak op deze plant te vinden.

Bloeit in juli en augustus; vaste plant.


Veldhondstong – Cynoglossum officinale  (ruwbladigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel, Boomhommel, Grote Koekoekshommel, Weidehommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Rosse Metselbij.

Komt algemeen voor in duinen, open duinhellingen en berkenbossen maar ook wel op braakliggende terreinen en industrieterreinen. De bloemen zijn klokvormige of trechtervormige donker paarsachtige of roodachtige bloemen die in schichten staan. De bloemen zijn gesteeld. De bloemen produceren stuifmeel en ook veel nectar en worden graag door hommels bezocht. 

Bloeit van mei tot juli; vaste plant.


Veldlathyrus – Lathyrus pratensis   (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Grashommel, Moshommel, Donkere Tuinhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Lathyrusbij, Wikkebij, Gewone Langhoornbij, Gewone Behangersbij, Grote Bladsnijder, Honingbij.

Groeit in de stad op tamelijk vochtige graslanden. In de buitengebieden groeit deze algemene plant in bosranden, bosjes, wegbermen, grazige duinvalleien, dijken, weilanden en uiterwaarden. Het is één van de waardplanten van de Bruine Daguil (vlinder). Het is een goede bijenplant. Deze soort bloeit met gele vlinderbloemen die in trossen staan. Deze plant is vooral voor de Wikkebij een belangrijke stuifmeelbron.

Bloeit van mei tot augustus; vaste plant.


Veldsalie – Salvia pratensis  (lipbloemenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel, Tuinhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Ranonkelbij, Distelbehangersbij, Blauwe Metselbij, Rosse Metselbij, Grote Wolbij, Blauwzwarte Houtbij, zandbijen, groefbijen.

Komt voor op een matig vochtige, kalkrijke grond. Deze soort groeit in kalkgraslanden, langs spoordijken en in wegbermen. Deze warmteminnende soort kiemt bij voorkeur op kale plekjes, zoals molshoopjes. Ze kan snel droge standplaatsen koloniseren. Door haar netelgeur wordt de plant door vee gemeden. De bestuiving gebeurt vooral door hommels met een lange roltong. De Akkerhommel en de Tuinhommel zijn de enige hommelsoorten die het stuifmeel van deze plant verzamelen. Een speciaal hefboommechanisme zorgt dat er stuifmeel op de rug van hommels terechtkomt en in een andere bloem wordt afgeveegd door de verlengde stempel. Dankzij het gewicht van de hommel treedt het hefboommechanisme in werking. Bij het bezoek aan een bloem die in de vrouwelijke fase verkeert (de uitstekende stempel is dan gespleten in 2 lobben) kan het stuifmeel afgezet worden. De Aardhommel bijt vaak gaatjes in de kroonbuis van de bloemen van deze plant, precies tussen 2 kelkslippen, om aan de nectar te komen. Deze gaatjes worden ook veelvuldig gebruikt door de Weidehommel en soms door Honingbijen. Het is één van de waardplanten van de vlinder Gamma-uil. Het Koolwitje (vlinder) kan met de dunne roltong om het hefmechanisme heen om de nectar op te zuigen.

Bloeit van begin juni tot eind augustus; vaste plant.


Vertakte Leeuwentand – Leontodon autumnalis  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel, Boomhommel, Tweekleurige Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grasbij, Tweekleurige Zandbij, Blauwe Ertsbij, Paardenbloembij, Roodgatje, Biggenkruidgroefbij, Gewone Dubbeltand, Gewone Wespbij, Groepjesgroefbij, Tronkenbij, Grote Roetbij, Gewone Geurgroefbij, Matte Bandgroefbij, Roodpotige Groefbij, Ingesnoerde Groefbij, Kleine Roetbij, Pluimvoetbij, Rosse Metselbij, Sierlijke Wespbij, Berijpte Geurgroefbij.

Is een algemene plant van bemeste graslanden op een neutrale tot zwak zure bodem. De plant draagt gele lintvormige bloemen die in hoofdjes staan. De bladeren zijn schubvormig of veervormig ingesneden. Vooral in de nazomer is deze gele composiet aspectbepalend in weilanden. Deze plant verdraagt sterke waterstandswisselingen en komt ook in uiterwaarden voor. Het is een zeer goede drachtplant voor bijen. De bijen kunnen al vroeg in de morgen op de bloemen terecht voor nectar en stuifmeel. In de namiddag sluiten de hoofdjes zich weer. De stuifmeelklompjes zijn oranje gekleurd. De bijen worden tijdens hun bezoek vaak geheel met stuifmeel bepoederd. Het is een goede nectarplant voor vlinders.

Bloeit van juli tot oktober; vaste plant.


Vierzadige Wikke – Vicia tetrasperma   (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Wikkebij, Driedoornige Metselbij.

Is een plant die groeit op akkers op klei- en leemgrond. De plant bloeit met bloemtrossen bestaande uit 1 tot 3 kleine, bleekpaarse bloempjes.

Bloeit van mei tot juli; éénjarige plant.


Vijfvingerkruid – Potentilla reptans  (rozenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Ereprijszandbij, Grasbij, Gewone Dwergzandbij, Roodpotige Groefbij, Parkbronsgroefbij, Gewone Franjegroefbij, Gewone Geurgroefbij, Matte Bandgroefbij, Langkopsmaragdgroefbij.

Kan worden gevonden in weilanden, bermen, open braakliggende terreinen, spoorwegbermen en ook soms op muren.

Bloeit van mei tot augustus; vaste plant.


Viltganzerik – Potentilla argentea  (rozenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Bosbloedbij, Glanzende Dwergbloedbij, Lichte Bloedbij, Pantserbloedbij, Witkopdwergzandbij, Donkere Zomerzandbij, groefbijen.

Groeit in graslanden, duinen, bermen, langs zandpaden en op spoorwegemplacementen.

Bloeit in juni en juli; vaste plant.


Viltig Kruiskruid – Jacobaea erucifolia  (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Kruiskruidzandbij, groefbijen, Honingbij.

Groeit op een vochtige kalkhoudende grond, vaak op hellingen. We vinden de plant op zonnige dijken en in droge bosranden. De gele buis- en lintbloemen staan in hoofdjes. De Gevlekte Kruiskruidboorvlieg kan men op deze plant aantreffen.

Bloeit van juli tot september; vaste plant.


Vingerhelmbloem – Corydalis solida  (papaverfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel, Akkerhommel, Boomhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gehoornde Metselbij, Gewone Sachembij, Rosse Metselbij, Vosje, Honingbij.

Is een stinzenplant die groeit in parkbossen en oude landgoederen, op beschaduwde plaatsen in loofbossen en op beschaduwde grasgronden, vooral op vochtige, voedselrijke en kalkhoudende zandgrond. De wortelknollen vermenigvuldigen zich zodat er plaatselijk hele groepen kunnen optreden. Deze plant met paarse bloemen wordt ook gekweekt in tuinen en verwildert vaak. Deze plant wordt in het voorjaar graag bezocht door hommels. Voor de zaadvorming zijn de bloemen op bestuiving door insecten aangewezen. Door zelfbestuiving wordt geen zaad gevormd bij deze soort. Soms bijten hommels een gaatje in de bloem om aan de nectar te komen; van bestuiving is dan geen sprake meer. 

Bloeit in maart en april; knolgewas.


Vingerhoedskruid – Digitalis purpurea  (weegbreefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel, Tuinhommel, Grote Tuinhommel, Heidehommel, Weidehommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grote Wolbij, Honingbij.

Groeit van nature in bossen, vooral sparrenbossen waar is gekapt of gebrand, op een tamelijk vochtige, zure, meestal zandige en niet te voedselrijke grond waarin meestal geen kalk zit. In de stad komt deze plant vooral voor als verwilderd uit tuinen, omdat ze veel wordt gekweekt voor de mooie bloemen, die in aarvormige trossen van wel 20 tot 80 exemplaren staan. De bloemen zijn min of meer buisvormig (vingerhoedmodel). De bloemen trekken vooral hommels aan. Het is een goede stuifmeelplant. De plant wordt vaak geplant bij andere planten omdat ze de weerstand tegen ziekten en de groei zou stimuleren. In het eerste jaar vormt de plant een rozet van gerimpelde bladeren. In het tweede jaar groeit dan de stengel met de bloemen. De hele plant is zeer giftig. Het is een van de waardplanten van de Goudgele Boorder (vlinder).

Bloeit van mei tot augustus; tweejarige plant.


Vlasbekje – Linaria vulgaris   (weegbreefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Tuinhommel, Grote Tuinhommel, Heidehommel, Weidehommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grote Wolbij, Kleine Harsbij, groefbijen, zandbijen, Honingbij (in mindere mate)

Groeit als een algemene soort op voedselrijke plaatsen in wegbermen, spoorwegbermen, ruigten, open bossen, langs spoorwegen en in duinen, vaak op zonnige, open en droge plaatsen en meestal op zandige bodems. Alleen grotere insecten kunnen door hun gewicht de onderlip omlaag drukken, zodat de weg naar de nectar in de spoor vrijkomt. Vaak boren andere insecten een gaatje doorheen de spoor om aan de nectar te kunnen. De bladeren zijn lintvormig. Elke plant produceert duizenden zaadjes. Men vindt de plant vaak in kleine groepen. In het eerste jaar komt de plant meestal niet tot bloei, maar de wortels groeien ondergronds en leveren bovengrondse loten. Het plantje blijkt goed bestand te zijn tegen strooizout en zelfs herbiciden. Het is een nectarplant voor dagvlinders. Het is een goede bijenplant. Honingbijen bezoeken de bloemen vooral nadat deze eerst door hommels werden bezocht. Honingbijen blijken de bloemen niet op eigen kracht te kunnen binnendringen. Hommels hebben veel meer kracht om de boven- en onderlip van de bloem uit elkaar te drukken. Na het hommelbezoek is het voor Honingbijen gemakkelijker om de bloem zelf te openen. Hommels bijten ook soms een gat in het honingspoor, waar Honingbijen en soms ook vlinders dan weer gebruik van maken.  Het is een goede stuifmeelplant.

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Vogelwikke – Vicia cracca   (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Boomhommel, Heidehommel, Akkerhommel, Grote Tuinhommel, Donkere Tuinhommel, Grashommel, Boshommel, Zandhommel, Moshommel, Rode Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Wikkebij, Gewone Langhoornbij, Blauwe Metselbij, Driedoornige Metselbij, Grote Bladsnijder, Kustbehangersbij, Tuinbladsnijder, Honingbij.

Is een vrij algemene plant die groeit in vochtige, open bossen, tussen kreupelhout, wegbermen en graslanden, op voedselrijke, vaak lemige gronden. De plant bloeit met veelbloemige dichte blauwe trossen. De bladpunten hebben vertakte ranken, waarmee de plant zich aan naburige begroeiing kan hechten. Het is een goede stuifmeel- en nectarplant voor bijen. Vaak maken hommels gaatjes in de bloemkroon, waardoor de nectar gemakkelijker bereikbaar wordt. Bij de bloemen met bijtgaatjes puren de bijen meestal via deze weg de nectar. De bijdrage tot de bestuiving valt in dat geval wel weg. Het is een goede nectarplant voor dagvlinders. Het is één van de waardplanten van de vlinders Gele Luzernevlinder, Bruine Daguil, Mi-vlinder en Boswitje.

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Voorjaarsganzerik – Potentilla neumanniana  (rozenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Dwergzandbij, Witkopdwergzandbij, Grasbij, Roodgatje, Tweekleurige Zandbij, Witbaardzandbij, Gewone Geurgroefbij, Bosbloedbij, Glanzende Dwergbloedbij, Lichte Bloedbij, Pantserbloedbij.

Groeit op warme, droge grasgronden, in bermen, op muren, op steenstortplaatsen, op hellingen, in rivierduinen en langs duinpaden. Deze plant bloeit met gele, alleenstaande bloemen. In de nazomer of de herfst kan deze plant nog een tweede keer bloeien. De Voorjaarsganzerik kan tegen een lichte beweiding en een matige betreding. Ze komt zowel in ijle vegetaties als in dichte grasmatten voor. 

Bloeit van maart tot juni met later in het jaar nog een mogelijke nabloei; vaste plant.


Voorjaarshelmkruid – Scrophularia vernalis  (helmkruidfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Boomhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Grote Wolbij, Honingbij.

Is eigenlijk een duinplant, maar in steden werd de soort al gevonden in schaduwrijke en vochtige gangetjes. Het is een goede bijenplant.

Bloeit van april tot juni; tweejarige plant.


Vijfdelig Kaasjeskruid – Malva alcea  (kaasjeskruidfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: zandbijen, groefbijen, Klokjesdikpoot, Honingbij.

Komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied, maar is reeds lang bij ons ingeburgerd. Deze zeldzame plant groeit op voedselrijke, stikstofrijke en iets kalkhoudende bodem. De groeiplaatsen zijn vaak steenachtig, zoals op spoordijkhellingen. Deze plant bloeit met roze bloemen die alleen staan. Het is een belangrijke waardplant van het Kaasjeskruiddikkopje (vlinder).

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Wateraardbei – Comarum palustre  (rozenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Veenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Is een plant die groeit in slootkanten, oevers van heidevennen, moerassen en kleine laagveenplassen. De plant komt voor in ondiep, voedselarm water op fosfaat- en carbonaatarme veengrond in een zwak zuur milieu en in ijzerhoudend water. De plant bloeit met bruingroene gesteelde, alleenstaande bloemen. Het is één van de waardplanten van de Aardbeivlinder. De bloemen worden door bijen zowel voor de nectar als het stuifmeel bezocht. Het stuifmeel is bruingroen.

Bloeit in juni en juli; vaste plant.


Watergentiaan – Nymphoides peltata  (watergentiaanfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Heeft een voorkeur voor neutraal tot basisch, carbonaatrijk, stilstaand tot zeer zwak stromend water. Het water is enkele centimeter tot enkele decimeter diep. Deze plant houdt van een vaste ondergrond met weinig of geen modder. Deze soort groeit meestal op veen, klei en zand. De plant bloeit met gesteelde, alleenstaande, gele bloemen. Deze plant wordt bezocht door verschillende bijen, vlinders en vliegen. 

Bloeit van juli tot september; vaste plant.


Waterkruiskruid – Jacobaea aquatica   (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Zwartsprietwespbij, Bonte Viltbij, Honingbij.

Is een moerasplant. We vinden deze plant op vochtige tot natte, kalkarme, matig voedselrijke grond langs waterkanten, op vochtige weinig bemeste graslanden en in uiterwaarden; soms ook in het stedelijk gebied. Deze plant bloeit met gele bloemen die in hoofdjes staan.

Bloeit van juni tot augustus; één- of tweejarige plant.


Watermunt - Mentha aquatica   (lipbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Slobkousbij, Grote Bloedbij, groefbijen, Honingbij.

Is een algemene plant die voorkomt aan en in het water in moerassen, maar ook op andere natte plaatsen, bijvoorbeeld in verlandingssituaties langs stadsvijvers . De soort is tolerant voor zout. Deze plant is een goede nectar- en stuifmeelbron voor bijen. Deze bijenplant vermeerdert zich door zaad en door middel van een kruipende wortelstok. Het is een goede nectarplant voor dagvlinders en zweefvliegen.

Bloeit van juli tot september; vaste plant.


Wilde Akelei – Aquilegia vulgaris  (ranonkelfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Is een plant die als stinzenplant voorkomt in bossen, landgoederen, kloostertuinen en struikgewas op een vochtige, voedselarme, basische bodem. Deze plant wordt veel in tuinen gekweekt en vaak komen vooral de gekweekte vormen van deze soort verwilderd voor in het stedelijk gebied. Het is een geschikte plant voor een geveltuin. De rode, paarse of witte bloemen trekken vooral Honingbijen en hommels aan. Vooral de hommels staan in voor de bestuiving. Honingbijen breken vaak in door een gaatje te bijten in de bloem om aan de nectar te raken.  

Bloeit van mei tot juli; vaste plant.


Wilde Cichorei – Cichorium intybus   (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel, Steenhommel, Veldhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Kleine Roetbij, Kruiskruidzandbij, Tuinbladsnijder, Parkbronsgroefbij, Roodpotige Groefbij, Breedbandgroefbij, Gewone Geurgroefbij, Langkopsmaragdgroefbij, Klokjesdikpoot, Pluimvoetbij,  Tronkenbij, Honingbij.

Is een goede nectarplant voor bijen en vlinders. Men vindt deze plant vaak op spoorwegbermen. Het is een pioniersplant, die laat in het seizoen bloeit. Deze plant wordt ook vaak in steden uitgezaaid. De bloemen leveren enkel in de voormiddag nectar. Het buisvormige deel van de bloemkroon is slechts ongeveer 3 mm lang, zodat ook korttongige insecten de nectar kunnen bereiken.  

Bloeit in juli en augustus; vaste plant.


Wilde Hyacint – Hyacinthoides non-scripta  (aspergefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels : Aardhommel, Steenhommel, Late Hommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Roodpotige Groefbij, Honingbij.

Is een zeldzame bolplant die plaatselijk talrijk kan voorkomen in vochtige loofbossen en in binnenduinranden. De plant wordt 15 tot 50 cm hoog. De lange, riemvormige bladeren vertrekken aan de voet van de bloeistengel en verschijnen vóór de bloemen. De plant bloeit met blauwe bloemen. Soms zijn de bloemen wit of rozig als afstammelingen van verwilderde exemplaren. De bloemtrossen hangen naar 1 kant. De bloemdekbladen zijn gelijk en vormen een klokvormig bloempje. Het stuifmeel is licht geelgroen. Sommige hommels maken inbraakgaatjes in de bloemdekbladeren om gemakkelijker bij de nectar te kunnen komen. Voor de bestuiving hebben ze in dit geval geen betekenis.

Bloeit in april en mei; bolgewas.


Wilde Marjolein – Origanum vulgare  (lipbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel, Veldhommel, Tweekleurige Koekoekshommel, Grote Koekoekshommel, Steenhommel, Weidehommel, Late Hommel. 

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Blauwe Metselbij, Klimopbij, Gewone Kegelbij, Bonte Viltbij, Kruiskruidzandbij, Honingbij.

Is een geschikte plant voor openbare plantsoenen. Is een courante stadsplant die groeit op matig voedselrijke, kalkrijke, stenige en open standplaatsen zoals droge graslanden, droge hellingen, wegbermen of lichte droge bossen. De soort is in de buitengebieden eerder zeldzaam, maar duikt wel regelmatig in steden op. De soort wordt namelijk ook gekweekt in tuinen en verwildert vaak. De plant is zeer geschikt voor geveltuintjes. De plant reageert zeer negatief op bemesting, intensief maaibeheer en sterke beweiding. De bloemen leveren veel nectar en worden vaak bezocht door verschillende bijensoorten. De bijen strijken met de rugzijde tegen de helmknoppen van pas geopende bloemen in het mannelijke stadium. Komen ze daarna op bloemen waarvan de stamper is uitgegroeid, dan wordt het stuifmeel van de rugzijde op de omgebogen stempels overgebracht. Deze plant trekt ook vlinders (Landkaartje, Bruin Zandoogje, Oranje Zandoogje) aan.

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Wilde Reseda - Reseda lutea   (resedafamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Resedamaskerbij, Gehoornde Maskerbij, Gewone Maskerbij, Weidemaskerbij, Kleine Lookmaskerbij, Kortsprietmaskerbij, Poldermaskerbij, Tuinmaskerbij, Grasbij, Zilveren Fluitje, Koolzwarte Zandbij, Wimperflankzandbij, Kleine Wolbij, Wormkruidbij, Donkere Zijdebij, Rosse Metselbij, Glanzende Dwergbloedbij, Klimopbij, Honingbij.

Komt voor in de duinen, op kalkgrond, langs rivieroevers, langs spoorwegen, in wegbermen, op stortplaatsen, op braakliggende terreinen en op stenige grasvelden. De soort verkiest een open begroeiing op warme, droge, kalkrijke standplaatsen. Het is een pionierssoort op arme bodems. Deze plant komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa, maar is bij ons een ingeburgerde soort. De bloemen worden veelvuldig bezocht door bijen voor de nectar en het stuifmeel. Het stuifmeel is geel gekleurd. De Resedamaskerbij komt vrijwel alleen op deze plant (en nauw verwante soorten) voor en is dus sterk gebonden aan de biotoop van deze plant. Het is één van de waardplanten van de vlinders Groot Koolwitje en Klein Koolwitje.

Bloeit van begin mei tot eind september; vaste plant.


Wild Kattenkruid – Nepeta cataria   (lipbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Andoornbij, Kattenkruidbij, Gewone Sachembij, Bruine Rouwbij, Honingbij.

Is een zeldzame relictplant die vroeger als geneeskruid werd gekweekt, maar van oorsprong afkomstig is uit Azië. De hele plant ruikt naar munt en citroen en met name katten blijken er dol op te zijn. Deze soort groeit op een kalk- en stikstofrijke droge en licht beschaduwde bodem in duinen en krijthellingen, steenachtige plaatsen en ruigten. 

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Wilgenroosje – Chamaenerion angustifolium   (teunisbloemfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel; Boomhommel, Tuinhommel, Weidehommel, Wilgenhommel, Moshommel, Zandhommel, Late Hommel, Boomkoekoekshommel, Vierkleurige Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Breedbuikgroefbij, Gewone Kegelbij, Lapse Behangersbij, Grote Bladsnijder, Schubhaarkegelbij, Honingbij.

De Lapse Behangersbij haalt niet alleen stuifmeel, maar ook bladstukjes voor de nestbouw bij deze plant. Draagt roze bloemen in trossen. De plant kan een hoogte bereiken van 150 cm en heeft een wortelstok. De zaden zijn voorzien van lange pluizen. Ze komt voor op een licht vochthoudende, min of meer humeuze en stikstofrijke bodem in open plekken in bossen, kapvlaktes in duinen, in ontginningen en ruigten. Het is een zeer goede nectar- en stuifmeelplant. Het stuifmeel is blauw gekleurd. Het is één van de waardplanten van de vlinders Groot Avondrood, Walstropijlstaart en Teunisbloempijlstaart.

Bloeit van juli tot september; vaste plant.


Winterakoniet – Eranthis hyemalis  (ranonkelfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Is een stinzenplant van amper 5 cm hoog. De glanzende handvormige bladeren verschijnen pas na de bloei. De gele bloemen bevatten zoetgeurende nectarschubjes die de eerste hommel- en wespenkoninginnen van de nodige energie voorzien. Bij de zaadvorming groeit de plant uit tot een hoogte van 20 cm. De plant wordt bezocht door vroeg in het jaar vliegende hommels. Voor veel solitaire bijen valt de bloei van deze plant te vroeg om als geschikte voedselplant te kunnen dienen.

Bloeit in februari en maart; bolgewas.


Wit Vetkruid – Sedum album  (vetplantenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Maskerbij, Kortsprietmaskerbij, Weidemaskerbij, Tuinmaskerbij, Gewone Dwergzandbij, Gewone Franjegroefbij, Luzernebehangersbij, Langkopsmaragdgroefbij, Honingbij.

Is een tamelijk zeldzaam plantje dat groeit op zonnige, steenachtige plaatsen, zoals op muren, daken, droge zandgronden en langs rivieren vaak in de spleten van basaltglooiingen. De bladeren zijn vlezig, cilindrisch, zelfs min of meer priemvormig en dus speciaal gebouwd om droge perioden te kunnen doorstaan. Het is een pioniersoort, die bij beschaduwing verdwijnt. Men vindt de plant op zonnige, droge, open plaatsen op muurtjes en in bermen en ook soms op droge, zonbeschenen kademuren.

Bloeit in juni en juli; vaste plant.


Witte Dovenetel – Lamium album  (lipbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Akkerhommel, Boshommel, Grashommel, Moshommel, Steenhommel, Grote Koekoekshommel, Grote Tuinhommel, Tuinhommel, Weidehommel, Veldhommel, Vierkleurige Koekoekshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Sachembij, Bruine Rouwbij, Gouden Slakkenhuisbij, Rosse Metselbij, Honingbij.

Groeit op een stikstofrijke vaak vochthoudende bodem op ruderale terreinen, in wegbermen, vooral op beschutte, weinig beschaduwde plaatsen. De zaadjes van deze plant worden door mieren versleept (verspreiding). De nectar is alleen voor longtongige insecten te bereiken. Het is een goede bijenplant. Deze plant bloeit vroeg in het jaar en is daarom een zeer belangrijke drachtplant voor hommels. De koninginnen van de Akkerhommel foerageren graag op deze plant.

Bloeit van begin april tot eind juli; vaste plant.


Witte Honingklaver – Melilotus alba   (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel, Late Hommel, Boshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Lathyrusbij, Klaverdikpoot, Geelstaartklaverzandbij, Blauwe Metselbij, Grasbij, Roodpotige Groefbij, Bosbloedbij, Luzernebehangersbij, Pantserbloedbij, Bruine Slobkousbij, Kleine Lookmaskerbij, Brilmaskerbij, Honingbij.

Is een courante stadsplant met witte vlinderbloemen die groeit op een stenige, onvruchtbare kalkhoudende grond, zoals tussen steenslag langs spoorbanen, dijken, wegbermen en in bosranden. De aanleg van wegen en spoorbanen is dus voor deze soort gunstig. Ze is oorspronkelijk afkomstig uit Zuidoost-Europa en het Middellandse Zeegebied, maar komt reeds meer dan 500 jaar bij ons voor. De plant bevat het giftige cumarine en wordt door vee gemeden. Het is een goede bijenplant.

Bloeit van begin juni tot eind oktober; vaste plant.


Witte klaver – Trifolium repens  (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel, Veldhommel, Boomhommel, Gewone Koekoekshommel, Rode Koekoekshommel, Grashommel, Heidehommel, Late Hommel, Boshommel, Tuinhommel, Weidehommel, Steenhommel, Akkerhommel, Moshommel, Zandhommel. 

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Klaverdikpoot, Grasbij, Geelgespoorde Houtmetselbij, Zwartgespoorde Houtmetselbij, Blauwe Metselbij, Gehoornde Metselbij, Rosse Metselbij, Donkere Klaverzandbij, Geelstaartklaverzandbij, Luzernebehangersbij, Grote Bladsnijder, Roodpotige Groefbij, Gewone Sachembij, Zilveren Fluitje, Donkere Zijdebij, Gewone Langhoornbij, Kortsprietwespbij, Borstelwespbij, Blauwe Ertsbij, Honingbij. 

Witte Klaver is een zeer belangrijke en druk bezochte stuifmeel- en nectarplant voor verschillende hommels. Bij warm weer geven de bloemen de meeste nectar af. Een kalkrijke bodem is een voorwaarde voor de productie van nectar. De Klaverdikpoot vliegt vooral op deze plant. Groeit op voedselrijke, iets vochtige standplaatsen, zoals graslanden, wegbermen en gemaaide gazonnetjes en ook op betreden plaatsen. De stengel kruipt langs de grond en schiet wortel naarmate hij vordert. Minder maaien levert meer Klaver op. De soort verdwijnt wel in hogere kruidvegetaties, omwille van haar lichtbehoefte. Het is een waardevolle voederplant, die ’s winters groen blijft. Begrazing begunstigt de plant. De kieming vindt vooral plaats op open plekken. Door de liggende stengels is deze plant zeer tredvast. De witte, bolvormige bloemen die vroeg in het seizoen bloeien bevatten veel nectar en worden vaak bezocht door bijen en vlinders. Het is één van de waardplanten van de vlinders Gele Luzernevlinder en Icarusblauwtje.

Bloeit van begin april tot eind juli; vaste plant.


Witte Waterlelie – Nymphaea aquatica  (waterleliefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door bijen: Honingbij.

Groeit in stilstaand tot licht stromend, voedselrijk water, vooral in wateren van 0,5 tot 3 m diep. De bloemen zijn tot 15 cm grote, witte, alleenstaande en gesteelde bloemen. De bestuiving gebeurt door vliegen en kevers die worden aangetrokken door de talrijke gele vruchtbare en onvruchtbare meeldraden in het hart van de bloemen. De bloemen trekken ook bijen aan. Na de bloei wordt de bloem een ronde vrucht die onder water rijpt. Op deze plant komt vaak het Waterleliehaantje voor. Het is één van de waardplanten van de Waterlelievlinder.

Bloeit van mei tot augustus; vaste plant.


Wolfskers – Atropa bella-donna  (nachtschadefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels : verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: groefbijen, Honingbij.

Groeit in open plekken, zoals kapvlakten, in loofbossen, vooral in bergstreken op een kalkhoudende bodem. Bij ons is de soort zeldzaam. Deze plant heeft één enkele klokvormige, rood-bruine bloem, die schijnbaar in de bladoksel staat. De bladeren zijn eivormig en gaafrandig. Uit de bloem groeit een glanzende, zwarte bes, die dodelijk giftig is. Drie tot vier bessen kunnen voor kinderen dodelijk zijn. De rest van de plant is trouwens ook zeer giftig.

Bloeit van juni tot oktober; vaste plant.


Wolfspoot - Lycopus europaeus   (lipbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Slobkousbij (nectar), Klimopbij, Honingbij.

Is een plant die voorkomt op vochtige standplaatsen in bossen en duinvalleien en op beschaduwde rivieroevers en oevers van duinplassen, op een natte, stikstofrijke, niet te zware grond. In de stad vinden we de plant op sluismuren. De plant verdraagt wat zout in de bodem. De bloemen worden door bijen vooral voor de nectar bezocht. Ook insecten met een korte tong kunnen de nectar bereiken.

Bloeit van juni tot augustus; vaste plant.


Wondklaver – Anthyllis vulneraria  (vlinderbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Akkerhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Honingbij.

Is een courante stadsplant die men kan aantreffen in wegbermen en op plaatsen waar zand werd aangevoerd. De plant houdt van een droge kalkrijke bodem en groeit vaak op kalkhellingen, in zonnige bosranden en duinen. De nectar van de helgele bloemen kan alleen door hommels, langtongige bijen en vlinders worden bereikt. Wondklaver is de waardplant van het Dwergblauwtje (vlinder).

Bloeit in mei en juni; vaste plant.


Wouw – Reseda luteola   (resedafamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Resedamaskerbij, Gewone Maskerbij, Kortsprietmaskerbij, Poldermaskerbij, Tuinmaskerbij, Weidemaskerbij, Honingbij.

Is een plant die we aantreffen op open, warme, droge standplaatsen zoals op gestort puin, op ballastbedden van spoorlijnen en in spleten in plaveisel. Het is een pionier op ongerijpte bodems. De standplaats is meestal wel kalkrijk. De plant komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied, maar is ingeburgerd. Het is een goede drachtplant voor de Resedamaskerbij.   

Bloeit van juni tot september; tweejarige plant.


Zacht Vetkruid – Sedum sexangulare  (vetplantenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Maskerbij, Tuinmaskerbij, Honingbij.

Heeft gele bloemen en priemvormige blaadjes en lijkt sterk op Muurpeper. Het is een zeldzame soort die groeit op open, zonnige zandgronden en rivierhellingen.

Bloeit in juni en juli; vaste plant.


Zandblauwtje – Jasione montana  (klokjesfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Late Hommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Donkere Zomerzandbij, Witbaardzandbij, Brilmaskerbij, Gewone Maskerbij, Kortsprietmaskerbij, Poldermaskerbij, Weidemaskerbij, Tuinmaskerbij, Rode Maskerbij, Kleine Lookmaskerbij, Bruinsprietwespbij, Gehoornde Maskerbij, Roodpotige Groefbij, Gewone Smaragdgroefbij, Langkopsmaragdgroefbij, Gewone Geurgroefbij, Glanzende Groefbij, Halfglanzende Groefbij, Verscholen Dwergbloedbij, Zwartsprietwespbij, Heidewespbij, Kleine Klokjesbij, Honingbij.

Is een achteruitgaande plant die groeit op droge heide en zandgronden en in de duinen. Deze soort groeit op zandige, kalkarme en droge grond. De blauwe bloemhoofdjes bevinden zich aan het eind van de stengel. De doosvruchtjes bezitten kleppen die zich openen om het zaad los te laten. In steden vinden we de plant langs ringwegen, op ruig grasland, op kerkhoven en in spoorbermen. De plant kan als adventief meekomen met aangevoerd zand. Het is een droogtebestendige plant die ook in droge zomers nog nectar produceert. De bloemen worden graag bezocht door verschillende bijen voor de nectar en het stuifmeel. Het stuifmeel is roodachtig paars. De nectar is goed bereikbaar.

Bloeit van juni tot augustus; tweejarige (soms meerjarige) plant.


Zeekool – Crambe maritima  (kruisbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: zandbijen, groefbijen.

Is een zeldzame plant van het kustgebied. We vinden ze op strandduintjes, keienstranden, kustkliffen, embryonale duinen, dijkbeschoeiingen en vloedmerken op het strand, vooral op plaatsen waar het zand door rottende wieren is bemest. Deze plant houdt het op de standplaats meestal niet lang uit omdat de groeiplaats onderhevig is aan regelmatige veranderingen. De plant bloeit met witte bloemen die in trossen staan. Het is één van de waardplanten van het Groot Koolwitje (vlinder).

Bloeit in juni en juli; vaste plant.


Zeepkruid – Saponaria officinalis   (anjerfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door bijen: Honingbij.

Komt vooral op zandige gronden voor, zoals in duinen. De bloemen gaan ’s avonds open en lokken door hun kleur en geur nachtvlinders en overdag ook hommels en Honingbijen. De plant wordt vooral door hommels bezocht. Deze bijten een gaatje in de bloem om aan de nectar te geraken. Daarna maken Honingbijen van deze gaatjes gebruik om ook de nectar te bereiken. De plant wordt ook in tuinen gekweekt en verwildert soms in stedelijke gebieden.

Bloeit van juli tot september; vaste plant.


Zeeraket – Cakile maritima  (kruisbloemigen)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Gewone Dwergzandbij, Grasbij, Wimperflankzandbij, Gewone Geurgroefbij, Parkbronsgroefbij, Honingbij.

Groeit bij voorkeur op kaal zand bij de zee, vooral op het strand op die plaatsen die bij vloed overspoeld worden en dus vermengd zijn met veel plantenresten. Die plaatsen zijn zouthoudend alhoewel de plant niet echt zoutminnend is.  De bloemen bloeien van juni tot oktober. Ze zijn bleekroze, paars of wit gekleurd. De vlezige bladeren kunnen goed water vasthouden. Deze plant helpt bij de duinvorming.  Het zaad wordt door de vloed en de zeestromingen ook naar andere stranden verspreid. Bijen bezoeken de bloemen zowel voor de nectar als het stuifmeel. Het stuifmeel is lichtbruin gekleurd.

Bloeit van juni tot oktober; éénjarige plant.


Zeewinde – Convolvulus soldanella   (windefamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: behangersbijen, Honingbij.

Is een vrij zeldzame plant die voorkomt in het kustgebied. Deze plant verdraagt overstuiving door zand. We vinden ze meestal in de buurt van vloedmerken, dus plaatsen waar voedingsstoffen aanspoelen en in helmduinen.

Bloeit van mei tot juli; vaste plant.


Zevenblad – Aegopodium podagraria   (schermbloemigen)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: verschillende soorten.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Fluitenkruidbij, Witbaardzandbij, Asbij, Meidoornzandbij, Roodgatje, Donkere Klaverzandbij, Gewone Dwergzandbij, Zwartbronzen Zandbij, Zwartbronzen Zandbij, Viltvlekzandbij, Breedrandzandbij, Witkopdwergzandbij, Ereprijszandbij, Goudpootzandbij, Langsprietwespbij, Roodpotige Groefbij, Parkbronsgroefbij, Gewone Geurgroefbij, Glanzende Groefbij, Langkopsmaragdgroefbij, Kleine Groefbij, Gewone Franjegroefbij, Slanke Groefbij, Gewone Maskerbij, Poldermaskerbij, Rode Maskerbij, Stipmaskerbij, Kleine Tuinmaskerbij, Tuinmaskerbij, Zompmaskerbij, Honingbij. 

Zevenblad wordt aangemerkt als een kensoort van vermeste bermen, maar is toch een belangrijke voedselbron voor verschillende bijensoorten. De bloemen worden ook druk door vliegen en kevers bezocht. Voor het verzamelen van stuifmeel lopen hommels in hoog tempo over de schermen om met zoveel mogelijk open helmknoppen in aanraking te komen. Vaak stoppen ze dan even om wat nectar te puren. Ook Honingbijen bezoeken de plant zowel voor stuifmeel als voor nectar. De stuifmeelklompjes zijn vuilgeel gekleurd. Het is een plant die soms in schaduwrijke tuinen als “onkruid” wordt beschouwd. Elk stukje van de lange, diep voortkruipende wortelstok kan weer een nieuwe plant voortbrengen. De uitlopers verstrengelen zich ondergronds tussen de wortels van andere planten. De plant wordt vaak aangetroffen in moestuinen en kloostertuinen en ook wel op braakliggende terreinen. De bladeren vormen vaak een gesloten dek, die andere planten doen wegkwijnen. Deze plant is dus een goede bodembedekker. Buiten tuinen vinden we deze plant in bossen, schaduwrijke tuinen en struwelen op een voedsel- en stikstofrijke grond.

Bloeit in juni en juli; vaste plant.


Zilverschoon – Potentilla anserina   (rozenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Roodgatje, Kortsprietwespbij, groefbijen, Honingbij.

Groeit op ruigten en stranden, tussen gras, vaak op veel betreden, vochtige plaatsen en aan waterkanten. Het is een algemene kosmopoliet. De bodem van de groeiplaats is stikstofrijk. We vinden deze plant dan ook vaak op kippenerven en ganzenweiden.

Bloeit van mei tot augustus; vaste plant.


Zulte (Zeeaster) – Aster tripolium   (composietenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Veldhommel, Moshommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Schorzijdebij, Gewone Viltbij, Honingbij.

Groeit op zouthoudende grond en is vaak te vinden op schorren, langs riviermonden en kanalen met brak water. Ook langs gepekelde autowegen kunnen we deze plant aantreffen. Deze soort is echt aangewezen op een zilte bodem. Ze draagt opvallende bloemen die bestaan uit gele buisbloemen omringd door bleekpaarse lintbloemen. De smalle, vlezige bladeren zijn ideaal gebouwd om water vast te houden. In stedelijke gebieden kan men de plant vinden op opgespoten terreinen en waar grachten in verbinding staan met brak water. Het is een zeer belangrijke plant voor de Schorzijdebij. De bloemen worden bezocht voor de rijkelijk geproduceerde nectar en het stuifmeel. In een periode dat er niet veel andere bloemen meer te vinden zijn, wordt deze plant vaak door Honingbijen bezocht. De nectar is ook voor korttongige bijen bereikbaar. Het is ook een nectarplant voor dagvlinders, kevers, wespen en vliegen.

Bloeit van juli tot oktober; vaste plant.


Zwanenbloem – Butomus umbellatus   (zwanenbloemfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: zandbijen, behangersbijen, maskerbijen, groefbijen, Honingbij.

Groeit in voedselrijke modder langs water, in rietkanten, tussen de biezen. De rozerode bloemen bloeien in schermen. De langwerpige bladeren, die een driekantige doorsnede hebben, groeien in toeven vanaf de voet van de plant. De stengel zelf is onbebladerd en draagt enkel de bloemen. Deze bloemen worden door insecten bestoven. De bloemen worden door hommels vooral bezocht voor de nectar. Het stuifmeel is fel oranje gekleurd. De plant kan zich ook ongeslachtelijk vermeerderen door middel van de wortelstok, waarvan afgebroken stukjes weer uitgroeien tot een nieuwe plant. 

Bloeit van juni tot september; vaste plant.


Zwarte Mosterd – Brassica nigra   (kruisbloemigenfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Steenhommel, Grote Tuinhommel, Weidehommel, Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: Blauwe Zandbij, Grasbij, Meidoornzandbij, Roodgatje, Gewone Maskerbij, Honingbij.

Groeit op akkers, in ruigten, op dijken en in bermen en dit vooral op een venige en zilte grond en aan de grote rivieren. De plant wordt tot 120 cm hoog en bloeit met gele bloemen. De Zwarte Mosterd zorgde vroeger voor uitgestrekte gele velden, zoals we tegenwoordig de velden met Koolzaad kennen. Het is een goede stuifmeelplant voor hommels. Het is een waardplant voor enkele vlindersoorten.

Bloeit van juni tot september; éénjarige plant.


Zwarte Toorts – Verbascum nigrum  (helmkruidfamilie)

Vastgesteld bloembezoek door hommels: Aardhommel.

Vastgesteld bloembezoek door andere bijen: groefbijen, Honingbij.

Is een vrij zeldzame plant van droge, open, zandige en zonnige plaatsen. We vinden de soort op zandvlakten, in wegbermen, op stortplaatsen en op kapvlakten. De plant wordt 50 tot zelfs 150 cm hoog en bloeit met grote, lange aren van gele bloemen. De meeldraden hebben een donkerpaarse beharing. De bloemen hebben een rode keelvlek. De larven van het Toortsgitje, een zweefvlieg, ontwikkelen zich vaak in deze plant.  

Bloeit van mei tot september; tweejarige plant.